Het grootste mysterie van de oorlog in Oekraïne: wat wil Rusland eigenlijk?
Wat hoopt Rusland eigenlijk te bereiken in Oekraïne? Zelfs na drie maanden bittere strijd zijn de Russische leiders er kennelijk zelf nog niet uit.
Opdracht: Speciale militaire operatie in Oekraïne. Opdrachtgever: Poetin Vladimir Vladimirovitsj, president van de Russische federatie. Doel van de operatie: Hier wordt het ingewikkeld.
Wanneer Vladimir Poetin op 24 februari een ‘speciale militaire operatie’ aankondigt, neemt hij uitgebreid de tijd om die te kaderen. Met nauwelijks verholen woede doet hij zijn beklag over de gang van zaken in de internationale politiek. Hij verwenst de uitbreiding van de NAVO, verwijt het Westen ongehoorde inmenging in de interne aangelegenheden van Joegoslavië, Syrië en Libië. Tegelijk beweert hij dat Europa en Amerika erop uit zijn ‘traditionele waarden’ onderuit te halen. Op die manier zou het Westen, aldus Poetin, het Russische volk ‘van binnenin’ eroderen.
Met een zogenaamde spetsoperatsija wilt Poetin naar eigen zeggen ‘de mensen beschermen die al acht jaar vernedering en genocide ervaren door het Kiev-regime’. Het doel van de operatie, aldus de president, bestaat erin om een ‘demilitarisering’ en een ‘denazificering’ door te voeren in Oekraïne. Wie burgerslachtoffers heeft gemaakt, moet volgens Poetin voor de rechtbank verschijnen. Dmitri Peskov, Poetins woordvoerder, verduidelijkt kort nadien dat Oekraïne idealiter ‘bevrijd moet worden’, en ‘gezuiverd van nazi’s’. Poetin benadrukt wel dat Rusland niet de bedoeling heeft om Oekraïens grondgebied te bezetten of te annexeren.
Toch hebben die vooropgestelde doelen een zekere dubbelzinnigheid. ‘Denazificatie’ en ‘demilitarisering’ zijn geen geijkte termen. Hoe denazificeer je een land met een joodse president zonder rassenwetten, concentratiekampen of nationaalsocialistische symbolen? En wat betekent demilitarisering juist? Wil Rusland de Oekraïense militaire aanwezigheid aan de grens met de Volksrepublieken verwijderen? Of moet het volledige Oekraïense leger vernietigd worden? Dat de burgerbevolking van de zogenaamde Volksrepublieken Donjetsk en Loegansk al acht jaar het slachtoffer is van volkerenmoord, komt eveneens uit het niets. Sinds de Maidanrevolutie van 2014 beweert Rusland te pas en te onpas dat de Oekraïense regering uit nazi’s bestaat. In 2014 verspreidden Russische media (ongegronde) geruchten over Oekraïense wreedheden. Maar het is pas net voor het begin van de oorlog dat Russische officials met het verhaal aandraven over zogezegde nazi’s die al acht jaar een genocide op de Russischtalige bevolking uitvoeren.
Van ‘nieuwe verkiezingen’ naar ‘preventieve actie’
In de drie volgende maanden zullen Russische officials maar liefst dertien verschillende doelstellingen geven voor de ‘speciale militaire operatie’ in Oekraïne. Het ambitieniveau van de spetsoperatsija wordt voortdurend bijgesteld en herschreven. Op zich is het niet vreemd dat doelstellingen tijdens militaire interventies veranderen. Toen een coalitie van NAVO-landen in 2011 intervenieerde in Libië had die aanvankelijk ook tot doel om een genocide te voorkomen. Maar zodra dat gelukt was, maakte de coalitie wat graag gebruik van de mogelijkheid om Muammar Khaddafi af te zetten.
Toch is er iets bijzonders aan de manier waarop Rusland over zijn doelstellingen in Oekraïne praat. Verschillende einddoelen spreken elkaar regelrecht tegen. Ook de verschillende ministeries lijken uiterst verschillende doelen naar voren te schuiven. Het geeft minstens de indruk dat de doelen van de ‘speciale militaire operatie’ vooraf niet doorgesproken zijn met de rest van het staatsapparaat. ‘Het is enorm verwarrend om de communicatie vanuit de Russische overheid te volgen’, beaamt Ria Laenen, professor Russische en Euraziatische politiek aan de KU Leuven. ‘Hun statements schieten alle richtingen uit. Je kunt in die hele communicatie geen lijn trekken.’
De onduidelijkheid is er al van in het begin. Nauwelijks een dag na Poetins eerste aankondiging blijkt het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken een lichtjes andere interpretatie te hebben van de Russische intenties. Wanneer buitenlandminister Sergej Lavrov de vraag krijgt wat die denazificatie en demilitarisering dan wel moeten betekenen, formuleert hij opmerkelijk genoeg een nieuw doel. ‘President Poetin heeft besloten een speciale militaire operatie te starten zodat (…) Oekraïners, bevrijd van de verdrukking, zelf in vrijheid hun toekomst kunnen kiezen.’ Met die formulering suggereert Lavrov dat Rusland erop uit is om de Oekraïense regering ten val te brengen en nadien verkiezingen te organiseren. Het Russische regime beschouwt de Maidanrevolutie immers als een staatsgreep aangestuurd door buitenlandse krachten, die de Oekraïners wil knechten en opzetten tegen Rusland. Maar tegelijk lijkt Lavrov te beloven dat Rusland niet van plan is om extra Oekraïens grondgebied te annexeren.
Algauw blijkt het met de Russische krijgsverrichtingen niet bijster goed te lopen. Ondanks de Russische verwachtingen wordt Oekraïne niet in enkele dagen tijd onder de voet gelopen. De poging om met een snelle opmars naar Kiev de Oekraïense regering uit te schakelen, wordt nipt verijdeld. Al snel voelen Russische officials de noodzaak om hun doelen bij te stellen. Wanneer de Russische minister van Defensie Sergej Sjojgoe op 1 maart een briefing geeft over de krijgsverrichtingen, benadrukt hij dat de operatie vooral dient om ‘de Russische federatie te vrijwaren van de oorlogsdreiging vanuit de landen van het Westen’. Waar voorheen enthousiast over de demilitarisering, denazificatie en bevrijding van het Oekraïense volk werd gesproken, heet de ‘speciale operatie’ plots een preventieve actie.
Dat net defensieminister Sjojgoe het geweer van schouder verandert, mag niet verbazen. Sjojgoe staat bekend om zijn politieke handigheid, en het – in autoritaire regimes uiterst waardevolle – vermogen om de schuld voor persoonlijk falen elders te projecteren. Ook de Russische diplomatie blijkt de aanvankelijk triomfantelijke communicatie achterwege te laten. Buitenlandminister Lavrov zegt op 3 maart dat de operatie dient om ‘oorlog op Oekraïens grondgebied te voorkomen’.
Marija Zacharova, de immer strijdvaardige woordvoerster van het Russisch ministerie van Buitenlandse Zaken, beweert op 9 maart dan weer dat Rusland nooit van plan was om Oekraïne te bezetten of om de Oekraïense staat te vernietigen. Rusland is er volgens haar alleen op uit om de bevolking van de Volksrepublieken te beschermen. Van ‘bevrijding’ is dan allang geen sprake meer. Zelfs Vladimir Poetin beweert halverwege maart al dat het nooit de bedoeling is geweest om Kiev aan te vallen, en dat Rusland enkel de bevolking van de zogenaamde Volksrepublieken hoopt te beschermen.
Ria Laenen ziet in die verwarrende communicatie in eerste instantie een manier om draagvlak te creëren bij de eigen bevolking. ‘Als je maar genoeg verschillende doelstellingen formuleert, vindt iedereen op de duur wel een reden om de oorlog te steunen. Het is ook een manier om succes te kunnen claimen. Als je veel doelen formuleert, kun je achteraf altijd beweren dat je minstens een van die doelstellingen hebt behaald.’
Van bezetting naar neutraliteit
Eind maart blijkt dat het Russische plan om op drie fronten tegelijk aan te vallen tot mislukken is gedoemd. Op 25 maart meldt generaal Sergej Roedskoj, de chef operaties van de generale staf van het Russisch leger, dat het eerste deel van de operatie vervuld is. En uiteraard heeft het leger, aldus Roedskoj, zijn doelen vervuld. Want het was volgens hem altijd al de bedoeling om het Oekraïense leger dusdanig te verzwakken, dat het de bevolking in Donjetsk en Loegansk niet meer kan bedreigen. Opmerkelijk genoeg vermeldt Roedskoj ook de bezetting van de regio Cherson als een behaalde doelstelling. Dat is opvallend: tot op dat moment heeft geen enkele Russische official ooit officieel aangekondigd dat het de bedoeling was om Oekraïens grondgebied langdurig te bezetten.
Roedskoj kondigt bovendien aan dat het Russisch leger zijn aandacht zal verleggen naar de Donbas. Die keuze lijkt ingegeven uit noodzaak: het Russisch leger heeft zich hopeloos vastgereden in de streek rond Kiev. Maar hij stelt de terugtrekking voor als onderdeel van het grote plan. Het Russische leger was altijd al van plan om de volledige Donbas te bevrijden. De Volksrepublieken Donjetsk en Loegansk die in 2014 ontstonden, beslaan slechts een derde van de totale Donbasregio. Volgens de haastig in elkaar getimmerde grondwetten van de pseudostaatjes claimen zij de oude grenzen die ze als regio in Oekraïne hadden. Op 3 april bevestigt ook Poetins woordvoerder Dmitri Peskov dat het vrijwaren van het territorium van de Volksrepublieken in Donjetsk en Loegansk ‘een van de voornaamste doelen van de speciale operatie’ is.
Maar ook die doelen blijken al gauw te ambitieus. Het is dan al duidelijk dat het niet goed gaat met de Russische inval. Eind maart trekt het Russische leger zich noodgedwongen terug uit de regio rond Kiev en Tsjernihiv. De terugtrekking wordt voorgesteld als een de-escalatie om de onderhandelingen in Istanboel een kans te geven. Aleksandr Fomin, Russisch viceminister van Defensie, geeft op 29 maart aan dat Oekraïne bereid is te praten over ‘neutraliteit’ en een niet-nucleaire status. Een duidelijk succes voor Rusland, vindt Fomin. Want het was altijd al een doel om Oekraïne tot neutraliteit te dwingen. Het is opmerkelijk genoeg de eerste keer dat een Russische official de neutraliteit van Oekraïne – het afzien van NAVO-lidmaatschap – als een Russische doelstelling formuleert.
Van ‘desatanisatie’ naar nieuwe volksrepublieken
Gaandeweg wordt het formuleren van doelstellingen onder overheidsfunctionarissen een politieke oefening. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is het Russische politieke systeem relatief gedecentraliseerd. Er is doorgaans geen absolute, duidelijke hiërarchische lijn die uitgezet wordt. Politieke actoren in Rusland gaan in zekere zin te werk als entrepreneurs, die door hun ijver en loyaliteit tentoon te spreiden hopen om het oor van de president te krijgen.
In tegenstelling tot de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken begint Ramzan Kadyrov, de gezette leider van Tsjetsjenië die beweert zelf in Oekraïne gevochten te hebben, net ambitieuzere doelen te formuleren. Terwijl Rusland en Oekraïne onderhandelen in Istanboel roept Kadyrov eind maart op om Volodymyr Zelensky af te zetten, de regio’s Loegansk en Donjetsk te bevrijden en vervolgens naar Kiev trekken om daar ‘orde te stichten’. In plaats van denazificatie spreekt Kadyrov over ‘desatanisatie’, alsof Oekraïners door de duivel zelf bezeten zijn. De ijver van de Tsjetsjenen om hun trouw aan Moskou te tonen neemt helemaal absurde vormen aan wanneer Adem Delimchanov, Doemalid en naaste bondgenoot van Kadyrov die met een Tsjetsjeens legeronderdeel meereist, op 22 april aankondigt dat ‘de speciale operatie om Marioepol te vernietigen en uit de weg te ruimen’ volbracht is. ‘De orders van president Vladimir Poetin zijn uitgevoerd’, meldt Delimchanov op zijn persoonlijke Telegramkanaal.
En ook vanuit militaire kringen wordt druk gezet. Op 15 april spreekt Roestam Minnekajev op een bijeenkomst van de Russische defensie-industrie in Jekatarinboerg. Minnekajev is de tweede in rang in het Centrale militaire district, een van de vijf Russische militaire districten. Op die bijeenkomst kondigt Minnekajev aan dat het Russisch leger de taak gekregen heeft om de Donbas én Zuid-Oekraïne volledig onder controle te krijgen. Minnekajev is de eerste Russische official die erkent dat Rusland een ‘landbrug’ hoopt in handen te krijgen die de Krim met Russisch grondgebied verbindt. Volgens Minnekajev is die landbrug nodig om de doorsteek te maken naar de Moldavische regio Transnistrië, omdat de Russische bevolking ook daar verdrukt wordt. Het is onduidelijk of Minnekajevs woorden politiek gedekt worden. Het Kremlin weigert Minnekajevs uitspraken te bevestigen of te ontkennen, onder het mom dat de ‘speciale militaire operatie’ geleid wordt vanuit het Ministerie van Defensie.
Diezelfde dag geeft Vladimir Sjamanov, de voorzitter van het Defensiecomité in het Russische parlement, een interview aan het weekblad Argoementi i Fakty. In dat interview vertelt hij dat het leger nu de opdracht heeft gekregen om ‘het vreedzame burgerlijke zelfbestuur’ te handhaven. Dat is een term die ook gebruikt wordt voor de zogenaamde Volksrepublieken in Oost-Oekraïne, die min of meer als Russische marionettenstaatjes functioneren. Het voedt de vermoedens dat Rusland erop uit is om in recent veroverde gebieden zoals Cherson een ‘volksrepubliek’ op te richten. Ook Sjamanov stelt de operatie voor als een middel om een échte oorlog te vermijden: ‘Als we deze kwestie met Oekraïne nu niet oplossen, zullen toekomstige generaties Russische soldaten en officieren hiernaar moeten terugkeren.’
Doelbewuste dubbelzinnigheid
Het is na drie maanden nog altijd niet duidelijk of Rusland überhaupt een einddoel in Oekraïne heeft. Er lijkt ondertussen wel een neiging te zijn ontstaan om de verwachtingen te temperen en de impact van de economische sancties aan de kant te schuiven. Zo lijkt het idee dat de inval een regimeverandering teweeg zal brengen voorlopig opgegeven. In een interview met het Italiaanse Mediaset benadrukt Lavrov op 1 mei dat Zelensky – die volgens diezelfde Lavrov twee maanden eerder nog afgezet en gedenazificeerd moest worden – absoluut als president moet aanblijven, zodat hij ‘het bevel kan geven om de vijandigheden te staken en de bevolking met rust te laten’. Rusland wil volgens Lavrov alleen de bevolking van Oost-Oekraïne ‘behoeden voor nazificatie’.
Steeds vaker wordt de oorlog in Oekraïne voorgesteld als iets onontkoombaars. In februari stelde Poetin zijn beslissing om tot de aanval over te gaan nog voor als een daad van morele superioriteit die in essentie vrijwillig was. In zijn speech op Overwinningsdag, de feestdag op 9 mei wanneer Rusland de overwinning op nazi-Duitsland herdenkt, presenteert hij de speciale militaire operatie als een noodzaak. Het leger vecht in de Donbas ‘voor de veiligheid van het Moederland’. Volgens Poetin was de NAVO van plan om ‘een invasie van onze historische landen, inclusief de Krim’ te beginnen, en zou Kiev plannen hebben gesmeed om nucleaire wapens te verwerven. ‘Rusland’, aldus Poetin, ‘heeft een preventieve aanval uitgevoerd.’
Ook Sergej Lavrov stelt de oorlog ondertussen niet meer voor als een keuze die Rusland vrijwillig maakte. Op 26 mei vertelde hij aan de Arabischtalige versie van RT dat het Oekraïense leger van plan was om op 8 maart een grootschalig offensief tegen de Volksrepublieken te starten. ‘Vladimir (sic) Zelensky wilde spuwen op de internationale verplichtingen en de Oekraïense grondwet, die de rechten garandeert van de Russischtalige bevolking.’ Ook bij zijn passage op de Franse zender TF1 van 30 mei noemde Lavrov de ‘bevrijding van de Donbas’ een ‘onvoorwaardelijke prioriteit’. Hij schetste de Russische acties als een reactie op de pogingen van Kiev om de positie van de Russische taal te verzwakken. ‘Wat zou Frankrijk doen als België het Frans verbood?’ vroeg Lavrov zijn gesprekspartner.
Laenen ziet in die voortdurende dubbelzinnigheid over de eigen doelstellingen een doelbewuste strategie. ‘Het Kremlin ervaart die onduidelijkheid niet als een probleem. Er is de voorbije drie maanden nooit enige poging ondernomen om de boodschap te stroomlijnen. Dat doet mij besluiten dat die ambiguïteit deel uitmaakt van de Russische strategie.’ Die onduidelijkheid maakt het moeilijker om de Russische intenties te peilen. ‘Het zorgt ervoor dat westerse landen twijfelen over hun reactie’, vervolgt Laenen. ‘Door te suggereren dat de dreiging niet alleen uit Oekraïne, maar ook uit het Westen komt, geloven sommige Europese leiders kennelijk echt dat dit conflict over de NAVO gaat. Doordat we niet weten wat Rusland echt wil, creëert het de vrees dat dit conflict tot buiten Oekraïne kan uitdijen en dat Poetin bereid zou zijn om nucleaire wapens in te zetten. Rusland beseft dat alles wat het zegt van a tot z wordt geanalyseerd in de westerse media. Het is een manier om twijfel te zaaien.’ Ook voor Oekraïne zorgt die dubbelzinnige communicatie voor wezenlijke problemen. Want het is onduidelijk waarover de Oekraïense regering – als ze dat al zou willen – kan onderhandelen.
Wat zowat alle vooropgestelde Russische doelstellingen lijken te delen, is een totale mismatch tussen middel en doel. Als Rusland, zoals Poetin voor de oorlog beweerde, wilde praten over een nieuwe veiligheidsarchitectuur in Europa, dan is een oorlog beginnen zowat de meest contraproductieve actie denkbaar. Als Rusland werkelijk bekommerd zou zijn om de denazificatie van zijn broedervolk, zou het logischer zijn om geen nazipraktijken op de Oekraïense bevolking toe te passen. En als Rusland oprecht de intentie had om de Russische taal en Russischsprekende bevolking van Oekraïne te vrijwaren, is de totale verwoesting van de steden waar de meeste Russischtalige Oekraïners wonen niet echt de aangewezen manier om die doelen te behalen.
Na drie maanden oorlog is dat misschien nog de bitterst mogelijke conclusie: zelfs Vladimir Poetin lijkt niet te kunnen uitleggen waarvoor dit allemaal nodig is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier