Bram De Botselier

‘Het probleem van de Democratische Partij: een gebrek aan star power’

Bram De Botselier Assistent Europacollege

Het lijkt erop dat de rijzende sterren binnen de Democratische Partij geen zin hebben om zich te storten in een moeilijke campagne, schrijft Bram De Botselier. ‘En als zij zelf niet in hun kansen geloven, waarom zou de kiezer dat dan wel doen?’

Naast de impeachmentprocedure tegen president Donald Trump worden de berichten in de Amerikaanse media gedomineerd door één thema: de Democratische voorverkiezingen voor de presidentsverkiezingen. Niet minder dan vijftien kandidaten zijn nog in de running, een recordaantal.

Het presidentschap is echter niet het enige dat op het spel staat in 2020. De kiezer zal ook beslissen over de meerderheden in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat. Volgens de opiniepeilingen zal de Amerikaanse kiezer de huidige Democratische meerderheid in het Huis en de Republikeinse meerderheid in de Senaat bestendigen. En dat is – gezien de macht van de Senaat – een probleem voor de Democraten, ongeacht ze het presidentschap winnen of niet.

Van delibererend orgaan naar partijpolitieke spelletjes

In tegenstelling tot zijn Belgische tegenhanger heeft de Amerikaanse Senaat nog steeds veel macht. Twee verkozenen per staat, 100 senatoren in totaal, mogen op gelijke voet met het Huis beslissingen nemen. Een wet kan pas door de president worden ondertekend als die door beide kamers van het parlement is goedgekeurd. Bovendien heeft de Senaat een aantal specifieke prerogatieven, zoals het bekrachtigen van internationale verdragen en het goedkeuren van de leden van de federale regering en alle federale rechtbanken, inclusief de rechters van het Supreme Court, het Hooggerechtshof. De rechters van die rechtbank, de belangrijkste in de VS, worden benoemd voor het leven en zijn al verantwoordelijk geweest voor belangrijke veranderingen in het Amerikaans recht, zoals de erkenning van het recht op abortus en het legaliseren van het homohuwelijk.

Oorspronkelijk was het de bedoeling deze beslissingen te nemen met speciale meerderheden. Zo moeten 60 van de 100 senatoren hun goedkeuring geven alvorens een wet kan worden gestemd, en is een tweederdemeerderheid nodig voor de goedkeuring van internationale verdragen.

Het is de laatste jaren echter steeds moeilijker geworden om deze meerderheden te bereiken omdat ook de Senaat meer en meer het slachtoffer wordt van partijpolitieke spelletjes. Daardoor zijn deze speciale meerderheden steeds moeilijker om te behalen, waardoor veel voorstellen een stille dood sterven.

De basiswiskunde

Als de Democraten hun agenda willen uitvoeren, kunnen ze maar beter proberen om een meerderheid te halen in dit beslissingsorgaan.

Het slechte nieuws is dat ze daarvoor de huidige Republikeinse meerderheid moeten verslaan. Het goede nieuws is dat elke twee jaar een derde van de Senaatszetels wordt herkozen en in 2020 zijn dat 23 Republikeinse zetels en slechts 12 Democratische.

De Democraten hebben dus relatief gezien meer kans om enkele zetels te winnen, terwijl de Republikeinen meer in een verdedigingspositie zitten. In totaal moeten de Democraten minstens drie bijkomende zetels winnen, of zelfs vier als ze het presidentschap verliezen.

Het probleem van de Democraten in 2020: een gebrek aan ‘star power’.

Dan komt meteen het eerste probleem. Een van de Democratische senatoren kijkt aan tegen een moeilijke herverkiezing. Terwijl Doug Jones in 2017 nog vriend en vijand verraste door te winnen in het conservatieve Alabama, lijkt hij nu meer dan een mirakel nodig te hebben om deze prestatie te herhalen. Het meest realistische pad naar de meerderheid voor de Democraten is dus 11 van de huidige 12 zetels behouden en 4 of 5 nieuwe zetels winnen.

Enkele mogelijkheden om Senaatszetels te winnen zijn er in Colorado en Maine, twee staten die Hillary Clinton makkelijk won van Donald Trump in 2016, of in Arizona en North Carolina, staten die Clinton relatief nipt verloor. Met voormalig gouverneur John Hickenlooper en astronaut Mark Kelly hebben de Democraten topkandidaten kunnen rekruteren in Colorado respectievelijk Arizona, waardoor ze daar alvast een goede kans maken. Ook in North Carolina lijkt dit het geval. De Republikeinse Senator voor Maine, Susan Collins, staat echter bekend als onafhankelijk en gematigd en is dus een geduchte tegenstander die wellicht moeilijker te verslaan is.

Een gebrek aan star power

De Democraten zullen dus zeker ook moeten winnen in meer Republikeins gebied, namelijk staten die Donald Trump makkelijk won van Hillary Clinton. En daar knelt nu net het schoentje. Want waar bijzonder veel Democraten zich geroepen voelen om deel te nemen aan de presidentsverkiezingen, is dit veel minder het geval voor de Senaatsverkiezingen.

Beto O’Rourke verwierf bijvoorbeeld nationale bekendheid toen hij bij de Senaatsverkiezingen in 2018 relatief dicht bij een overwinning kwam in het Republikeinse Texas. In plaats van het in 2020 opnieuw te proberen, probeerde hij een tijdje de Democratische nominatie voor het presidentschap te behalen, om nadien de handdoek in de ring te gooien. Ook Julian Castro, minister in de regering-Obama en al jaren een rijzende ster in de partij, verkiest om ondanks weinig steun te blijven strijden voor het presidentschap in plaats van het op te nemen tegen de Republikeinse senator voor Texas.

Eenzelfde patroon stelt zich ook in Montana, een bijzonder Republikeinse staat die Trump heel makkelijk won in 2016. Lokale Democraten doen het in Montana soms wel goed, getuige de Democraat Steve Bullock die sinds 2013 gouverneur is. Hij is waarschijnlijk de enige politicus die kans maakt om de huidige Republikeinse Senator te verslaan, maar toch koos hij ervoor om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap, met weinig succes overigens.

In Georgia zullen twee Senaatszetels verkiesbaar zijn, maar de lokale toppolitica Stacey Abrams is geen kandidaat. Zij werd nationaal bekend toen ze in 2018 op een haar na het gouverneurschap won in deze traditioneel Republikeinse staat, maar focust zich nu liever op het uitbouwen van haar ngo. Ook in andere staten, zoals Iowa en Kansas, ontbreekt het de Democraten voorlopig aan star power.

Het lijkt erop dat de rijzende sterren binnen de Democratische Partij geen zin hebben om zich te storten in een moeilijke campagne. Ze vrezen namelijk te belanden in de minderheidsfractie in de Senaat, waar ze door de huidige partijpolitieke verdeling maar weinig invloed op het beleid zouden kunnen uitoefenen.

Met andere woorden, ze stellen zich geen kandidaat omdat ze niet geloven in de kansen van de Democraten om de meerderheid in de Senaat te heroveren.

En laat nu net dat de grootste struikelblok zijn voor de partij. Want als de Democratische toppolitici zelf niet in hun kansen geloven, waarom zou de kiezer dat dan wel doen?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content