Het ene prijsplafond is het andere niet: ‘We hebben een kolossale fout gemaakt’
Zowel op nationaal als op Europees niveau wordt er duchtig slag geleverd over een prijsplafond. Intussen circuleren er zoveel suggesties dat er ook onder politici verwarring bestaat. De Europese Commissie krijgt de wind van voren.
‘Het debat over het prijsplafond is verwarrend omdat men over meerdere versies spreekt. Het gaat niet zomaar om een eenvoudig wel-of-niet-debat.’ Voor het begin van de informele vergadering van de energieministers dinsdag in Praag gooide Duits staatssecretaris voor Klimaat Sven Giegold de knuppel in het hoenderhok. De ene lidstaat doet dit, de andere wil dat – maar allemaal noemen ze het een prijsplafond. En dat terwijl de verschillende invullingen voor heel wat spanningen zorgen op het Europese strijdtoneel.
Overwinst
Nog voor het begin van de grootschalige Russische invasie in Oekraïne op 24 februari gingen de gas- en elektriciteitsprijzen in Europa al aanzienlijk omhoog. In Frankrijk greep de regering vrijwel meteen in. Al in de zomer van 2021 kondigde toenmalig premier Jean Castex aan dat de gereguleerde gasprijs er in 2022 niet meer dan vier procent zou stijgen. Met andere woorden, de prijs werd min of meer bevroren voor de consument. Voor de consument betekent dat in de praktijk een prijsplafond – de maatregel zorgt ervoor dat de inflatie in Frankrijk beduidend lager ligt dan elders in Europa. Maar dat komt met een prijs. Op een klein jaar tijd heeft de zogenaamde bouclier tarifaire de Franse overheid maar liefst 24 miljard euro gekost. Desalniettemin is de Franse regering van plan om het systeem ook in 2023 te gebruiken.
Daarnaast wordt er al een tijdlang op zowel Europees als nationaal niveau nagedacht over overwinstbelastingen – wat in het Europese jargon een ‘plafond op de marktinkomsten van inframarginalen’ wordt genoemd. Het systeem, dat ook in België wordt onderzocht, is een erg populaire ingreep omdat ze de werking van de energiemarkt nauwelijks tot niet verstoort. Een recente inschatting van het Centre for European Policy Studies meent dat een overwinstbelasting in de Unie tot maar liefst 100 miljard euro kan opleveren. Gloednieuw is het idee alvast niet. Op 8 maart al kwam de Europese Commissie met een richtinggevend kader voor de lidstaten om de uitzonderlijke profijten af te romen. Het staat de Europese landen met andere woorden vrij om overwinstbelastingen een eigen invulling te geven.
Dit komt allemaal zo laat. We hebben zeven maanden Poetin gefinancierd, onze begrotingen geraken uitgeput, we stevenen af op een recessie.
Mario Draghi
Afscheidnemend Italiaans premier
En dat gebeurt ook. Bij een eerder traditionele overwinstbelasting krijgt de consument de volledige rekening in de bus. De buitensporig geachte winsten van de energiebedrijven worden pas nadien door de overheid afgeroomd, die zulke middelen onder meer kan aanwenden om de klap achteraf te verzachten. Voordeel is dat het systeem aanspoort om minder te verbruiken, nadeel is dan weer dat mensen die het niet al te breed hebben de rekeningen toch moeten betalen. Maar een overwinstbelasting kan ook bij ‘de bron’ ingrijpen, namelijk voor of tijdens de verkoop van de geproduceerde elektriciteit en dus nog voor mensen hun factuur in de bus krijgen – wat een prijsplafond betekent voor de consument. Nadeel is evenwel dat die consument nauwelijks wordt geprikkeld om op energie te besparen.
En dan is er nog het zogenaamde ‘Iberische prijsplafond’ zoals voorzitter van de Europees Commissie Ursula von der Leyen recent voorstelde. Zij kwam met een plafond op de prijs van gas dat wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken. Maar in onder meer België, Duitsland en Nederland bestaat er voor die aanzet weinig appetijt. Recent uitten die twee laatste landen over de aanzet van Von der Leyen nog hun bezwaar in een gezamenlijk document dat aan de andere lidstaten werd bezorgd.
Prijsplafond
Dan is er nog een prijsplafond dat ingrijpt op het moment van de invoer. En ook dat systeem kent vele versies. Recent stelde de Europese Commissie voor om enkel op Russisch gas een plafond te plaatsen. Dat moet vooral als een sanctie tegen het Rusland van president Vladimir Poetin dienen. Maar aangezien Rusland al meer dan vier vijfde van zijn leveringen naar de Europese Unie heeft teruggeschroefd, zou de impact ervan op de prijzen al bij al beperkt blijven. Vraag is ook of die stap Moskou er niet toe zal nopen om de gaskraan nog verder of zelfs helemaal dicht te draaien. Vanuit die optiek kreeg het voorstel heel wat kritiek en is het intussen naar de achtergrond verdwenen.
Onder meer Italië stelde daarop een plafond voor op alle fysieke én financiële transacties die plaatsvinden op de Europese gasplatformen. Bedoeling is dat het verschil tussen de twee aan de bedrijven wordt terugbetaald – al is de vraag tot op heden nog steeds of dat met een Europese pot moet of dat de lidstaten ervoor moeten opdraaien. Risico is volgens de Brusselse denktank Bruegel ook dat zulke transacties waarschijnlijk naar de duurdere spotmarkt zullen verhuizen én dat de vraag significant zal toenemen terwijl het aanbod het afgelopen jaar door de oorlog gevoelig is gedaald. Het is bovendien niet ondenkbaar dat er in reactie op zo’n algemeen plafond andere landen LNG-import (vloeibaar gas, nvdr.) zullen subsidiëren, waardoor er ook daar meer zal worden verbruikt, met duurdere prijzen tot gevolg.
Gezien de vele voor- en nadelen blijven de nieuwe voorstellen als paddenstoelen uit de grond schieten. Zo pleit België intussen voor een meer verfijnd prijsplafond dan dat energieminister Tinne Van der Straeten (Groen) al sinds de spoedvergadering met haar nationale collega’s op 27 februari voorstelde. De regering-De Croo wil namelijk een vast plafond voor Russisch gas, onderhandelde afspraken met partnerlanden en wil een dynamische corridor voor vloeibaar gas. Grootste bezwaar is ook hier de vrees voor bevoorradingszekerheid. Bovendien stelt zich de politieke vraag met welke middelen het verschil tussen het plafond en de internationale prijzen moet worden goedgemaakt – Europese of nationale middelen.
Kritiek
Woensdag stuurde België, samen met onder meer Polen, Nederland, Italië en Griekenland, opnieuw een verzoek met suggesties naar de Europese Commissie. Daarin lijken de auteurs te beseffen dat het door onder andere België voorgestelde prijsplafond nog geen fait accompli is. ‘De meningen over deze piste lopen uiteen. De vraag leeft of een dergelijke maatregel mogelijk en economisch efficiënt is’, klinkt het. Volgende week komen de staatshoofden en regeringsleiders opnieuw samen over de kwestie. Of er een prijsplafond uit de bus komt en – vooral – hoe dat er moet uitzien, blijft afwachten.
Intussen groeit de kritiek op de Europese Commissie met rasse schreden. Afscheidnemend Italiaans premier Mario Draghi wierp Von der Leyen voor de voeten dat ze treuzelde. ‘Dit komt allemaal zo laat. We hebben zeven maanden Poetin gefinancierd, onze begrotingen geraken uitgeput, we stevenen af op een recessie. Door zo lang te wachten hebben we een kolossale fout gemaakt’, aldus Draghi. Ook Pools premier Matteusz Morawiecki is misnoegd: ‘Maakt de Europese Commissievoorzitter deel uit van de Duitse regering?’, klonk het. Tegen 18 oktober komt de Commissie alvast met nieuwe voorstellen. Afwachten of België en co. die recepten wel lusten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier