Bert Bultinck
‘Wij Europeanen praten onszelf een permanente oorlogsdreiging aan’
‘Nee, we zijn niet in oorlog. Maar we leven zeker ook niet in vrede.’ Drie weken terug gaf NAVO-baas Mark Rutte een gematigd onheilspellende toespraak in het chique Concert Noble, een achttiende-eeuwse balzaal in de Brusselse Leopoldswijk. De voormalige premier van Nederland, die er in de bijna veertien jaar dat hij zijn land leidde prat op ging geen visie te hebben, presenteerde die dag wél een eigen kijk op de toekomst. Die is niet vrolijk. En hij is lang niet de enige die zich schrap zet voor 2025.
Voor minder plooibare politici is ‘gematigd onheilspellend’ klinken best een klus, en al helemaal als je er goedgeluimd onder wilt blijven. Voor Rutte niet. Als nieuwe secretaris-generaal van de NAVO vond hij probleemloos het midden tussen alarmisme en redelijkheid. Hij gaf een speech die de Europeanen wil krijgen waar de NAVO ons graag wil hebben: in een verhoogde staat van alertheid, met de bijbehorende verhoogde bereidheid tot defensie-uitgaven. En tegelijk: niet in paniek. Het is de boodschap die we nu al sinds de Russische inval in Oekraïne krijgen, die in februari zijn trieste derde verjaardag viert.
Voor Rutte moet er meer geld naar defensie, en snel. Op dat punt verschilt hij niet van Jens Stoltenberg, zijn Noorse voorganger. Maar scherper is hij wel. Rusland, China, Iran en Noord-Korea zijn er allemaal op uit om het NAVO -blok van 32 landen te testen, zei hij. We zijn niet klaar voor wat er op ons afkomt binnen ‘vier of vijf jaar’. En misschien wel zijn spectaculairste statement: ‘het is tijd om over te schakelen op een oorlogsmentaliteit’. Echt?
Zijn verhaal past in wat NAVO-bevelhebbers en politieke leiders al een hele tijd aan het zeggen zijn. Hoe dichter ze bij Rusland wonen, hoe luider ze klinken. In verschillende EU-lidstaten wordt de dienstplicht opnieuw ingevoerd – vanaf deze week is het bijvoorbeeld ook in Kroatië zover – of worden er eerste stappen gezet. Zo krijgen in Duitsland alle achttienjarigen binnenkort een uitnodiging om vrijwillig naar het leger te gaan, vanwege de ‘actuele dreiging’ uit Rusland.
Hoe lang kun je een oorlogsmentaliteit oppoken zonder dat het ook echt oorlog wordt?
Maar er is ook de ‘banale’ oorlogsgezindheid, die via media, onderwijs of overheidscampagnes bij ons binnensijpelt. Kranten brengen consumentenanalyses van noodpakketten – ‘koop een waterfilter in plaats van flessenwater!’ – die in geen tijd uitverkocht raken. Tv-hits als Kamp Waes tonen nieuwe soorten helden, helden die niet in de Tour de France maar in de Special Forces zitten. Dit jaar komt het Nationaal Crisiscentrum zelfs met een gloednieuwe ‘bewustwordingscampagne’ om ‘een risicocultuur’ te kweken. Het devies, van Rutte tot formateur Bart De Wever, is si vis pacem, para bellum – ‘als je vrede wilt, bereid je dan voor op oorlog’. Wij Europeanen praten onszelf een permanente oorlogsdreiging aan.
Er zijn goede redenen om onze militaire inspanningen op te schroeven. Ondanks alle speculaties over onderhandelingen is er nog lang geen vrede in Oekraïne. En zelfs als die er zou komen zijn we door Vladimir Poetin in 2022 voorgoed wakker geschud: de Russische president is op oorlogspad, en elke vrede aan de oostgrenzen van Europa is tijdelijk. Er gaat geen week meer voorbij of er wordt ergens tussen Scandinavië, Estland, Litouwen of Duitsland een onderzeese kabel voor elektriciteit of dataverkeer doorgesneden. Rutte noemde zijn naam niet, maar verwees in zijn speech wel naar moordpogingen van Moskou op onder meer Armin Papperger, de ceo van de Duitse wapenfabrikant Rheinmetall. Cyberaanvallen, brandbommen op DHL-vliegtuigen, explosies, brandstichtingen: voor een lange reeks verdachte aanslagen kijken onze inlichtingendiensten naar het Kremlin. En dan zijn er ook nog de geopolitieke clichés. De Verenigde Staten zullen onze veiligheid niet zomaar blijven garanderen. En de handelsoorlogen met onder meer China zijn ronduit gevaarlijk. Die clichés kloppen. Er zijn, kortom, meer dan voldoende redenen om paraat te staan in het Westen.
Maar laten we ook niet overdrijven. We willen afschrikwekkend genoeg zijn zodat Poetin zich niet te veel in het hoofd haalt. Maar we willen van de oorlogsdreiging ook geen selffulfilling prophecy maken, een dreiging die van een angstige gedachte plots ook realiteit wordt. Hoe lang kun je een oorlogsmentaliteit oppoken – een ‘wartime mindset’ in de woorden van Rutte – zonder dat het ook echt oorlog wordt? Er bestaat zoiets als slaapwandelen naar een oorlog. Je kunt er ook, goed geprept en wel, met open ogen in lopen.