Na alweer een reeks gewelddadige incidenten in Israël en Palestina groeit opnieuw de vrees voor escalatie. Waarom laait het geweld weer zo op? En is er een verband met de ramadan en Pesach, het joodse paasfeest?
Dinsdagnacht drongen Israëlische veiligheidsdiensten de al-Aqsamoskee in Oost-Jeruzalem binnen. Twee dagen later voerde het Israëlische leger aanvallen uit op de Gazastrook, en vrijdag lieten twee Israëlische vrouwen het leven bij een autoaanval.
Volgens Ludo Abicht, Midden-Oostenkenner en hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit van Antwerpen, is het gebied van Israël en Palestina een waar kruitvat waar elk vonkje tot escalatie van het geweld kan leiden. ‘Zwaarbewapende Israëlische soldaten naar de al-Aqsamoskee sturen, wanneer moslims er willen gaan bidden, dat zorgt vanzelfsprekend voor een confrontatie.’
Voor moslims is de al-Aqsamoskee, na Mekka en Medina, de derde meest heilige plaats binnen de islam. ‘Dat ligt natuurlijk gevoelig’, zegt Abicht.
‘Die politieaanval kwam er voornamelijk om ervoor te zorgen dat een groep fundamentalistische joodse gelovigen, naar aanleiding van Pesach, het joodse paasfeest, de dag nadien ongestoord op het Tempelplein zouden kunnen’, meent Brigitte Herremans, Midden-Oostenexpert aan de UGent. Opvallend, vindt ze, ‘want de ramadan is een periode van rust en inkeer. Moslims zijn dan niet bepaald uit op geweld’.
Heilige grond
De al-Aqsamoskee ligt aan de zuidzijde van de Tempelberg, waar ook de Klaagmuur staat. De plek is dus niet alleen voor moslims, maar ook voor joden van religieus belang.
Daarnaast is de locatie niet vrij van enige politieke geschiedenis, weet Herremans. ‘In 2000 bracht de toenmalige Israëlische oppositieleider Ariel Sharon, naar aanleiding van zijn verkiezingscampagne, een bezoek aan de Tempelberg. Dat was een provocatie voor moslims, waarna rellen uitbraken. Dat mondde uiteindelijk uit in de Tweede Intifada.’
(Lees verder onder de preview)
Volgens Herremans is er een duidelijke link met de ramadan en de toegenomen Israëlische agressie. ‘Tijdens de ramadan legt Israël veel meer beperkingen op tegen de Palestijnen. Bidden op heilige plaatsen wordt bemoeilijkt, de Oude Stad wordt sterker bewaakt, en er vinden veel meer kleine pesterijen en schermutselingen plaats. Israël pookt de spanningen doorgaans op tijdens die heilige dagen.’
Extreemrechts en ultranationalistisch
‘Onder leiding van de extreemrechtse regering in Israël heerst er een vorm van straffeloosheid tegenover het Israëlische geweld’, zucht Abicht. Dat kan leiden tot verdere escalaties. ‘Mensen zijn heel nerveus’, vertelt Abicht, die tijdens zijn telefonisch gesprek met Knack een bezoek bracht aan Jericho, een Palestijnse stad op de Westelijke Jordaanoever.
(Lees verder onder de preview)
Herremans ziet ook een verband tussen het toegenomen geweld en de extreemrechtse en ultranationalistische regering in Israël. ‘Het extremisme aan Israëlische zijde is sterk toegenomen de afgelopen jaren. En de huidige regering geeft die extreme, joods-religieuze fanatici vrij spel. Het gaat hier om groepen die vinden dat heel historisch Palestina aan Israël toebehoort. Ze pleiten voor extreme expansie van de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem.’
Hoewel die groepen al sinds 1967 bestaan, bevinden ze zich nu niet meer in de politieke marge. ‘Met Itamar Ben-Gvir, de extreemrechtse minister van Veiligheid, worden waanzinnige ideeën steeds meer mainstream. Zo zou volgens sommigen in zijn kringen de al-Aqsamoskee vernietigd moeten worden om plaats te maken voor de derde Tempel. Dat is natuurlijk olie op het vuur’, besluit Herremans.