Het IS-kalifaat vandaag: deelde de internationale coalitie klappen of een tikje uit?
De luchtaanvallen van de anti-IS-coalitie in Syrië en Irak hebben de opmars van de terreurbeweging tegengehouden of zelfs teruggedraaid, meent Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry. Toch heeft Islamitische Staat controle over een territorium groter dan vele staten. De bolwerken van de extremisten in kaart gebracht.
In augustus 2014 zetten de Verenigde Staten een internationale coalitie tegen Islamitische Staat (IS) op poten. Ondertussen nemen zo’n zestigtal landen daaraan deel en vinden dagelijks luchtaanvallen tegen stellingen van de terreurbeweging plaats: op 14 januari stond de teller in Irak op 948, in Syrië op 743.
‘Helft IS-leiders gedood’
En dat was niet zonder succes, moet nu blijken. Na een bijeenkomst met 21 coalitiestaten in Londen zei Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken John Kerry dat zowat de helft van de IS-leiders zijn omgekomen sinds het begin van de bombardementen.
De opmars van de terreurbeweging werd tegengehouden of zelfs teruggedraaid en de coalitie zou doorgaan tot IS verslagen is. Dat terwijl president Barack Obama in december nog stelde dat hoewel er vooruitgang geboekt werd, dat maar traag vooruitging.
Zo klaagde de Iraakse premier Haider al-Abadi over het feit dat de coalitie te weinig hulp bood. Bovendien kunnen de dalende olieprijzen de Iraakse troepen deren. Olie-inkomsten maken namelijk 85 procent van het Iraaks budget uit, zo schrijft Britse omroep BBC. De premier vroeg dan ook om behalve soldaten te trainen, te helpen met de levering van wapens.
Druk om resultaten te leveren
De victorieuze aankondiging van Kerry komt niet als een verrassing. Zo stelt ook BBC-correspondent James Robbins, dat de recente aanslagen door de broers Chérif en Said Kouachi en Amedy Coulibaly in Parijs een nog grotere druk op de verschillende overheden heeft gelegd om met resultaten op de proppen te komen.
En dus berichtte Kerry over de vernietiging van ‘honderden voertuigen en tanks’, ‘bijna 200 olie- en gasfaciliteiten waar IS geld voor zijn operaties uithaalt’ en ‘meer dan 1.000 militaire sites’ van de soennitische extremisten. Berichten die trouwens ook met dagelijkse updates op de website van de Amerikaanse Defensie kunnen worden gevolgd. Maar. Brits minister van Buitenlandse Zaken Philip Hammond waarschuwde dat het nog maanden kan duren voordat Irak een offensief tegen IS kan starten.
Klap of tikje in gezicht IS?
Want hoe staat de coalitie er eigenlijk voor op het terrein? Bij het begin van de luchtaanvallen had Islamitische Staat de controle over 91.000 vierkante kilometer verspreid over Syrië en Irak. Dat is ongeveer drie keer België. Na bijna 2.000 bombardementen hebben de internationale grondtroepen het afgelopen halfjaar volgens Kerry ongeveer 700 vierkante kilometer aan terrein teruggewonnen. Ongeveer gelijk aan een Berlijn dat met 200 vierkante kilometer kromp.
Daarom is de temperende waarschuwing van Hammond best te begrijpen. Een overzicht van de bolwerken van Islamitische Staat:
IRAK
Mosul
De stad met een soennitische Arabische meerderheid viel nadat de Iraakse veiligheidsdiensten – hoewel ze met veel meer waren dan de militanten, meldt BBC – hun postjes verlieten en vluchtten. Daar heeft IS zich nu stevig verankerd. Persagentschap Reuters bericht bij monde van bewoners dat de terreurbeweging er een ware vesting van wil maken: de beweging blies een brug op die door Koerdische strijders gebruikt werd om Mosul aan te vallen. Een betonnen muur sluit het westen van de stad al van de buitenwereld af en nu zou een twee meter diepe en twee meter brede loopgraaf rond Mosul de vijand nog meer op afstand moeten houden.
Islamitische Staat regelt het verkeerd in Mosul, er is een belastingdienst en de morele politie of Hisba implementeert de sharia volgens de terreurbeweging: roken is verboden, Engelse teksten op T-shirts ook, bedrijven moeten sluiten voor het gebed, vrouwen en meisjes moeten hun gelaat bedekken en scholen zijn gesegregeerd.
Achtergebleven ambtenaren werken nu in de overheidskantoren van IS en dekken er burgerzaken, energie, onderwijs, religie en gezondheid. Bovendien levert de hoofdstad Bagdad maandelijks minstens 130 miljoen dollar om die overheidsmedewerkers te betalen – of ze nu in de stad gebleven of gevlucht zijn. Dat getuigt Anwar Matti Hadaya tegenover Reuters. Hij was hoofd van het comité financiën van de provincieraad in Nineveh voordat hij zelf op de vlucht sloeg. Het is onduidelijk hoeveel geld werkelijk naar de vroegere werknemers stroomt. Wat wel duidelijk is, is dat de lonen de stad draaiende houden. Dat en de 456 miljoen dollar die IS volgens Iraaks minister van Financiën Hoshiyar Zebari uit banken in Mosul, Tikrit en Baiji heeft gehaald.
Het is voor de internationale coalitie bijgevolg onbegonnen werk om Mosul te bombarderen: de stad telt nog veel burgers. Afwachten dus tot Irak – zoals Hammond pas binnen maanden verwacht – de aanval zelf kan inzetten.
Mosuldam
De Mosuldam is de grootste stuwdam in Irak en was een sleutelsite in handen van IS. De dam werd echter door Koerdische en Iraakse troepen teruggenomen, gesteund door Amerikaanse luchtaanvallen.
Sinjar
De peshmerga voerden de strijd op in een corridor naar het gebergte, waar toen IS er in opmars kwam duizenden jezidi’s vastzaten. In totaal zouden de peshmerga daar nu 500 vierkante kilometer hebben heroverd. Dat bericht de Volkskrant.
Baiji
Hoewel nog in de IS-controlezone, schrijft de Volkskrant dat speciale troepen ten noorden van Bagdad bijgestaan door sjiitische milities er wat winst hebben geboekt: zo hebben ze de grootste raffinaderij van Irak bij Baiji teruggewonnen.
Al-Anbar
Binnen de provincie Al-Anbar valt een aanzienlijk gebied onder controle van Islamitische Staat. In hun opmars vergaarden ze zo enkele Iraakse dammen. In april kwam Falluja in hun handen. Maar ook de tweede grootste dam van het land in Haditha kwam onder IS-controle. De VS zou volgens BBC de militanten echter met luchtaanvallen uit de omgeving van de dam verjaagd hebben. Al in december 2013 viel de centraal gelegen stad Falluja in handen van de terreurbeweging, net als delen van het nabijgelegen Ramadi. In het westen van de provincie maakt IS ook vorderingen en belaagt het Saudische grensposten, aldus de Volskrant.
SYRIË
Raqqa
In het noorden van Syrië is Raqqa zowat de hoofdstad van Islamitische Staat. Maar in het buurland van Irak is het voor de internationale coalitie moeilijker in te grijpen. Hoewel president Bashar al-Assad stilzwijgend akkoord ging met de luchtaanvallen tegen IS-stellingen, heeft die daar niet formeel om gevraagd. Bovendien haken de meeste landen daar af: enkel de VS, Bahrein, Jordanië, Marokko, Saudi-Arabië, Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten en het Verenigd Koninkrijk doen daar mee.
Assad zelf houdt zich vooral bezig met het bestrijden van de oppositie in die gebieden die hij belangrijk acht (lees: waar olie is). Raqqa is een lastig bolwerk waar de regeringstroepen zich liever niet wagen. De VS wil dan wel 5.000 strijders trainen en bewapenen: dat kost tijd en bovendien ziet het ernaar uit dat velen liever de wapens tegen Assad dan tegen IS opnemen. Geregeld duiken er wel meldingen van bombardementen in de buurt van Raqqa op de Amerikaanse defensiewebsite op, maar verder lijkt het er niet te gaan.
Kobani
Een stad bevolkt door Koerden bij de grens met Turkije en een van de belangrijkste fronten in het huidige conflict. Duizenden bewoners vluchtten ondertussen naar het buurland. Militanten van IS bezetten de stad, die van strategisch belang is: de overwinning zou Islamitische Staat de controle geven over een uitgebreide lap grond langs de grens, meldt BBC.
Maar volgens de Volkskrant zou 80 procent van Kobani alweer in handen van Koerdische strijders zijn. Op het terrein verzet Iraaks Koerdistan (peshmerga) zich samen met lokale troepen van de Koerdische Volksbeschermingseenheden (YPG) en het Vrije Syrische Leger tegen de extremisten. De verzetsstrijders worden gesteund door de internationale coalitie die ook in Syrië luchtaanvallen uitvoert.
Deir-al-Zour
In december 2014 lanceerde IS een offensief bij de luchthaven van Deir al-Zour: het laatste bastion van Assad in de oostelijke provincie bij de grens met Irak. De aanslag op de luchthaven was voor de terreurbeweging een stap naar volledige controle over de provincie en de steun van burgers ter plaatse.
Maar het was in Deir al-Zour dat diezelfde maand ook een massagraf met 230 Sheitat-stamleden gevonden werd. De moordpartij zou hebben plaatsgevonden toen de stamleden weigerden hun trouw te beloven aan IS. Begin november had IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi gewaarschuwd dat de stamleden terug mochten keren, als ze niet zouden samenzweren, hun wapens neerlegden en afvalligen verklikten. Alle ‘verraders’ zouden worden gedood, klonk het in het statement van de leider volgens BBC.
Religieuze minderheden
Een kaart die de verschillende religieuze groepen in Irak toont, geeft aan dat de controlegebieden van IS voornamelijk samenvallen met die zones waar vooral soennieten leven.
Tot slot lijkt het er ook op, dat de internationale coalitie vooral daar weer Koerden leven en strijden, winst hebben geboekt: zo bijvoorbeeld met de peshmerga in Sinjar en in het Syrische Kobani.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier