Jonathan Holslag
‘Ook in Zuidoost-Azië geldt: “Beter een goede buur dan een verre partner”’
Voor inwoners van Zuidoost-Azië is China de invloedrijkste strategische speler.
Wat horen kleine landen te doen als zij geconfronteerd worden met de opkomst en de ambities van een groot naburig land? Die vraag heeft geleid tot een eindeloze discussie in de leer van de internationale betrekkingen.
Soms klinkt het dat die kleine landen er alle belang bij hebben om samen te werken met de grootmacht in hun buurt, dan weer dat zij juist onderling moeten samenwerken of de hulp van een verder weg gelegen grootmacht moeten inroepen om de machtsbalans in evenwicht te houden.
Een recente opiniestudie, The State of Southeast Asia, afgenomen bij 2023 personen in tien landen, levert boeiende inzichten op over de verstandhouding tussen Zuidoost-Azië, China en de Verenigde Staten. De relaties tussen Zuidoost-Azië en China zijn al lange tijd gespannen. Peking wenst immers een groot deel van de Zuid-Chinese Zee in te palmen, dat ook door de Filippijnen, Vietnam, Indonesië en andere landen wordt opgeëist. Die zijn gefrustreerd over het enorme handelsoverwicht van de Volksrepubliek en het feit dat zij buiten de grondstoffenindustrie niet veel kansen krijgen.
Thailand, Cambodja en Myanmar moeten met lede ogen aanzien hoe China zich water van grensrivieren toe-eigent en er maar niet in slaagt om illegale migratie in te dammen.
En toch kunnen de bevraagde inwoners van de regio voor deze studie niet kiezen tussen China en de Verenigde Staten als ze daartoe verplicht worden. Ruim 40 procent van de respondenten heeft geen of weinig vertrouwen in de VS. Zij zien ook weinig alternatieve partners opduiken. Europa is dienstig op het gebied van regelgevende macht, maar ongeloofwaardig als strategische speler. Dat geldt ook voor India en Japan.
Veel deelnemers aan het onderzoek hopen op sterkere samenwerking tussen de Zuidoost-Aziatische landen, maar betwijfelen de haalbaarheid.
‘Beter een goede buur dan een verre partner’ lijkt het devies dus. Ongeveer vier op de tien respondenten beschouwt China als de meest invloedrijke strategische speler, drie op de tien de Verenigde Staten en minder dan een op de tien de EU. Als het ooit komt tot een botsing, dan sturen de meesten aan op neutraliteit. China’s steun voor Rusland in de oorlog in Oekraïne maakt de meeste respondenten niets uit. Van een inlijving van Taiwan zouden zij nog minder wakker liggen.
Vaak hoor je in debatten dat China’s militaire opties beperkt zijn omdat het weinig echte bondgenoten heeft. Maar uit deze studie blijkt ook dat weinig buurlanden geneigd zijn om in een militaire campagne tegen Taiwan dwars te gaan liggen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier