Heeft Poetin ons in zijn greep? Waarom we van het gas af moeten
Na jaren van lage prijzen kreunen Europese bedrijven onder de stijgende gasprijzen en dreigen er in de winter tekorten te ontstaan. Zijn Europese landen geknecht door het Russische gas, of is de Europese Unie het slachtoffer van haar eigen marktmodel?
Voert Vladimir Poetin oorlog tegen Kerstmis? Afgelopen week bracht Ranjit Boparan, de ceo van het Britse voedingsbedrijf 2 Sisters Food Group, de onheilspellende boodschap dat de traditionele Britse kerstmaaltijd in groot gevaar is. Door de stijgingen van de gasprijzen is er een nijpend tekort aan koolstofdioxide, waardoor de grootste kalkoenproducent van het Verenigd Koninkrijk vreest te weinig dieren te kunnen vergassen. Samen met het personeelstekort veroorzaakt door de brexit dreigt daardoor een tekort aan kerstkalkoenen, aldus Boparan. Soms, heel soms, voelen we de gevolgen van de geopolitiek letterlijk in onze maag.
De aardgasprijzen zijn al een hele tijd fors aan het stijgen. Voor 1 miljoen BTU – de standaardhoeveelheid op basis waarvan de gasprijs bepaald wordt – betaal je in Europa sinds eind augustus meer dan vijftien dollar. Het is van januari 2009 geleden dat de Europese aardgasprijs nog zo hoog lag. De hoge prijzen dwingen nu al verschillende chemiebedrijven om de productie tijdelijk terug te schroeven. Meerdere Europese landen wijzen met de beschuldigende vinger naar Rusland, als grootste gasleverancier.
De prijsstijging wordt veroorzaakt door een samenloop van omstandigheden. In eerste instantie is het een kwestie van vraag en aanbod. Nu steeds meer economieën na de coronapandemie opnieuw op gang komen, stijgt de wereldwijde vraag naar aardgas. Vooral de vraag in China drijft de prijzen omhoog. Tegelijkertijd is het aanbod gedaald. Door de pandemie is het voorbije jaar minder aardgas geproduceerd. Rusland en Noorwegen, die samen bijna drie vierde van het aardgas voor Europa leveren, hebben door technische problemen minder aardgas gewonnen. In juli werd de belangrijke Jamalpijpleiding, die aardgas vanuit West-Siberië naar Duitsland voert, gedurende vier dagen stilgelegd. Al die factoren zorgen ervoor dat de strategische reserves in Europa, die doorgaans in de lente en de zomer worden aangevuld, momenteel op een lager niveau staan. ‘Die kleinere reserves kunnen ernstige gevolgen hebben’, zegt David Criekemans, professor internationale politiek aan de Universiteit Antwerpen. ‘Het kan de komende maanden maar beter niet te koud worden.’
De huidige energieprijzen zijn ook het gevolg van het Europese energiebeleid. De keuze voor meer kortermijncontracten breekt Europa nu zuur op.
Schaliegas
Het dient gezegd dat de aardgasprijzen de voorbije jaren uitzonderlijk laag waren. Dat komt door het grote aanbod, dat sinds de nasleep van de economische crisis van 2008 de prijzen drukt. Dat grotere aanbod kwam er vooral door de schaliegasrevolutie in de Verenigde Staten. Door die technologische innovatie, waarbij in Amerika op grote schaal gas werd gewonnen uit schaliegesteente, ontstond een overaanbod op de gasmarkt, waardoor de prijzen wereldwijd stevig daalden.Door de massale schaliegasontginningen werd Amerika plotseling een heuse exporteur op de wereldmarkt, en werd het in enkele jaren tijd vrijwel onafhankelijk van olie en gas uit het Midden-Oosten. Tegelijk kwamen er technologische evoluties waardoor ook vloeibaar aardgas (Liquified Natural Gas, LNG) kon concurreren met het aardgas dat per pijpleiding getransporteerd werd. Vandaag kunnen zelfs Australische bedrijven tot in Europa exporteren.
Op lange termijn moet aardgas, zoals het gros van de fossiele energiebronnen, uit het energieaanbod verdwijnen. Tegen 2030 moet de import van aardgas al met 13 à 19 procent dalen. Maar naarmate steenkool en olie worden uitgefaseerd, zal aardgas waarschijnlijk langer meegaan, bijvoorbeeld als brandstof voor gascentrales. Dat maakt dat de vraag naar aardgas wereldwijd toeneemt. Het Internationaal Energieagentschap (IEA) schat dat de vraag naar energie in Europa dit jaar met 2,5 procent zal toenemen. 85 procent van het gas dat in de Europese Unie wordt verbruikt, is afkomstig van buiten de EU. Die afhankelijkheid neemt toe door de brexit, omdat het Verenigd Koninkrijk binnen de EU de grootste producent van aardgas was. De Europese aardgasproductie zal de komende jaren bovendien afnemen, omdat Nederland besloten heeft om in 2022 met gaswinning te stoppen. Tot voor kort kwam ongeveer 75 procent van de Nederlandse aardgasconsumptie uit Groningen.
Het gros van het in Europa verbruikte aardgas komt uit Rusland, Noorwegen en Algerije. In 2020 was 48 procent van de totale aardgasimport in de Europese Unie afkomstig uit Rusland. Dat betekent niet dat Rusland overal even belangrijk is, want tussen de EU-landen bestaan aanzienlijke verschillen. Met uitzondering van Hongarije hebben de meeste Oost- Europese landen hun aardgasconsumptie de voorbije decennia afgebouwd om minder afhankelijk te zijn van de grillen van het Kremlin. In de mediterrane landen is de gasconsumptie dan weer gestegen, al importeren zij hun aardgas voornamelijk uit Noord-Afrika. België is indirect afhankelijk van Russisch gas: ons land importeert zijn gas grotendeels uit Nederland en Noorwegen, maar Nederland moet dat gas door zijn eigen terugvallende productie wel eerst importeren vanuit Rusland. In 2020 haalden we 29 procent van onze primaire energieconsumptie uit aardgas. Het belang van aardgas dreigt wel toe te nemen als België zijn kernreactoren zou vervangen door gascentrales.
Gazprom
In Rusland heeft het overheidsbedrijf Gazprom het monopolie op de export van gas per pijpleiding. Gazprom was niet toevallig een van de eerste bedrijven die Vladimir Poetin na zijn aantreden in 2000 onder zijn controle bracht. Gaandeweg vulde hij de bestuurlijke niveaus met vertrouwelingen uit zijn jaren bij de KGB en de administratie van Sint-Petersburg. Gazprom wordt al twintig jaar geleid door Aleksej Miller, een van Poetins trouwste medestanders. Sinds 2018 staat Miller op een Amerikaanse sanctielijst, waardoor Amerikaanse bedrijven geen zaken met hem mogen doen. Gazprom is het grootste bedrijf van Rusland en heeft een enorme invloed op het Russische buitenlandbeleid. De beslissing om in te grijpen in Venezuela en president Nicolas Maduro te ondersteunen, kwam er onder invloed van Gazprom, dat in de zieltogende Venezolaanse energiesector een unieke businessopportuniteit zag.
De afhankelijkheid van Russisch gas heeft een lange geschiedenis in Europa. Lange tijd werd de afname van gas en olie gezien als een manier om betere banden te smeden. Toen Willy Brandt in 1970 zijn Neue Ostpolitik afkondigde, was een van zijn eerste stappen een handelsakkoord waarbij Duits staal verhandeld zou worden in ruil voor Sovjetgas. Dat deed Brandt in de eerste plaats uit welbegrepen Duits eigenbelang, maar tegelijk gebruikte hij het akkoord om Moskou tot een terughoudender buitenlandbeleid aan te manen. Toen de Sovjet-Unie uiteenviel en Oost-Duitsland weer herenigd werd met het Westen, werd de gashandel een instrument om toenadering te zoeken tot Rusland. Maar toen de relaties tussen Rusland en het Westen in de jaren 2000 verzuurden, bleek algauw dat die afhankelijkheid van Russisch gas de nodige problemen met zich meebracht.
In 2006 werd een eerste keer duidelijk wat voor hefboom Rusland in handen had. Tijdens een eerste hooglopend prijzendispuut met Oekraïne besloot Gazprom op 1 januari 2006 om de druk op de Bratstvo-pijpleiding stelselmatig te verlagen, zodat Oekraïne minder aardgas binnenkreeg. Na drie dagen tekende Oekraïne een nieuw akkoord waarbij het een hogere prijs aanvaardde. In 2009 legde Rusland de gasleveringen gedurende drie weken stil, waardoor grote delen van de Balkanlanden tijdens een forse winterprik zonder elektriciteit en verwarming kwamen te zitten. En ook toen Rusland in 2014 wederrechtelijk de Krim annexeerde, zette Moskou de gaskraan in als wapen om het nieuwe Oekraïense regime onder druk te zetten.
Spotmarkten
Ook bij de huidige gasprijsstijgingen spelen ongetwijfeld geopolitieke overwegingen. Zo gaf Rusland voorrang aan gasleveringen aan Turkije en Zuidoost- Azië. Dat is niet onlogisch, omdat de gasprijzen in Azië door de grote vraag bijna voortdurend hoger liggen dan in Europa. Maar er spelen ook geopolitieke motieven, vermoedt Thijs Van de Graaf, professor internationale energiepolitiek aan de Universiteit Gent. ‘Door geen voorrang aan Europa te geven, zet Rusland Duitsland onder druk om de Nord Stream 2-pijpleiding in gebruik te nemen. Die is onlangs afgerond, maar kan niet gebruikt worden zonder toestemming van, de Duitse energieregulator. Door minder gas te leveren, hoopt Rusland Duitsland onder druk te zetten om die goedkeuring te versnellen.’
Maar tegelijk zijn de huidige energieprijzen ook het gevolg van het Europese energiebeleid. Tot voor kort werd op de gasmarkt vooral met langetermijncontracten gewerkt, waarbij producent en afnemer voor een periode van soms wel tientallen jaren een vaste prijs afspreken. Die waren vooral interessant voor de leveranciers, die op die manier zekerheid hadden dat ze hun investeringen konden terugverdienen. De gasprijs werd vóór 2010 bovendien gekoppeld aan de olieprijs, waardoor bij stijgende olieprijzen ook de prijs van aardgas geïndexeerd werd.
Onder impuls van de Europese Commissie werd het voorbije decennium ook steeds meer gewerkt met zogenaamde spotmarkten. Van de Graaf vergelijkt het fenomeen met een soort digitale beursvloer, waarbij tankers met vloeibaar aardgas verhandeld worden. ‘Het gebeurt vaak dat zo’n LNG-tanker onderweg moet omkeren omdat het gas plotseling aan een bedrijf op een ander continent is verkocht’, vertelt Van de Graaf. ‘Die spotmarkten doen het aantal mogelijke leveranciers toenemen, waardoor er meer concurrentie ontstaat en er meer keuze is om van leverancier te veranderen.’
Die keuze voor meer kortermijncontracten breekt Europa nu zuur op, zegt Coby Van der Linde, directeur van het Clingendael International Energy Programme. ‘De strategie om op spotmarkten in te zetten werkt heel goed zolang de gasprijzen laag staan en kopers de leveranciers tegen elkaar kunnen uitspelen. Maar als de gasprijzen wereldwijd hoog zijn, ben je als koper in het nadeel. Toen er nog voornamelijk met langetermijncontracten gewerkt werd, speelden die stijgende prijzen minder een rol, omdat de prijsformule toch vastlag via de indexatie met de olieprijs.’
Die spotmarkten zijn niet populair bij grote exportlanden als Rusland. Dat is niet onlogisch: Europa wordt door Rusland voornamelijk per pijpleiding bevoorraad, en wil graag zekerheid over de verkoopprijs, omdat het voor miljarden in zijn infrastructuur investeert. Van der Linde benadrukt dat Rusland wettelijk gezien niets fouts doet en Gazprom zijn langetermijncontracten voorbeeldig naleeft. ‘Het staat de producent vrij om zijn afnemers te kiezen’, aldus Van der Linde. ‘Het is absurd om nu te eisen dat Rusland de export opvoert om de prijzen te drukken. De EU wil immers niet dat Gazprom de prijzen manipuleert. Toen de gasprijzen de voorbije jaren enorm laag stonden, vroeg geen enkele Europeaan zich af hoe Rusland zich daarmee redde. Nu de situatie in ons nadeel is, verwachten we dat kennelijk wel. Je kunt je afvragen of de voorzieningszekerheid wel goed genoeg is gewaarborgd in het Europese marktmodel.’
Door geen voorrang aan Europa te geven, zet Rusland Duitsland onder druk om de Nord Stream 2- pijpleiding in gebruik te nemen.
Thijs Van de Graaf, professor internationale energiepolitiek, UGent
Onnozele belofte
Nu de constructie van de tweede Nord Stream-pijpleiding afgelopen zomer werd afgerond, beschikt Gazprom over een tweede kanaal om aardgas rechtstreeks naar Duitsland te transporteren. In theorie zou het daardoor de oude pijpleiding met Oekraïne grotendeels links kunnen laten liggen, wat Kiev gevoelig zou verzwakken. Donald Trump deed er als Amerikaanse president alles aan om de nieuwe pijpleiding te dwarsbomen. Gesteund door zowel Republikeinen als Democraten in het Congres vaardigde hij sancties uit tegen bedrijven die meewerkten aan de aanleg van Nord Stream 2. Toen de pijpleiding ondanks die sancties toch voltooid werd, sloot de regering-Biden snel een deal waarbij Rusland moest garanderen dat het tot 2024 nog via Oekraïne zou blijven exporteren.. Rusland moest ook de redelijk onnozele belofte doen dat het zijn aardgas niet als geopolitiek wapen zou inzetten.
Dat Rusland zijn aardgas na 2024 niet meer door Oekraïne hoeft te sluizen, betekent niet dat het Kiev helemaal zonder aardgas kan zetten. ‘Het geeft Rusland zeker een hefboom’, aldus Van de Graaf. ‘Als Rusland geen gas meer door Oekraïne zal sturen, verliest dat land belangrijke inkomsten omdat de transitkosten wegvallen. Maar het is niet zo dat Rusland Oekraïne droog kan leggen. De voorbije jaren zijn de pijpleidingen tussen Oekraïne en de rest van Europa zo ontworpen dat ze in beide richtingen werken, zodat Oekraïne vanuit Europa bevoorraad kan worden.’ Coby Van der Linde benadrukt dat Europa ook in het Nord Streamdossier andere keuzes had kunnen maken. ‘Voor de Russen is een pijpleiding door Oekraïne een risico. Als er onderweg iets misloopt, draaien zij als leverancier op voor de kosten. Voor Rusland is het dus interessanter om een pijplijn door zee te bouwen, want dan ben je niet afhankelijk van andere landen. De EU had perfect kunnen voorstellen om dat routerisico te delen, maar dat hebben we nooit willen doen. Dan moeten we achteraf niet klagen dat zo’n nieuwe pijpleiding onze positie verzwakt.’
De Noordpool
Lange tijd was Rusland net zo afhankelijk van de EU-landen als omgekeerd. Rusland is voor een aanzienlijk deel van zijn bnp afhankelijk van de olie- en gassector, en heeft de voorbije decennia miljarden geïnvesteerd in zijn infrastructuur. Sinds Amerika en de Europese Unie na de annexatie van de Krim sancties uitvaardigden tegen de Russische economie, heeft Rusland er alles aan gedaan om zijn export te diversifiëren. Op 24 mei 2014 sloot het een veelbesproken gasdeal met China, waarbij het de komende dertig jaar tegen uiterst lage prijzen gas aan China zal leveren. Bovendien anticipeert Rusland gretig op de klimaatverandering, waardoor ook in de Noordpool steeds meer gasvelden zullen kunnen worden ontgonnen. ‘Rusland is het enige land ter wereld met een arctisch leger’, aldus Criekemans. ‘Dat zijn eenheden die specifiek getraind worden om ingezet te worden bij een toekomstig conflict op de Noordpool. Rusland ziet de Noordpool als zijn levensverzekering.’
De Europese aardgasproductie zal het komende decennium vermoedelijk opnieuw toenemen. In het oosten van de Middellandse Zee, voor de kust van Israël, Cyprus en Egypte, zijn sinds 2009 verschillende gasvelden ontdekt. Dat doet het vermoeden rijzen dat er meerdere gasvelden liggen die ontgonnen kunnen worden. Vooral Turkije, dat zeer afhankelijk is van Rusland voor zijn aardgasvoorziening, hoopt daar gebruik van te kunnen maken. In augustus 2020 botsten een Grieks en een Turks fregat tegen elkaar ten zuiden van Cyprus, waar de Turken verwoed naar gasvelden zoeken. Maar zelfs als die nieuwe velden integraal richting EU-lidstaten zouden gaan, zal Europa voor zijn aardgas afhankelijk blijven van externe leveranciers.
En zelfs als de Commissie-Von der Leyen haar ambities waarmaakt en de Europese Unie tegen 2050 van haar fossielebrandstofverslaving afhelpt, zal de EU voor haar energievoorziening nog steeds met andere landen moeten omgaan. Ook voor hernieuwbare industrie zijn grondstoffen nodig die in Europa nauwelijks voorkomen, zoals kobalt, nikkel of lithium. Van der Linde benadrukt dat de energietransitie ook een geopolitieke uitdaging is. ‘Landen als Turkmenistan of Iran hebben naast hun grondstoffen niet zoveel te bieden. Als de wereld die grondstoffen niet meer nodig heeft, dreigen die landen gedestabiliseerd te raken, en dat is niet in ons voordeel. We moeten hen duidelijk maken dat we ook na de energietransitie nog willen samenwerken.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier