Grootste groep ultraorthodoxe joden in New York: ‘Meisjes die studeren, dat is gevaarlijk’
De Satmar vormen de grootste ultraorthodoxe joodse groep in zowel de VS als het Verenigd Koninkrijk. De schooloverheid van de groep heeft nu gewaarschuwd dat meisjes geen hoger onderwijs mogen aanvatten, laat staan een diploma behalen. “We zullen hierover heel strikt zijn”.
Elke zaterdag brengt Rudi Rotthier, onze correspondent in Canada en de VS, u met een boeiend achtergrondverhaal een unieke inkijk in de stad of streek waar hij op dat moment resideert.
De verordening, eerst gepubliceerd door The Independent in Londen en vervolgens overgenomen door The New York Times, werd in het Jiddisch geschreven, en bevat volgens de kranten volgende tekst:
“Het is recent een trend geworden dat meisjes en getrouwde vrouwen een diploma in gespecialiseerd onderwijs nastreven. Sommigen gaan daarvoor naar school en anderen studeren online. En dus laten we hun ouders weten dat dit tegen de Torah ingaat”.
“We zullen hierover heel strikt zijn. Geen meisjes die in onze scholen zijn, zullen toelating krijgen om te studeren en een diploma te verwerven. Dat is gevaarlijk. Meisjes die zich hier niet aan houden, zullen verplicht worden onze school te verlaten. Ook zullen we geen banen of een lesopdracht geven in de meisjesschool aan degenen die naar een universiteit zijn geweest of die een diploma hebben. We moeten onze scholen veilig houden en kunnen in onze heilige omgeving geen seculiere invloeden toelaten. Dat is de basis waarop onze Mosed werd gebouwd”.
De tekst werd door de United Talmudical Academy verstuurd, de schooloverheid van de Satmargemeenschap. Hij werd vanuit het hoofdkwartier in New York verspreid, maar is volgens The Independent geldig voor alle leden van de Satmargemeenschap, waar ook ter wereld. Hij was specifiek gericht aan meisjes en hun ouders, omdat bij meisjes de meeste inbreuken worden vastgesteld. Los daarvan wordt bij mannen hoger onderwijs ook afgewezen.
Anti-Israël
De naam Satmar verwijst naar de ooit Hongaarse, maar nu Roemeense stad Szatmár (Satu Mare), waar rebbe (opperrabbijn) Yo’el ofte Joel Teitelbaum vandaan kwam. Tijdens de tweede wereldoorlog werd hij weggevoerd naar Bergen-Belsen. Hij werd uit het concentratiekamp bevrijd, en woonde enige tijd in Palestina in de jaren voor Israël een onafhankelijke staat werd. Hij was op theologische gronden antizionistisch en anti-Israël, en trok weg uit het land dat hij als een catastrofale en duivelse vergissing beschouwde. Het komt erop neer dat de joodse gemeenschap, in de samenvatting die de Yivo Encyclopedia of Jews in Eastern Europe biedt, in zijn ogen niet mochten rebelleren “tegen de naties van de wereld tot de finale, bovennatuurlijke, messiaanse verlossing” kwam. De militaire overwinning van Israël in de oorlog van 1967 beschouwde hij als het werk van de duivel, waarbij het zionisme en Israël de handlangers van satan waren.
Rebbe Joel verhuisde naar New York, naar Williamsburg, Brooklyn, waar zijn gemeenschap mettertijd vele tienduizenden leden ging tellen. Er kwam ook een dorp op een uur rijden van New York, het naar de leider vernoemde Kiryas Joel, dat alleen al omwille van de hoge geboortecijfers heel snel groeit. Er wonen volgens de recentste gegevens van City-Data 22.246 mensen, die gemiddeld 13 jaar oud zijn. Het is daarmee, stelt diezelfde bron, bij verre de jongste stad van die omvang in de VS.
Kiryas Joel werd in 2011 door de New York Times uitgeroepen tot niet alleen de jongste maar bij verre de armste plaats in het land. Ongeveer 70 procent van de bewoners leeft in een huishouden dat onder de armoededrempel valt. Het gemiddelde jaarinkomen bedroeg er 4.000 euro per persoon (4.494 dollar), wat het laagste was in het land. Gemiddeld telde een huishouden er 6 mensen, wat dan weer het hoogste cijfer in het land was. Bijna de helft van de huishoudens kreeg per jaar minder binnen dan 15.000 dollar (13.500 euro).
Vraag is dan altijd: sluit je de deur om je eigenheid te vrijwaren, of sluit je ze om je mensen te beletten te vertrekken?
Joel Teitelbaum – daarin zal hij niet de enige geweest zijn – leerde dat de wereld vele duivelse verlokkingen bevatte die de rechtgelovige moet mijden.
De verordening van de United Talmudical Academy is allicht een poging om jongeren voor die verlokkingen behoeden, en de eigen levensstijl te vrijwaren.
Vraag is dan altijd, en niet alleen voor de Satmargemeenschap: sluit je de deur om je eigenheid te vrijwaren, of sluit je ze om je mensen te beletten te vertrekken?
Critici zijn geneigd in dit geval het tweede te veronderstellen.
‘Een humanistisch probleem’
The Independent laat Sharon Weiss-Greenberg aan het woord, de directeur van het de Joods-Orthodoxe-Feministische Alliantie, die zegt dat de verordening mensen “verplicht” om in hun gemeenschap te blijven. “De Satmargemeenschap verkiest om te leven in isolerende enclaves”. Dat doen de gelovigen, zegt ze, omdat ze vrezen dat seculiere dingen van de wereld hun levens en overtuigingen zouden bezoedelen.
“Wellicht spelen ook andere factoren een rol, maar de resultaten zijn uiteindelijk verwoestend. Omdat mensen uit soortgelijke gemeenschappen geen gedegen basisonderwijs genieten, kunnen ze geen hoger onderwijs of een beroepsloopbaan aanvatten. Dat dwingt hen om binnen de gemeenschap te blijven, waar ieders privéleven ook verbonden is met het beroepsleven”.
Lani Santo, die zich met haar organisatie Footsteps bekommert om mensen die een uitweg zoeken uit de ultraorthodoxie, noemt het in The New York Times meer dan een feministische kwestie: “het is een humanistisch probleem”.
“Zelfs als je in staat wilt zijn een gemeenschap te hebben die zijn eigen tradities onderhoudt, dan moet je nog altijd in staat zijn de gereedschappen en vaardigheden te hebben om je familie te onderhouden”.
Meisjes in de gemeenschap, argumenteert ze, hebben een betere ‘seculiere’ kennis dan jongens, die een groot deel van hun schooltijd aan religieuze studie besteden. Ze hebben een betere kennis van het Engels en van wiskunde, en kunnen daardoor beter betaalde banen krijgen – althans tot ze enkele kinderen hebben en moeten ophouden met werken. In dat geval vinden hun echtgenoten misschien geen baan omdat hun opleiding vanuit praktisch en economisch oogpunt te wensen overlaat.
The New York Times laat een vrouw aan het woord die opgroeide in Brooklyn, New York, en die uit de Satmangemeenschap getreden is. Ze heeft zich heeft moeten vrijkopen (18.000 dollar!) van haar gearrangeerde echtgenoot, en is nu op haar 28ste op weg – hoopt ze – naar een universitaire studie. Over haar Satmar-scholing zegt ze het volgende: “Ze leerden ons niets in het middelbaar, en dus wist ik niets. Geen Shakespeare of zo. Geen wetenschap. Ik voelde me een loser, en ik voelde dat ik meer wilde”. Toen ze opgroeide, schrijft de Times, was haar gezegd dat ze niet naar bibliotheken mocht, maar ze deed het stiekem, en thuis las ze alles wat ze kon vinden, zoals reclame en wat er op cornflakesdozen vermeld stond.
Some Satmar leaders are telling young women a college degree is “dangerous and damaging.” https://t.co/EAVci2ek2W pic.twitter.com/vUiJIkq9bz
— NYT Metro Desk (@NYTMetro) September 3, 2016
Ze heeft intussen een cursus filosofie gevolgd in Griekenland. De vrienden die ze achterliet, zegt ze, zijn jaloers op haar vrijheid. “Twee grootouders praten met haar, twee niet”.
Eén keer per maand kaal
Het zijn niet alleen de relatieve armoede, en het onderwijs, die sommigen moeilijk vallen.
Eerder, meldt weer The Independent, was er rumoer omdat een deel van de gemeenschap in Noord-Londen vrouwen verbood om met de auto te rijden. Het is een verbod dat ook bij de Satmar in delen van New York voorkomt. Frimet Goldberger, een vrouw die op haar 23ste het stadje Kiryas Joel verliet, schreef daarover het volgende: “In mijn stad kunnen vrouwen niet in de gevangenis gegooid worden als ze rijden, zoals in Saudi-Arabië. Maar rijden is nog altijd verboden. Een vrouw die rijdt, riskeert gemeden te worden, en haar kinderen riskeren uit de privéschool weggestuurd te worden. Ze kunnen geëxcommuniceerd worden door de gemeenschap … We werden geleerd dat tznius, onze zedigheid, op het spel stond. Maar ik denk dat er iets anders in het geding was … Rijden geeft je de sleutels voor vrijheid en onafhankelijkheid”.
‘I grew up in America and I wasn’t allowed to drive’ – Frimet Goldberger http://t.co/IfwjrgnNeH
— Huffington Post (@HuffingtonPost) January 31, 2015
Goldberger verliet de gemeenschap nadat ze onder vuur was gekomen omdat ze zich niet had kaalgeschoren. Ze had zelfs geen echte reden om dat gebod voor getrouwde vrouwen te overtreden, herinnerde ze zich later. De dag na haar huwelijk had haar moeder haar voor het eerst geschoren. Dat hield ze een tijd in stand, maar na verloop van jaren had ze gewoon de maandelijkse scheerbeurt, gecombineerd met het ritueel bad na menstruatie, overgeslagen. Ze werd blijkbaar verklikt door vriendinnen, die een haartje hadden opgemerkt dat onder haar pruik of tulband uitkwam, en de rabbijnen riepen haar en haar echtgenoot op het matje. De ouderlingen dreigden ermee haar 3-jarig zoontje uit de school te zetten. Goldberger en haar echtgenoot ontkenden dat er haar op haar hoofd stond. Maar ze wisten dat hun ontkenning gecontroleerd zou worden.
‘Een vrouw zou de volgende dag aanbellen en me vragen mijn tulband af te nemen, en ze zou mijn haar zien. O, de vernedering, de schaamte.’
Rebbe Joel Teitelbaum was heel emotioneel gekant tegen hoofdhaar voor getrouwde vrouwen. Hij zei hierover in een beroemde rede uit 1951: “Joodse dochters, onze moeders en vaders gaven hun leven voor onze vader in de hemel, voor de heiligheid van zijn naam, maar jullie, hun dochters, zijn niet bereid zelfs maar een paar haartjes op te geven?” Het tonen van haar stond bij vrouwen gelijk met publieke naaktheid, zei hij. En om zeker te zijn dat vrouwen nooit hun haar zouden tonen, konden ze zich maar beter kaalscheren. Een getrouwde vrouw die dat niet deed, aldus Goldberger, riep verschrikkelijke ziektes af over haar kroost.
Vijf jaar na de feiten, in 2013, beschreef Goldberger voor de joodse site Forward hoe ze zich voelde tijdens haar laatste scheerbeurt.
“Ik staarde naar mijn beeld in de spiegel. Het voelde verkeerd, o zo verkeerd, om te scheren. Ik voelde me aangetast en geïntimideerd. Maar het idee dat het zou uitkomen, was erger. Een vrouw zou de volgende dag aanbellen en me vragen mijn tulband af te nemen, en ze zou mijn haar zien. O, de vernedering, de schaamte. Mijn moeder, mijn vrienden en de gemeenschap zouden mijn geheim ontdekken. Mijn zoon zou van school gestuurd worden. Ik had geen keuze”.
De ervaring was zo traumatisch dat ze kort daarna met haar familie wegtrok uit Kiryas Joel.
Ze haalde snel een rijbewijs. Ze beschrijft haar eerste rit. Het zweet parelde op haar voorhoofd. Ze kon alleen maar aan de dreigende vinger van haar vader denken die haar moeder had toegeroepen: “Ze zal zichzelf en haar kinderen ombrengen”.
Het goede nieuws is…
Amerikanen zien het als de basisgedachte van het land, dat mensen hun religie moeten kunnen volgen. Het land is, volgens de geschiedenisboekjes, gesticht door trouwens ook redelijk ultraorthodoxe, Puriteinse Pilgrims, die de religieuze vervolging in Europa ontvluchtten en die een land zochten waar ze ongemoeid hun eigen levensstijl zouden kunnen volgen.
Religies mogen dus bijvoorbeeld op eigen kosten en naar eigen goeddunken scholen inrichten. Die religieuze scholen moeten weliswaar aan enige basisvereisten voldoen, maar die vereisten zijn rekkelijk genoeg om heel veel bewegingsruimte te laten.
Dat soort marge wordt verleend aan christelijke groepen als de amish, de hutterieten of de doukhobors en dus ook aan de Satmargroep.
Het is trouwens moeilijk om de lijn te zien in waar de duivels schuilen. De Satmar zijn van bij het ontstaan van de treurbuis erg beducht voor corruptie door de tv, maar smartphones zijn binnen de gemeenschap niet alleen gedoogd maar verspreid. Het internet wordt gewantrouwd, maar is onmisbaar voor vele bedrijven, en wordt – blijkens de verordening over onderwijs- vrij uitvoerig gebruikt door Satmar-meisjes. De leden zijn beducht voor verlokkingen van de buitenwereld maar in Brooklyn leven ze op een steenworp van een van de hipste buurten van het land.
Er is, zeggen leden en sommige ex-leden, veel goeds te vertellen over de Satmar-gemeenschap. In een artikel voor New York Magazine dat in 2013 verscheen, vatte een seculiere jood het als volgt samen. “Er is de tish van de rabbijn, het wekelijks maal waar de hele gemeenschap samenkomt. Er is de triomfantelijke stormloop aan het einde van de dienst, waar de congregatie samen de wereld tegemoet loopt en de nadruk die de hoofdrabbijnen erop leggen dat religie voor de jongeren een ervaring van vreugde moet zijn. Er is bovenal het comfortabel gevoel van verbondenheid en doelgerichtheid, die de gemeenschappen geven”.
Er is grote onderlinge solidariteit en hulpvaardigheid, maar daar staat tegenover dat dissidenten -volgens meerdere getuigenissen- gepest worden. Er is sprake van messen in autobanden, van stenen door ruiten, en natuurlijk van uitstoting, te beginnen bij de schoolkinderen. Er is ook sprake van toedekking van mistoestanden, liever dan openheid te bieden.
De gemeenschap rekent erop dat het individueel belang aan groepsbelang ondergeschikt wordt.
Haarspeldbochten in de relatie tussen synagoge en staat
In een artikel dat vooral wou klagen over de slechte pers die de ultraorthodoxen krijgen, gaf de orthodoxe site www.vosizneias.com het woord aan Sam Heilman, een expert in orthodoxe gemeenschappen, die verbonden is aan de City University in New York. “Uiteindelijk”, zegt hij, “moeten individuen zich leren aanpassen aan de behoeften en eisen van deze gemeenschap, en als ze dat niet kunnen, wordt dat beschouwd als een probleem met ‘hen’ en niet een probleem van ‘ons’.”
Onderwijs is een aangelegenheid waar de gemeenschap zich, in een woordspeling van Heilman, weleens bedient van onorthodoxe methodes.
Onderwijs leidt ook tot haarspeldbochten in de relatie tussen kerk en staat.
Officieel mag de overheid niet bijdragen tot religieuze scholen. Er zijn uitzonderingen, inzake bijvoorbeeld transport en aankopen van sommige schoolboeken, maar het principe is er een van scheiding.
Echter.
Een groot conflict ontstond in het East Ramapo School District van New York, dat enkele Satmar-nederzettingen bevat, zoals New Square. New Square heeft, zoals Kiryas Joel, een bevolking van gemiddeld 13 jaar. In dit geval slaat dat gemiddelde op 7.691 inwoners.
De nederzettingen in dat district dateren van de vroege jaren 1990 en namen recent grotere vormen aan.
De Satmar van New Square probeerden via het schooldistrict kinderen met verstandelijke beperkingen te laten subsidiëren voor speciale begeleiding in religieuze scholen. De schoolraad geeft er de voorkeur aan dat die kinderen in overheidsscholen terechtkomen, maar kan onder uitzonderlijke omstandigheden – bijvoorbeeld omdat er geen overheidsschool beschikbaar is – subsidies van de staat New York aanvragen om in de religieuze scholen voor speciale begeleiding te betalen. In bijna alle gevallen weigerde de schoolraad mee te werken aan wat ze misschien beschouwde als de ondermijning van het eigen systeem.
En dus besloten de Satmarleiders een soort staatsgreep te plegen. Met hun stemmen monopoliseerden ze bij de volgende verkiezingen alle zetels in de raad.
Dat leidde, volgens een verslag in New York Magazine, tot de paradoxale situatie dat mensen die in principe geen gebruik maken van de publieke scholen nu de verdeling van fondsen beheren. Er werd bespaard op alles, behalve op de aanvragen voor subsidies voor kinderen met speciale behoeften. De schoolraad “kende zoveel uitzonderingen toe”, aldus New York Magazine, “dat het ministerie van Onderwijs van de staat New York het district op de hoogte stelde dat het in overtreding van de wet is”. De kinderen met speciale noden namen duidelijk het gros van de tijd op tijdens vergaderingen van de schoolraad. Het vroegere raadslid Suzanne Young-Mercer zei daarover aan het magazine: “We hebben al vijf jaar niet meer over gewoon onderwijs gepraat”.
De overname van de raad gebeurde volgens de regels van de Amerikaanse democratie. Maar het is onmiskenbaar dat het openbaar onderwijs in dat district zienderogen de dieperik ingingt. En dat in een buurt met veel jonge migranten, die nauwelijks de taal spraken en die vroeger met goed onderwijs en een diploma een goede start kregen in het leven. De besparingen op leerkrachten liieten zich gevoelen, net als de verkoop van gebouwen en de afbouw van de beveiliging.
In Kiryas Joel waren de schoolraad, en de politieke overheid, veel inschikkelijker.
Honderden kinderen uit de Satmargemeenschap krijgen er, hoewel ze in religieuze scholen zitten, toch subsidies omdat ze ofwel een mentale achterstand hebben ofwel arm zijn. Het komt erop neer dat de overheid een flink deel van de scholen in de gemeente betaalt, scholen die, zeggen ex-leden, kinderen ternauwernood behoorlijk Engels leren.
Vele leden van de Satmar krijgen ook, omdat ze beneden de armoedegrens zitten, voedselhulp (food stamps).
De redenering van critici is dan: de armoede is mede een gevolg van het onderwijs. Kan de gemeenschap die steun geniet van de overheid er dan in ruil niet voor zorgen dat kinderen wél goed Engels spreken, wél iets afweten van mensenrechten of de grondwet, van de geschiedenis van het land waarin ze wonen, van wetenschap. Wat het dan weer makkelijker zou maken voor die kinderen om uit te treden.
Waarom dat niet gebeurt? Onder andere de New York Times heeft al enkele keren verwezen naar de blokstemmen van de Satmar – iedereen, of zo goed als iedereen binnen de gemeenschap stemt voor de politicus die bereid is het belang van de gemeenschap te behartigen. En politici, te beginnen met de Democratische gouverneur Mario Cuomo, waren gevoelig voor die stemmen, aldus de krant.
Er ligt momenteel in de staat New York een wetsvoorstel ter discussie om het basiscurriculum strakker op te leggen, ook aan religieuze scholen.
De Satmarleiding, die dat voorstel verfoeit en afschrijft als dictatoriaal, argumenteert dan weer dat de orthodoxen belastingen betalen, dat ze meebetalen voor openbaar onderwijs dat ze zelf niet gebruiken, en dat ze, omdat ze hun privéscholen hebben, en grotendeels de wet eerbiedigen, minder aan de overheid kosten dan andere gemeenschappen.
De naakte weldoener, de weerspannige echtgenoot
De Satmar komen geregeld in het nieuws, en doorgaans niet op de meest positieve manier. Sinds 2006 is de gemeenschap verdeeld door een broederstrijd. Toen Joel in 1979 stierf, werd hij opgevolgd door een neef. Twee zonen van die neef eisen tegenwoordig het leiderschap op, de ene vanuit Kiryas Joel, de andere vanuit Brooklyn. Er wordt getwist over zaken als wie de zomerkampen van de kinderen mag inrichten. (dit jaar won Brooklyn)
In mei werd de gemeenschap opgeschrikt door een “naakte weldoener”, de 67-jarige miljonair Yitzchak Rosenberg, die in Florida samen met een ultraorthodoxe gezel door een gevaarlijke stroming werd gegrepen en verdronk. Of hij echt naakt in het water was gegaan, dan wel na verdrinking zonder kleren aanspoelde, is niet duidelijk. Maar volgens de Israëlische krant Haaretz werd er tijdens zijn begraving in Kiryas Joel geprotesteerd door leden van de gemeenschap die het een ontwijding van hun begraafplaats vonden dat een onzedig aangespoelde man, hoe prominent ook, naast rebbe Joel Teitelbaum werd begraven.
The Miami Herald schrijft op basis van een getuigenis dat de twee op een verlaten plaats in zee gingen, waar het officieel verboden was om te zwemmen. Zo wilden ze schaars geklede vrouwen vermijden.
De FBI heeft recent twee invallen gedaan in Kiryas Joel nadat op YouTube een filmpje van 15 minuten te zien was, waarin een leraar een jonge jongen aan zijn borst trok, en duidelijk tegen diens zin zoende en knuffelde.
En vorige en deze week berichten de kranten over een nog maar half uitgeklaarde thriller binnen de gemeenschap. Intussen zijn drie mannen gearresteerd nadat plannen uitlekten om op wel originele manier een ultraorthodoxe man tot een religieuze scheiding te bewegen. Ze zochten een uitvoerder die de hardleerse man, tijdens een gepland verblijf in Oekraïne, moest kidnappen en een lesje leren. Later beloofde men de misdadiger meer geld als hij de gehuwde man niet alleen zou kidnappen maar ook zou vermoorden.
De onderzoeksrechter verklaarde vorige week in eerste instantie dat een Israëlische rabbijn was aangehouden (met banden in de Satmargemeenschap in New York) naast een jongere man uit Kiryas Joel. Deze week werd nog een 33-jarige Israëli aangehouden die volgens de Jerusalem Post dienstdoet als “echtscheidingsbemiddelaar” en die in een ultraorthodoxe gemeente in New York woont.
De belaagde man weigerde zijn echtgenote een “get” te geven, een document voor religieuze scheiding. De scheidingsbemiddelaar zou geopperd hebben dat een kidnapping de druk op hem kon verhogen. Hij zou in juli aan een kandidaat kidnapper 25.000 dollar hebben overhandigd.
Die aangezochte kidnapper ging echter naar de FBI die de volgende vergaderingen blijkbaar heeft gevolgd. De andere twee zouden later de kidnapper opnieuw hebben opgezocht en een hoger bedrag hebben geboden om behalve een kidnapping ook een moord te plegen.
Volgens de procureur van New York is er “bewijs” dat dergelijke “gedwongen scheidingen” vaker voorkomen.
Vanuit de Satmar-gemeenschap was er enige kritiek op het feit dat de procureur expliciet de Satmargemeenschap vernoemde in zijn persberichten. Zou je bij een gelijkaardig geval in een andere gemeenschap meteen het geloof vermelden? vroeg iemand zich op een online-forum af.
Of de man zich intussen bij de scheiding heeft neergelegd, is niet duidelijk. Maar hij is wel nog in leven.
Door Rudi Rotthier vanuit New York, New York, VS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier