Sus van Elzen
‘Het rooskleurige nationalisme van de Chinese golden boys’
Op verschillende manieren wordt Chinees nationalisme aangewakkerd: met de Vloot, met voetbal, en met venijnige internetcampagnes.
De Chinese nationale voetbalploeg heeft een nieuwe coach: de Italiaanse voetbalster Marcello Lippi. Die had al een contract met de club Guangzhou Evergrande, maar is nu overgenomen door de nationale ploeg. Die ploeg zat met een probleem na haar nederlaag met 0-2 tegen Oezbekistan. De ploeg had toen alleen nog een theoretische mogelijkheid om in de finale van de Wereldbeker te geraken. Lippi moet dat nu veranderen. ‘Wat?’ spotte professor Wu Jing, nochtans een voetbal-liefhebster, ‘China kan satellieten lanceren en vliegdekschepen maken, maar in de Worldcup geraken we niet?’
OFFICIAL: Marcello Lippi has been appointed as the headcoach of China National Football Team. pic.twitter.com/NJbl372IDN
— TransferMarkt China (@asaikana) October 22, 2016
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Maar dit gaat niet alleen over voetbal. Het gaat over fans, en dan was de link naar de sport snel gelegd, zeker sinds president en Algemeen Partijsecretaris Xi Jinping zelf verklaard had dat hij een voetballiefhebber was, en dat China voor een grote voetbal-inspanning stond. Een bijna onmogelijke taak. ‘Maar als de regering dàt klaarspeelt… dan zal dat haar legitimiteit volop opkrikken.’
Een meer bijzondere groep van fans maken in China deel uit van de popcultuur. Ze houden zich bezig met film, Zuid-Koreaanse popsterren, en ook wel een beetje sport. Het is een internetfenomeen, een uitspatting in de Chinese digitale wereld. Alle jonge mensen in China zitten de hele tijd hun smartphones te bepotelen, ze bestellen, kopen, betalen met hun telefoons. Het is voor een buitenlander in Peking bijna onmogelijk om zonder de nodige app op zijn telefoon een taxi te bemachtigen. Dit is niet alleen een machtig controleapparaat, het opent ook perspectieven voor actie.
Professor Wu Jing en haar assistent Wang Hongzhe, aan de School voor Journalistiek en Communicatie van de Peking Universiteit, doen onderzoek naar het fenomeen van de “xiao fenhong“, de fans met hun rare spotnaam “klein en roze”, die zich sinds enige tijd op het net manifesteren als virtuele knokploeg. De “pinko‘s“, zoals we ze noemen tijdens het gesprek, begonnen als gewone fans van Koreaanse popsterren, reisden naar popconcerten in Korea, waar het fandom van verschillende sterren tot conflicten en zelfs gevechten kan leiden, en zouden zo hechter verenigd en georganiseerd geraakt zijn.
China’s “little pink” young nationalists online are seen as a modern-day Red Guard https://t.co/o90ONFK45R pic.twitter.com/iADGERkpJR
— The Economist (@TheEconomist) August 12, 2016
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
‘Maar het kwam als een schok voor ons dat die jongelui zich als Chinese nationalisten gingen manifesteren’, zei Wang Hangzhe. ‘Je zou verwachten dat ze gewone consumenten van popcultuur bleven. Want Chinese fans hebben in principe zo geen idolen, die willen alleen maar hun geld opdoen.’
Wat er gebeurde, en wat de aandacht trok van onderzoekers, was dat de pinko’s zich als zeer lichtgeraakte, agressieve nationalisten ontpopten. Het voorbeeld van de film “Geen andere liefde” haalde krantenkoppen. Deze film, die in 2017 moest uitkomen, is het werk van een Chinese regisseur, met een Taiwanese acteur in de hoofdrol. De pinko’s ontketenden een offensief in regel tegen de film omdat de acteur in kwestie, Leon Dai, zich twee jaar geleden als voorstander van Taiwanese onafhankelijkheid zou gemanifesteerd hebben door Taiwanese protesten tegen een vrijhandelsakkoord met de Volksrepubliek te steunen. De aanvallen waren zo heftig dat de regisseur de rol van Leon Dai uit zijn film knipte, ondanks het feit dat die al helemaal gedraaid was.
Lady Gaga aangevallen
Er zijn ook andere voorbeelden. Zo werd Lady Gaga aangevallen omdat zij een ontmoeting met de Dalai Lama had.
Kan men dit alles afdoen als kinderachtig, onbelangrijk en flauwe kul, het is wel zo dat, in de Chinese ambiance van overdrijving en luide kreten-omdat-men-anders-niet gehoord-wordt, de internetcampagnes vaak succes hebben.
Chinees nationalisme is niets nieuws, wat ook geen wonder is. Als er iets duidelijk overkomt in de communicatie van het Pekingse regime, dan wel het aanhoudende getoeter over de grootheid van China, de leidende rol van de Volksrepubliek, de uitmuntendheid van de snel groeiende Chinese strijdkrachten, en de ongefundeerdheid van elke, ook maar de minste kritiek op China, zijn leidende Communistische Partij, en zijn politiek. Bijvoorbeeld die in de Zuid-Chinese Zee. Aangezien Peking met zowat al zijn buren aan die zee territoriumgeschillen heeft, gaande van eilandjes tot bij hoogtij onder water lopende rotsen, is dat een thema bij uitstek voor geradicaliseerde jongeren om de verdediging van de natie op zich te nemen. Een paar jaar geleden gingen schermutselingen op zee met Japan zo ver dat zelfs specialisten zich afvroegen of daar een oorlog in de maak was. Ook afgezien van dit conflict zijn anti-Japanse gevoelens regel in China.
‘Overdrijven wij het belang van die kleine pinko’s’, vroeg de prof zich af. ‘Misschien. Maar het is wel ernstig. Zij groeien op met ernstige dingen, en ze hebben invloed.’
Want over wie gaat het? Aanvankelijk leken het — afgaande op de gebruikte woordenschat, op de thematiek ook van hun interventies — vooral jonge meisjes te zijn. Die kregen zelfs de steun van de Communistische Jeugdliga. Later werden het vooral jongens, studenten, en radicaler dan ze vroeger waren. ‘Nu zijn die groepen niet zo sterk dat we ons zorgen moeten maken’, zei Wang. “Maar de commerciële media vinden hen wèl belangrijk, en geven ze alle aandacht. Het gaat hier over jeugd uit de middenklasse, uit de grote steden, goed opgeleid, uit de middelbare school of soms universiteit, met goeie jobs of rijke familie. Ze hebben geld: ze gaan naar popconcerten in Korea, lang niet iedereen kan dat betalen.’
Het is ook niet duidelijk waar het politieke aspect vandaan komt. Er zou een strekking in de Partij kunnen zijn die brood ziet in nationalistische internet-actie, vooral als het Taiwan raakt. In “News Link”, een nieuwsprogramma dat in alle scholen bekeken wordt, krijgen ze steun.
‘Maar ze zijn niet echt politiek, ze zijn eigenlijk gewoon, ze willen brave jongens zijn, goede patriottische studenten, hun best doen. Vanop dat platform kun je natuurlijk een connectie met nationalisme bouwen. Maar rebellen zijn dit zeker niet.’
Scheldpartijen op internet
En het spookbeeld van honderdduizenden met rode boekjes en vlaggen zwaaiende jongeren op het Tiananmenplein? Xi Jinping wordt er door sommigen van verdacht die weg te willen opgaan in zijn streven naar absolute macht.
Dààr zijn we nog niet, zei Wu Jing, nu krijgen we andere aanvallen op de discussiebalk van Baidu — het Chinese internet. Daar worden mensen opgeroepen om mee te doen. Dat is een andere stijl: meer van lagere klassen, mannen, agressief hersenloos nationalisme. Op straat zouden ze met stenen gooien, in de digitale wereld zijn het scheldpartijen. Maar massabewegingen? Nog niet.
‘Het is moeilijk iets sluitends over hen te zeggen, we verstaan hun taal niet eens. Wij zijn te ouderwets, we verraden ons onmiddellijk door ons woordgebruik. We hebben vragen gestuurd naar leidende figuren van die groepen. Ze antwoorden niet eens. Dat is, nu ja, gênant.’
Is het ook gevaarlijk? Deze week vindt, terwijl dit gescheven wordt, het zesde partijplenum van het Centraal Comité van de Communistische Partij van China plaats in Peking. Daar wordt achter gesloten deuren over de toekomst van land en Partij getwist: volgend najaar, 2017, staat er immers een machtswissel op het programma. Vooral wordt daar getwist over de centrale vraag: hoe dit veel te grote, veel te weerbarstige Rijk bij elkaar gehouden? Met xiao fenhong? Met voetbal?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier