Glyfosaat: veilig in de EU, mede dankzij Monsanto

© Dino
Vincent Harmsen
Vincent Harmsen Journalist

Volgens het Europese voedselagentschap is de onkruidverdelger glyfosaat, gebruikt in Roundup, veilig voor mensen. Producent Monsanto blijkt echter met het bewijsmateriaal te hebben gerommeld. Hier leest u hoe dat gebeurde.

Glyfosaat is de meest gebruikte herbicide in de Europese Unie. Het wordt door het Amerikaanse bedrijf Monsanto verkocht onder de merknaam Roundup en wordt breed ingezet in de landbouw. Ook op Belgische akkers wordt jaarlijks meer dan honderdduizend liter van de handige onkruidverdelger gesproeid. Boeren in de EU gebruiken het middel om de velden onkruidvrij te maken en daarna gewassen als suikerbiet te planten, of als manier om granen als tarwe en gerst te drogen voordat deze wordt geoogst en verder verwerkt.

Maar sinds experts van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) in maart 2015 stelden dat de onkruidverdelger ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’ is voor mensen, is het inmiddels ook het meest controversiële landbouwgif in Europa.

Ondanks de controverse bereidt de EU een hernieuwde toelating voor. Aan het einde van dit jaar loopt de licentie af, en mogelijk al in mei zou de Europese Commissie met de EU-lidstaten om tafel willen om over glyfosaat te praten. Landbouwcommissaris Phil Hogan gaf op 11 april te kennen het middel zeker de komende tien jaar op de markt te willen houden. Maar de Europese wet schrijft voor dat een bestrijdingsmiddel niet mag worden toegelaten als het kankerverwekkend is voor mensen.

De EU is het oneens met het oordeel van de WGO. Volgens de Europese voedselautoriteit EFSA is het ‘onwaarschijnlijk’ dat glyfosaat in staat is kanker te veroorzaken bij mensen. Dat concludeerde het agentschap in november 2015, een oordeel waar op 15 maart 2017 ook Europees Chemicaliënagentschap (ECHA) zich achter schaarde.

Maar honderden interne correspondenties van producent Monsanto zetten ernstige vraagtekens bij de kwaliteit van het oordeel van EFSA. Er is met bewijs gerommeld, zo blijkt uit analyse door het Nederlandse tijdschrift OneWorld in samenwerking met Knack. Het gaat om twee sleutelstudies die zwaar hebben meegewogen voor voedselautoriteit EFSA, en waarvan bij één bekend is dat deze werd betaald door de producenten van glyfosaat.

Niet zeker

Het belang van Roundup voor Monsanto is moeilijk te onderschatten. Niet alleen brengt het middel jaarlijks miljarden dollars in het laatje, ook is de onkruidverdelger — sinds 1974 op de markt — cruciaal voor de genetisch veranderde zaden die het bedrijf met name op het Amerikaanse continent verkoopt. Deze ‘Roundup Ready’-gewassen, zoals soja en maïs, zijn zo aangepast dat ze de herbicide overleven, terwijl het onkruid sterft. Het is een commercieel succes en Monsanto wist er de grootste zadenhandelaar ter wereld mee te worden. Volgens de Canadese ETC Group heeft het bedrijf ruim een kwart van de globale markt in handen.

De e-mails van Monsanto maken duidelijk hoe het bedrijf sinds de jaren ’90 de ‘productverdediging’, zoals het intern wordt genoemd, rond het cruciale landbouwgif organiseerde. De stukken zijn openbaar gemaakt door een rechtbank in de Amerikaanse staat Californië. Monsanto verdedigt zich daar tegen claims van boeren die beweren dat ze door Roundup het non-Hodgkinlymfoom, een zeldzame vorm van kanker, hebben gekregen. Monsanto heeft altijd beweerd dat de onkruidverdelger alleen schadelijk is voor planten, en veilig voor mensen.

‘Je kan niet zeggen dat Roundup geen kanker veroorzaakt’

Donna Farmer, hoofd productveiligheid Monsanto, 2009

Maar intern blijkt het bedrijf daar niet zeker van: ‘Je kan niet zeggen dat Roundup geen kanker veroorzaakt’, zegt bijvoorbeeld het hoofd productveiligheid van Monsanto, Donna Farmer, in een e-mail uit 2009. De reden blijkt dat het bedrijf het nooit goed heeft onderzocht. Er is gekeken naar individuele ingrediënten zoals glyfosaat, maar nooit is Roundup in zijn geheel op zogeheten ‘carcinogeniteit’ bestudeerd, zo schrijft ze.

Herontwerpen van overzichtsstudie

De e-mails tonen hoe Monsanto de wetenschap rond Roundup heeft beïnvloed, veelal om tegenwicht te bieden aan onafhankelijke studies: ‘Data, gegenereerd door academici, zijn altijd een grote zorg geweest in de verdediging van onze producten…’, schrijft Monsanto-toxicoloog William Heydens op 10 april 2001. Daarbij werkt het bedrijf samen met een klein leger aan wetenschappers, die onder geheimhoudingscontracten hun diensten verlenen.

De Britse professor David Kirkland is een van die wetenschappers. Hij tekent in 2012 een master contract met Monsanto, zo is te lezen in de e-mails, en krijgt voor zijn werk als consultant een vergoeding van 1400 Britse pond per dag, zo’n 1635 euro.

De naam Kirkland duikt op samen met die van Larry Kier (een andere wetenschapper die dan al langere tijd voor Monsanto werkt) in een studie in het EFSA-rapport. Het gaat om een overzichtswerk van onderzoeken die hebben gekeken naar de vraag of glyfosaat in staat is DNA-schade te veroorzaken. Het is wat wetenschappers een ‘genotoxisch effect’ noemen. Wanneer aangetoond wordt dat een stof DNA-schade veroorzaakt, vormt dat een indicatie dat een stof risico op kanker geeft.

“Een nieuwe uitvoerige evaluatie van genotoxische studies van glyfosaat…is aangedragen door Kier en Kirkland”, staat in het EFSA-rapport uit november 2015. “De auteurs concluderen dat…glyfosaat en de samengestelde producten niet [cursivering toegevoegd] genotoxisch zijn…”. De studie van Kier en Kirkland brengt EFSA tot het oordeel dat er geen risico is op DNA-schade: “De vergadering concludeerde dat…een genotoxisch potentieel afwezig is…”.

De studie van Kier en Kirkland is voor EFSA van doorslaggevend belang geweest. Maar de interne e-mails schijnen ontluisterend licht op hoe deze evaluatie tot stand is gekomen. Onderzoeken die wijzen op een mogelijk gevaar blijken door Monsanto onder het tapijt geveegd.

We lezen dat nog voordat David Kirkland een contract met Monsanto tekent, Larry Kier al een poging heeft gedaan tot de evaluatie: “Helaas leidde dit tot zo’n enorme rotzooi aan studies die genotoxische effecten tonen”, schrijft William Heydens op 13 juli 2012, “dat het verhaal tegen het limiet aanloopt van wat nog geloofwaardig kan worden gepresenteerd…”. Monsanto-toxicoloog Heydens stelt voor de studie te ‘herontwerpen’. Kirkland wordt als auteur toegevoegd voor de ‘geloofwaardigheid’, omdat Larry Kier — zo lezen we in de e-mails — al publiek bekendstaat om zijn ‘banden met de industrie’.

De naam van de herontworpen studie wordt nooit genoemd, maar een aantal feiten bevestigen dat het om de bewuste publicatie van Kirkland en Kier waarop de EFSA zich baseerde, gaat. Zo wordt er gesproken van een ‘genotoxicity review’, wat zal terugkomen in de uiteindelijke titel: ‘Review of genotoxicity studies of glyphosate and glyphosate-based formulations’. Ook wordt het tijdschrift genoemd waarin de studie zal verschijnen: Critical Reviews in Toxicology. En de opdrachtgever van de studie wordt vermeld: de Glyphosate Task Force (GTF). Dat is de industriegroep van producenten van glyfosaat, een consortium aangestuurd door Monsanto.

De gesprekken over het ‘herontwerpen’ vinden plaats vijf maanden voordat de studie naar het tijdschrift wordt gestuurd, en is de enige studie die Kier en Kirkland — de expliciet genoemde auteurs — ooit met z’n tweeën zullen publiceren.

Glyfosaat: veilig in de EU, mede dankzij Monsanto
© REUTERS

A bunch of nonsense

En het spoor van Kier en Kirkland leidt tot nog een verdachte studie in het EFSA-rapport. Uit de e-mails wordt duidelijk dat Monsanto begin 2015 een campagne aan het voorbereiden is tegen de WGO. Het bedrijf blijkt al maanden van tevoren getipt te zijn over het kritische WGO-rapport over glyfosaat dat er dan aankomt. Er wordt gewerkt aan tegenstudies en de kosten worden besproken: ‘Het zou wel eens om 250 000 dollar of meer kunnen gaan’, schrijft William Heydens. ‘Een optie is dat we Greim en Kier of Kirkland toevoegen aan de publicatie, maar we de kosten laag houden door het zelf te schrijven…’

William Heydens spreekt van ghostwriting en memoreert hoe het bedrijf al vaker met dit bijltje heeft gehakt: ‘Herinner: zo deden we het ook met Williams, Kroes & Munro, 2000’, schrijft hij.

Die laatste studie blijkt ook onderdeel van de EFSA-evaluatie. Sterker nog: het Europese voedselagentschap leunt er zwaar op. Maar liefst 37 keer wordt er naar de publicatie verwezen. Dat blijkt uit het literatuuroverzicht waar EFSA haar oordeel op heeft gebaseerd, het zogeheten Renewal Assessment Report (RAR). Conclusies uit de studie blijken ook letterlijk te zijn overgenomen, zoals wanneer in de RAR wordt gesteld dat ‘glyfosaat in het algemeen wordt gezien [als een stof] van weinig toxicologische zorg’. Ook wordt een andere studie die negatieve effecten van glyfosaat op de zaadkwaliteit bij proefdieren toont, op basis van deze publicatie van Williams, Kroes & Munro als ‘niet betrouwbaar’ aangemerkt, en daarom niet meegewogen door EFSA.

De interne e-mails schijnen ontluisterend licht op hoe deze evaluatie tot stand is gekomen. Onderzoeken die wijzen op een mogelijk gevaar blijken door Monsanto onder het tapijt geveegd.

Maar Monsanto ontkent nu, in tegenstelling tot de interne e-mails, dat het bedrijf de ghostwriter is, en stelt dat de integriteit van het werk volledig is gewaarborgd: ‘De studie heeft ook de grondige peer review doorlopen van het tijdschrift (waar het verscheen, nvdr.) voordat het werd gepubliceerd’, reageert het Amerikaanse bedrijf in een blogpost op haar website op 14 maart.

Is de peer review, de standaard waarmee wetenschappers elkaars werk nalopen, hier een garantie tegen fraude geweest? De Amerikaanse journalist Paul Thacker doet al jaren onderzoek naar het fenomeen ghostwriting in de wetenschappelijke literatuur. Hij blijkt Regulatory Toxicology and Pharmacology, het tijdschrift waarin de studie van Williams, Kroes & Munro uit 2000 werd gepubliceerd, goed te kennen: ‘Dit tijdschrift is a bunch of nonsense‘, zegt hij in een telefoongesprek met Knack. ‘Het genootschap dat dit tijdschrift uitgeeft wordt gerund vanuit het kantoor van Keller and Heckman. Keller and Heckman is hét nummer-1 advocatenkantoor van de chemische industrie.’ Thacker stuurt notulen door uit de periode 1999-2002. Tussen de aanwezigen zijn ook lobbyisten die Monsanto vertegenwoordigen te vinden.

Monsanto houdt zich – naast de blogpost – stil over de onthullingen in de e-mails. Het bedrijf kan op dit moment, met de beslissing van de Europese Unie over glyfosaat die dit jaar moet worden genomen, geen schandaal gebruiken. Monsanto heeft de Europese Unie opgeroepen om de licentie van glyfosaat weer te verlengen voor een periode van vijftien jaar.

In een telefoongesprek met Knack noemt een woordvoerder van Monsanto de aantijging dat er met wetenschap zou zijn gesjoemeld ‘alternatieve feiten’. Volgens de woordvoerder had het bedrijf het woord ‘ghostwriting’ niet moeten gebruiken: “Wat hij [Heydens] bedoelde was dat hij een aantal kleine bewerkingen en wijzigingen in de opmaak wilde doorvoeren”. Bij de studie van Kier en Kirkland zou het doel van het ‘herontwerpen’ zijn geweest om de studie meer toegankelijk te maken voor een breed publiek, aldus het bedrijf.

Partner Content