Philippe De Backer (Open VLD)
Gezocht: Masterplan voor de bijen
De introductie van de ggo-technologie kan bijdragen tot een oplossing om de massale bijensterfte terug te dringen en een bijenvriendelijke landbouw te creëren.
Het Europees Parlement buigt zich over de vraag of stuifmeel een ingrediënt of natuurlijk bestanddeel van honing is. Dit maakt een groot verschil, want als stuifmeel in honing als een ingrediënt wordt gezien, valt het onder de strengere regelgeving voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) en moet er een aparte labelling voorzien worden. Een duidelijke vorm van overregulering, aangezien er in Europa bijna geen ggo’s geteeld worden. Ggo’s zijn trouwens niet verantwoordelijk voor de massale bijensterfte, ook al doen sommigen ons dat graag geloven. Ik vind dat we het debat daarop moeten focussen. Ggo’s kunnen een deel van de oplossing zijn en de ggo-technologie kan zelfs geïntroduceerd worden in een ecologisch verantwoorde en bijenvriendelijke landbouw.’
Is stuifmeel een ingrediënt of natuurlijk bestanddeel van honing? Dat is de vraag die het Europees Parlement zich stelt. Een Duitse imker stelde immers in 2011 vast dat zijn honing stuifmeel van ggo-maïs bevatte. Het Hof van Justitie oordeelde dat stuifmeel in honing als ingrediënt moet worden beschouwd en zo onder de (strengere) ggo-regelgeving valt. De Europese Commissie schroefde dat terug en definieerde stuifmeel als natuurlijk bestanddeel van honing, net zoals de wereldhandelsorganisatie WTO. Het Europees Parlement besliste tijdens de plenaire vergadering in januari niet akkoord te gaan met deze stelling. Na onderhandelingen met de lidstaten is een meerderheid van het Parlement nu wel akkoord gegaan om honing als natuurlijk bestanddeel te definiëren. De Groenen zagen echter hun kans en trokken van leer tegen de ggo-technologie. Nochtans is de (mogelijke) hoeveelheid ggo’s in stuifmeel verwaarloosbaar, aangezien er in Europa bijna geen ggo’s geteeld worden. Als we bovendien stuifmeel definiëren als ingrediënt krijgen we in de praktijk een onwerkbare situatie. Stuifmeel vliegt immers overal naartoe en alles controleren zou een huzarenstuk zijn.
Zonder bijen komt de mens in gevaar
Philippe De Backer
Belangrijker is dat we deze discussie gebruiken om het debat open te trekken en even stil te staan bij de massale bijensterfte en de mogelijkheden die ggo-technologie kan bieden. Het gaat immers slecht met de bijen in België en Europa. Een op drie bijenkolonies in België haalde de lente niet na de strenge winter van 2012-2013. Daarmee scoren we slechter dan alle andere Europese lidstaten. De resultaten baren zorgen, want onze planeet heeft bijen nodig. Zonder bijen, geen bestuiving van de meeste gewassen en fruitbomen en zonder bijen komen de biodiversiteit, de voedselproductie en dus de mensen in gevaar. Hoog tijd voor een Masterplan voor de bijen,want de cijfers spreken voor zich. De economische waarde van de bijen wordt geschat op meer dan 150 miljard euro per jaar. Wereldwijd wordt ook 80 procent van alle bloeiende planten bestoven door insecten, waarvan 85 procent door honingbomen, bij fruitbomen is dat zelfs 90 procent.
Amerikaans onderzoek heeft ontdekt dat de boosdoener van de massale bijensterfte in de Verenigde Staten een ‘heksenbrouwsel’ is van klassieke pesticiden en onschuldig geachte schimmelbestrijdingsmiddelen. Die combinatie zorgt ervoor dat bijen besmet raken met de parasiet Nosema ceranae en de besmetting zelf niet kunnen bestrijden. Deze parasiet werd eerder al in verband gebracht met Colony Collapse Disorder, het sterven van hele bijenvolken in één klap. De voorbije zes jaar stierven daardoor naar schatting 10 miljoen bijenkorven. Het Europese verbod op de pesticide neonicotinoïden, ingevoerd door de Commissie vorig jaar, was een stap in de goeie richting, maar is dus maar een pleister op een open wonde. Uit een Finse studie blijkt zelfs dat neonicotinoïden geen effect hebben op het welzijn van bijen. De argumentatie van de Groenen die ggo-gewassen in verband brengen met bijensterfte is dus gebakken lucht en draagt bij tot onzinnige mythevorming en speculatie die ggo-gewassen verkeerdelijk in een slecht daglicht stellen.
In België bijvoorbeeld, waar er geen ggo-gewassen zijn, zitten we met een bijensterfte van 33 procent. In Spanje, waar veel ggo-gewassen geteeld worden, is er amper 10 procent bijensterfte.
Het Masterplan voor de bijen moet verder durven gaan, veel verder. De introductie van de ggo-technologie kan bijdragen tot een oplossing om de massale bijensterfte terug te dringen en een bijenvriendelijke landbouw te creëren.
Eén van de grote problemen in de bijenteelt is immers een tekort aan stuifmeel. Hoe minder stuifmeel, hoe minder broed en hoe lager de kansen zullen zijn voor een succesvolle overwintering. Als de moleculaire processen die leiden tot stuifmeelproductie in planten ontleed worden, kunnen die dankzij de ggo-technologie aangepast worden zodat gewassen meer stuifmeel gaan produceren. Meer stuifmeel betekent dat bijen sterker worden en de kans groter wordt dat ze de winter overleven. Ook kan ggo-technologie planten zodanig aanpassen dat ze resistent zijn voor de specifieke soorten aanvallen, zodat minder pesticide of fungicide moeten worden gebruikt die slecht zijn voor bijen. Maar dit stuit nog op verzet van de publiek opinie.
Belangrijker is dat het debat open getrokken wordt, in het belang van de bijen, en in het belang van de mens. Eén mirakeloplossing bestaat niet. Een verbod op neonicotinoiden is een stap in de juiste richting, ggo-technologie introduceren in een bijenvriendelijke landbouw is dat ook. Ggo’s zijn niet de boosdoeners zoals vaak wordt voorgesteld, maar kunnen een groot maatschappelijk belang gaan spelen, ook in de strijd tegen bijensterfte.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier