Geert Wilders krijgt het kabinet waar hij van droomde (maar wordt zelf geen premier)
De winnaar van de Nederlandse verkiezingen is nu ook de grote winnaar van de regeringsvorming. Geert Wilders (PVV) krijgt het rechtse kabinet waarvan hij droomde. Al wordt een ander minister-president.
‘Een historische dag’, was het gisteren voor Geert Wilders, die ruim 20 jaar van de macht geweerd werd. Binnenkort mag hij de premier van Nederland leveren. ‘Dat is iets geweldigs, iets waar je als leider van een partij alleen maar van kunt dromen.’ Hij had de superlatieven maar voor het uitkiezen om zijn tevredenheid uit te drukken, nadat woensdagavond vier partijen – na een formatie van meer dan een half jaar- toch een akkoord hadden bereikt over wat in Nederland nu al ‘de meest rechtse regering’ ooit heet.
De twee informateurs, Elbert Dijkgraaf en Richard van Zwol, leggen hun rapport in de loop van de dag aan de voorzitter van de Tweede Kamer voor. Het heet ‘Hoop, Lef en Trots’, telt 26 pagina’s en focust vooral op migratie en een betrouwbare overheid. Het Kamerdebat daarover vindt volgende week plaats.
Een gewone regering wordt het zeker niet. In een gewone, sterke regering nemen in regel de sterkste politici van de regeringspartijen plaats. Nu is er afgesproken dat geen enkele politieke leider van de vier beoogde regeringspartijen (PVV, VVD, NSC en BBB) deel zal uitmaken van het nieuwe kabinet: de ware politieke machtshebbers blijven allemaal zetelen in de Tweede Kamer.
‘Particratie’
In België noemde men zo’n systeem ooit ‘particratie’, waarbij niet de ministers maar de partijleiders (in Nederland wordt die rol gespeeld door de fractieleiders) de echte bazen zijn van het kabinet, en dus van het land.
Ook woensdag gaf dat een merkwaardig schizofreen beeld. Eerst waren de onderhandelaars van de vier partijen tot een akkoord gekomen, of toch ‘zo goed als’. Vervolgens werden de partijen uitgenodigd om zich uit te spreken over dat akkoord, alsof de kopstukken amper iets te maken hebben met hun eigen partijen.
Vooral bij de VVD werd voor een schisma gevreesd, maar uiteindelijk gingen ook de Nederlandse liberalen gemakkelijk akkoord. Het is meer dan een half jaar na de verkiezingen blijkbaar welletjes geweest. Ook al moet de feitelijke politieke sturing van de nieuwe meerderheid overgelaten worden aan een politicus die veroordeeld werd voor racisme: Geert Wilders – al maakt dat hem ongeschikt om ook de reële premier te zijn.
Peilingen
Dus moet er eerst nog een minister-president worden gezocht. Als tenminste alle plooien tussen de beoogde regeringspartijen zijn gladgestreken, want tot de laatste week waren er nog onverwachte ruzies en meningsverschillen. Dat komt ook – hoe kan het anders – door de vermaledijde peilingen. Sinds de verkiezingen zou alleen Wilders aan populariteit hebben gewonnen. Dat maakt zijn positie sterker, maar meteen ook zwakker, omdat de frustraties bij de drie anderen alleen maar groter geworden zijn. En dus was er tot het einde gesteggel.
Zoals dat al de hele formatie het geval was. Of er echt een nieuwe regering komt, zal pas duidelijk zijn de dag dat de nieuwe minister-president zijn intrek neemt in het Torentje in Den Haag. Als dat deze of volgende week niet lukt, staat Nederland voor nieuwe verkiezingen.
Cordon sanitaire
Het was een nooit geziene ezelsdracht die tot de vorming van een kabinet heeft geleid waarvan de naam nog niet bekend is, omdat er nog geen akkoord is rond de premier.
De naam van oud-PvdA-minister Ronald Plasterk valt (viel?) het meest, ook al omdat Wilders hem heeft genoemd. Plasterk was de eerst verkenner en vervolgens informateur van dit kabinet, maar kon zijn klus eigenlijk niet goed afronden. NSC-leider Pieter Omtzigt bleef ‘te grote staatsrechtelijke afstand’ inroepen tegen de PVV.
In zijn eindrapport bleef Plasterk erbij dat het nieuwe kabinet ‘recht moet doen aan de verkiezingsuitslag, inbegrepen de grote verschuivingen die daarin hebben plaatsgevonden’. Dat lijkt nu dus in orde gekomen te zijn, voor zover het opgeven van het cordon sanitaire deel uitmaakt van de nieuwe politieke orde in Den Haag.
Eclatant succes
Het is een automatisch resultaat van elke politieke machtslogica dat vervolgens ook de PVV een majeur offer moet brengen. En wat kon dat anders zijn dan het hoofd van Geert Wilders? Het is de taak van informateur Van Zwol om als discrete headhunter de naam van een geschikte en aanvaardbare minister-president voor te dragen. Van Zwol zelf werd ook genoemd, maar hij is geen kandidaat. De aanduiding van alle ministers zou overigens nog vier weken kunnen duren.
Of Plasterk uiteindelijk ook echt premier wordt is maar de vraag. Hij klust bij als columnist voor De Telegraaf, wat maakt dat die andere grote populaire krant van Nederland, het Algemeen Dagblad, hem nu al gekwalificeerd heeft als volstrekt ongeschikt voor die functie.
Het is in elk geval voor Wilders een reusachtig politiek succes. Na eerst een onverwacht grote verkiezingsoverwinning en vervolgens een lange en bijzonder moeilijke formatie lijkt zijn gedroomde rechtse regering rond. Zijn verkiezingssucces op 22 november 2023 mocht ‘eclatant’ (aldus De Volkskrant) heten, nadat hij in de laatste week voor de vervroegde stembusgang in alle peilingen als een duivel uit een doosje vooruit wat geschoten en uiteindelijk afklokte op 23,5 procent, of 37 zetels van de 150 in de Tweede Kamer. Een winst van maar liefst 20 zetels. De extreemrechtse politicus had iedereen geklopt.
Over de echte reden van dat verkiezingssucces is Nederland nog altijd niet helemaal in het reine. Dat de grote aandacht voor migratie Wilders in de kaart heeft gespeeld, lijkt een no-brainer. Maar verder? Vaak wordt er ook gewezen op de rol van de liberale politieke leider Dilan Yesilgöz, die in de week voor de verkiezingen te verstaan had gegeven dat het cordon sanitaire (jawel, dat bestaat/bestond ook in Nederland) voor haar niet meer hoefde. Haar VVD, zonder aftredend minister-president Mark Rutte, werd met 24 zetels (een verlies van 10) uiteindelijk pas de derde partij.
Over de echte reden van dat verkiezingssucces is Nederland nog altijd niet helemaal in het reine.
De ontnuchtering was groot, niet alleen voor de liberale VVD maar voor heel Nederland. Het nieuwe linkse blok van PvdA en GroenLinks had weliswaar 25 zetels behaald, of 8 zetels meer dan diezelfde partijen in 2021 hadden behaald toen ze apart opkwamen, en vormde zo de op een na grootste formatie in de Tweede Kamer.
Rechtsom
Maar door het succes van Wilders en zijn partij was duidelijk geworden dan een politiek erg relevant deel van Nederland ‘rechtsom’ wilde gaan. Ook omdat er nogal wat zetels gingen naar relatief of heel nieuwe partijen die er in 2021 niet bij waren of er niet echt toe deden: het Nieuw Sociaal Contract (NSC) van ex-CDA’er Pieter Omtzigt behaalde in één klap 20 zetels, en de BoerBurgerBeweging (BBB) strandde op 7 zetels. Dat waren er 6 meer dan in 2021, maar het was ook weer geen echt goed resultaat omdat die BBB bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2023 nog de onverwachte winnaar was geweest door in alle provincies als grootste partij uit de bus te komen. Ook het NSC van Pieter Omtzigt was volgens de Nederlandse opiniepeilers enige tijd de grootste partij van Nederland geweest, althans virtueel.
Dus de echte grootste partij van Nederland (PVV) moest samenwerken met de partij die de ambitie had om de grootste te blijven (VVD) en twee partijen die even in de illusie hadden geleefd dat ze de grootste hadden kunnen zijn (NSC en BBB).
Frustratie en ambitie
De formatie was geboren uit frustratie, én ambitie. Want Geert Wilders zou eindelijk zijn oude droom kunnen waarmaken: én het al meer dan tien jaar bestaande cordon sanitaire tegen zijn ‘racistische’ PVV doorbreken, én een geheel rechtse regering op de been brengen. Met als het even kon zichzelf als minister-president.
Zo wil de politieke traditie in Nederland het, zo was ook zijn eigen ambitie, en dat sprak hij ook uit. Om te tonen dat het hem menens was, milderde Wilders de avond van zijn verkiezingsoverwinning al zijn toon: de scherpste kanten van het PVV-programma liet hij als het ware zelf al vallen en over de rechtse rest kon gepraat worden – al bleef het natuurlijk allemaal best rechts.
Bovendien had een kabinet met de andere zogenaamde (centrum)rechtse winnaars van de verkiezingen een meerderheid in de Tweede Kamer van 88 zetels op 150. Daarmee valt te regeren. Toch als de anderen met Wilders in zee zouden willen, en dat bleek hoogst twijfelachtig. Alle mindere ‘winnaars’ hadden frustraties te verwerken.
Politiek waren er niet veel volwaardige alternatieven, ook al hoopte Frans Timmermans van PvdA/GroenLinks er een half jaar lang vurig op. Maar het linksliberale D66 (9 zetels, een verlies van 15), het christendemocratische CDA (5 zetels, een verlies van 10), of de dieprode SP (ook 5 zetels, een verlies van 4) likten vooral hun wonden. En allerlei andere partijen en partijtjes, zoals het kleine, linkse DENK en het krankjorum geworden, totaal extremistische Forum voor Democratie van Thierry Baudet, behielden wel wat zetels maar verloren omzeggens hun politieke en zelfs hun maatschappelijke relevantie. Zelfs de Partij van de Dieren zag haar zetels gehalveerd en lag in de touwen.
Het volk heeft gesproken: een steeds hardere, door migratie geobsedeerde, door criminaliteit aangevreten en verder compleet gepolariseerde maatschappij heeft aangegeven dat ze een kabinet wil dat rechts en hard is, met als belangrijkste politieke leider een politicus die al bijna twintig jaar lang van polarisatie zijn handelsmerk maakt. Maar formeel is alles democratisch verlopen.
- Geert Wilders
- Elbert Dijkgraaf
- Richard van Zwol
- Tweede Kamer
- PVV
- VVD
- NSC
- Roland Plasterk
- Pieter Omtzigt
- De Telegraaf
- Algemeen Dagblad
- Dilan Yesilgöz
- Mark Rutte
- PvdA
- GroenLinks
- Nieuw Sociaal Contract
- Frans Timmermans
- PVDA/GroenLinks
- D66
- CDA
- SP
- Thierry Baudet
- Partij van de Dieren
- Boeren Burger Beweging
- Pieter Omzigt
- PVDA
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier