Het Syrische moeras: risico op escalatie en verdere ontwrichting in de regio is groot
‘De Europese landen houden zich zo ver mogelijk weg van het wespennest. En toch zouden ook zij beter nu reeds goed bepalen wat hun belangen zijn’, meent professor internationale betrekkingen Jonathan Holslag.
‘Een vijver van bloed’, zo voorspelde een Turkse gezant het lot van de Syrische stad Idlib. Honderdduizenden mensen zouden op de vlucht slaan als de coalitie van het Syrische regeringsleger, Rusland, Iran en Koerdische strijders haar aanval voortzet. De confrontatie in Idlib bevestigt hoe complex de situatie in Syrië blijft en hoe Europa niet het minste benul heeft hoe ermee om te gaan. Ondanks het feit dat Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker de lidstaten opriep om niet afzijdig te blijven en dat de Fransen recent ook ons land verzochten zich militair klaar te houden indien er chemische wapens gebruikt zouden worden.
Idlib maakt nu deel uit van de Turkse invloedszone in Syrië. Ankara steunt er soennitische rebellen, als buffer voor de Turkse grens en als bondgenoot in de strijd tegen de Koerden. Maar die rebellen strijden ook tegen het regime van de Syrische dictator Baschir Assad, waardoor nu Turkse belangen worden beschoten door Assads bondgenoot Rusland. En dat terwijl de Turken net nu een beroep doen op Rusland voor de aankoop van moderne luchtverdedigingsraketten, en ze met Assad zullen moeten samenwerken om de Koerden in het oosten van Syrië klein te krijgen.
Idlib is niet het eindpunt van het conflict in Syrië. Het risico op escalatie en een verdere ontwrichting van de regio is groot.
De gevolgen van de strijd rond Idlib kunnen verstrekkend zijn. Als Assad en zijn bondgenoten de stad alsnog innemen, zit president Recip Tayyip Erdogan in het defensief en zal hij op een andere wijze de Turkse invloed in Syrië moeten verdedigen. Want dat blijft het doel: het noorden van Syrië onder Turkse invloed krijgen en de positie van de Koerden breken. Dan verschuift de aandacht onvermijdelijk naar andere frontlijnsteden, zoals Manbij. Manbij ligt net ten westen van de grote rivier de Eufraat en werd tot voor kort gecontroleerd door de Koerden. Voor Erdogan is het symbolisch en strategisch belangrijk de Koerden daar te verdrijven opdat alvast de Koerdische aanwezigheid ten westen van de Eufraat wordt teruggedrongen.
Het probleem is evenwel dat een Turkse inlijving van Manbij de stad tot een uitvalsbasis zou maken voor aanvallen ten oosten van de Eufraat, in het deel van Syrië dus dat bijna helemaal door Koerden wordt gedomineerd. Voor de Syrische regering zou het geen slecht nieuws zijn als de Koerden en de Turken zich uitputten in een tweestrijd over het oosten van het land. Immers: als twee honden vechten om een been, dan loopt de derde ermee heen. En de buit is aanzienlijk, want het gebied heeft waardevolle landbouwgronden, dammen en olie.
In Manbij botsen de Turken op nog een andere speler: de Verenigde Staten. Amerika schermt de Koerden af, officieel omdat de Koerden meevechten tegen de IS, officieus ook om Iran in te dammen en om een zekere controle over het strategische kruispunt tussen Iran, Irak, Turkije en de Middellandse Zee te behouden. In juni hebben de Amerikanen ermee ingestemd dat de Koerdische strijders uit Manbij zelf zouden verdwijnen en dat zij samen met de Turken zouden patrouilleren in de stad. Maar voor de Turken is dat niet genoeg. Zij willen de stad bevrijden.
Het wordt bijna onontkoombaar dat na de strijd om Idlib de focus begint te verschuiven naar de Eufraat en het oosten van Syrië
Het wordt bijna onontkoombaar dat na de strijd om Idlib de focus begint te verschuiven naar de Eufraat en het oosten van Syrië. Er vallen nu al meer doden bij schermutselingen tussen Koerden en regeringstroepen. Een Syrische generaal stelde onlangs dat het leger spoedig zou overgaan tot actie tegen de Koerdische ‘criminelen en verraders’ en hun Amerikaanse broodheren. Ook de Russen voeren de druk op: militair en diplomatiek. ‘De Amerikanen plunderen de nationale welvaart van Syrië’, opperde het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken. De Amerikanen stuurden alvast 100 extra soldaten, maar ook de Russen tonen hun tanden en ontplooiden verschillende marineschepen voor de kust van Syrië.
Idlib is dus niet het eindpunt in het conflict in Syrië. Het risico op escalatie en een verdere ontwrichting van de regio is groot. Vooral voor Turkije is de inzet enorm. Het land zit vastgezogen in het Syrische moeras en wordt er financieel door uitgeput, want de militaire inspanningen wegen zwaar op de verzwakte Turkse economie. Maar ook de Verenigde Staten kunnen geen kant op. Een nederlaag in Syrië zou hun positie in het Midden-Oosten ondermijnen. De Europese landen houden zich intussen zo ver mogelijk weg van het wespennest. En toch zouden ook zij beter nu reeds goed bepalen wat hun belangen zijn, hoe ze zouden reageren als de situatie er blijft verslechteren en wat de gevolgen zouden zijn voor de verstandhouding met de andere mogendheden. En zo wordt Syrië een eerste echte confrontatie met het mijnenveld van een multipolaire wereld.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier