De top van de groep van 77 en China is zaterdag in Havana afgesloten met een oproep tot eenheid om te kunnen opwegen tegen de rijke landen. Daarbij drong de Braziliaanse president Luiz Inacio Lula da Silva aan op sterkere eisen op het vlak van digitalisering en de energietransitie.
“Het mondiale bestuur blijft asymmetrisch. De Verenigde Naties, het systeem van Bretton Woods en de WTO (Wereldhandelsorganisatie, red.) verliezen aan geloofwaardigheid. We mogen ons niet uit elkaar laten spelen”, zei de Braziliaanse president. “We moeten onze eisen kracht bijzetten in het licht van de vierde industriële revolutie”, voegde de leider van de grootste economie van Latijns-Amerika eraan toe, verwijzend naar de opkomst van digitale technologie, artificiële intelligentie en biotechnologie. Voor Lula zijn de digitale revolutie en de energietransitie twee grote transformaties die nu aan de gang zijn. “Ze kunnen niet worden vormgegeven door een handvol rijke economieën. Dat zou een heruitgave zijn van de afhankelijkheidsrelatie tussen het centrum en de periferie.”
De G77+China top, die bestaat uit Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen die 80 procent van de wereldbevolking vertegenwoordigen, begon vrijdag in Havana. De groep, die in 1964 werd opgericht door 77 landen, omvat nu 134 landen. China nam deel als externe speler. Vertegenwoordigers van ongeveer honderd landen waren aanwezig in Havana voor deze buitengewone top over “de rol van wetenschap, technologie en innovatie” in ontwikkeling. Zo’n dertig staatshoofden en regeringsleiders maakten de reis, waaronder die van Argentinië, Colombia, Angola, Rwanda en Qatar. Ook secretaris-generaal Antonio Guterres van de Verenigde Naties was aanwezig.
