Wie is Dick Schoof, de man die het Nederlandse kibbelkabinet moet leiden?
Met Dick Schoof krijgt Nederland een ouwe ambtelijke rot aan het hoofd van een onuitgegeven regering. Portret van Terror Dick, de ‘premier van buiten’ die alle achterkamertjes van Den Haag kent.
‘Een enorme kanjer van een kandidaat.’ ‘Een premier voor alle Nederlanders.’ ‘Een premier die zijn eigen koers kan varen.’ ‘Een heel aardige man.’
Wanneer de lijsttrekkers van de vier formerende partijen eind mei hun premierskandidaat voorstellen, valt het viertal net niet in katzwijm. Zowel Geert Wilders (PVV), Dilan Yesilgöz (VVD) Pieter Omtzigt (Nieuw Sociaal Contract) als Caroline van der Plas (BoerBurgerBeweging) zijn het er na meer dan zes maanden onderhandelen over eens: voormalig topambtenaar Dick Schoof is de geknipte man voor de job. Schoof wordt voorgesteld als een premier ‘van buiten’. Zijn oorspronkelijke partijaffiliatie – Schoof had jarenlang een lidkaart van de sociaaldemocratische Partij van de Arbeid – heeft hij al enkele jaren opgegeven.
De typering van Schoof als buitenstaander is ronduit lachwekkend. Binnen bestuurlijk Den Haag is Schoof, ambtenaar sinds 1988, ondertussen deel van het meubilair. ‘Hij werkt al driehonderd jaar voor de Rijksoverheid’, grapte aftredend staatssecretaris voor Asiel en Migratie Eric van der Burg (VVD). Het is een dichterlijke overdrijving, maar ver van de waarheid is het niet.
De voorbije decennia leidde Schoof de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), de Nederlandse inlichtingendienst AIVD, was hij Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en topambtenaar van het ministerie van Justitie. Vooral zijn passage als hoofd van de AIVD valt op. ‘De enige premierskandidaat die meer over jou weet dan jij over hem’, gekscheerde de satirische webstek De Speld.
‘Schoof theoretiseert niet te veel. Hij zorgt dat er dingen gebeuren, zonder dat het een rommeltje wordt.’
Tjibbe Joustra, Schoofs voorganger als Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding
Deurenkomedie
De genese van het nieuwe Nederlandse kabinet had bijwijlen meer van een deurenkomedie dan van een kabinetsformatie. Eerst en vooral was er de opmerkelijke beslissing van recordpremier Mark Rutte om op 7 juli 2023 zijn kabinet te laten vallen over een geveinsde asielcrisis. In de verkiezingscampagne zette VVD-lijsttrekker Yesilgöz vervolgens de deur open voor een kabinet met de extreemrechtse PVV van Geert Wilders, die – geheel tot zijn eigen verbazing – op 22 november 2023 de verkiezingen won. ‘Een half jaar geleden maakte de PVV een volstrekt ingeslapen indruk’, zegt Koen Vossen, die als populismekenner aan de Radboud Universiteit Nijmegen twee boeken schreef over de PVV. ‘Ze hadden niet de minste plannen om mee te regeren.’
Na Wilders’ onverwachte overwinning sloten zowel Yesilgöz als NSC-leider Pieter Omtzigt uit om met Wilders te formeren. Gom van Strien, die voor PVV aangesteld werd als verkenner, moest na 48 uur al baan ruimen toen bleek dat er een fraudeonderzoek tegen hem liep. Begin februari 2024 kondigt Omtzigt aan de onderhandelingen te verlaten, om zes dagen later terug aan tafel te gaan. Geert Wilders, die beloofd heeft om zijn toon te milderen en zijn controversieelste voorstellen in de koelkast te stoppen, maakt middenin de onderhandelingen een uitstapje naar de ultraconservatieve CPAC-conferentie in Boedapest, waar hij massamigratie wegzette als een complot.
Halverwege mei kondigen de partijen aan dat ze dan toch een akkoord hebben bereikt. Er is zelfs een premierskandidaat: Ronald Plasterk, een voormalig onderwijsminister voor de sociaaldemocratische Partij van de Arbeid. Plasterk was voor Wilders de ideale kandidaat: een ervaren bestuurder, een persoonlijke vriend die hij vertrouwt, en een profiel dat ter rechterzijde erg populair is. Plasterk schoof de voorbije jaren stevig naar rechts op. Wat in het evangelie van Lucas staat, geldt ook voor radicaalrechts: er is meer vreugde over een zondaar die zich bekeert dan voor 99 anderen die geen bekering nodig hebben.
Alleen bleek ook Plasterk finaal geen optie. Op 22 maart brengt NRC uit dat Plasterk verdacht wordt van patentfraude. Het uitvallen van Plasterk als beoogd premier is een ramp, niet het minst voor Wilders. Algauw blijkt dat Wilders niet over alternatieven beschikt. ‘Wilders vertrouwt vrijwel niemand,’ zegt Vossen. ‘Hij heeft geen netwerk. Zijn partij heeft nauwelijks mensen met bestuurservaring. Hij is er als de dood voor dat partijgenoten populairder zouden worden dan hijzelf, en zo zijn machtspositie zouden bedreigen.’
Het kabinet-Schoof wordt zelfs het eerste Nederlandse kabinet ooit om een kabinetscrisis te hebben vóór het kabinet er is. Zo wil Geert Wilders aanvankelijk Gidi Markuszower voordragen als vicepremier en minister voor Asiel en Migratie. Hij ziet ervan af wanneer Markuszower, die in 2021 in de Tweede Kamer opriep om politieke tegenstanders voor een tribunaal te brengen, niet door de veiligheidstest van de AIVD geraakt, die hem ervan verdenkt voor een buitenlandse inlichtingendienst actief te zijn. Dilan Yesilgöz tekent vervolgens protest aan tegen Marjolein Faber, de volgende kandidaat die Wilders naar voren schuift. Faber is een aanhanger van de omvolkingstheorie, de samenzweringstheorie die stelt dat ‘globale elites’ massamigratie organiseren om het blanke ras te vernietigen.
Terror Dick
Onder de formerende partijen heet het dat Schoof de keuze van álle formerende partijen is. Dat is een hoogst komieke stelling. Schoof is in de eerste plaats een vertrouwensfiguur van Dilan Yesilgöz, die hem leerde kennen als topambtenaar van Justitie toen ze daar minister was. Haar vertrouwen in Schoof is vrijwel totaal. ‘Toen Yesilgöz in 2022 minister van Justitie werd, had ze daar eigenlijk nauwelijks verstand van’, zegt Fred Teeven, die als VVD-staatssecretaris van Veiligheid en Justitie vijf jaar lang met Schoof samenwerkte. ‘Hij heeft haar de voorbije jaren perfect uit de wind gehouden. Hij weet perfect hoe je een minister moet bedienen.’ Bovendien heeft Schoof ook een vertrouwensband met Geert Wilders. Als hoogste ambtenaar bij Justitie was Schoof betrokken bij de beveiliging van Geert Wilders – de PVV-leider leeft sinds de moord op Theo van Gogh in 2004 onder permanente bewaking.
In Binnenlands Bestuur, het tweewekelijkse magazine voor Nederlandse ambtenaren en bestuurders, krijgt Schoof in 2013 de nogal excentrieke bijnaam ‘Terror Dick’. Hij speelde een rol bij het tot stand komen van de vreemdelingenwet, leidde de grootschalige politiehervorming en coördineerde de aanpak van de MH17-vliegtuigramp in Oost-Oekraïne. Teeven roemt Schoofs intelligentie. ‘Hij denkt enorm snel. Hij is perfect in staat om potentiële incidenten te herkennen, zijn bewindspersonen tijdig te informeren, en hen meteen al enkele potentiële oplossingen voor te schotelen.’
Ook Tjibbe Joustra, een van Schoofs voorgangers als Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), is vol lof. ‘Het is zijn verdienste dat de NCTV zo goed is uitgebouwd,’ aldus Joustra. ‘De NCTV is vandaag een soort manusje-van-alles. Of het nu een vliegramp, terreurdreiging of een pandemie is: in Nederland kijkt iedereen altijd naar het NCTV als er iets misloopt.’ Joustra roemt Schoofs daadkracht. ‘Hij theoretiseert niet te veel. Hij zorgt dat er dingen gebeuren, zonder dat het een rommeltje wordt. Op een bepaald moment heb je genoeg koffie met elkaar gedronken, en moet je handelen.’
‘Pieter Omtzigt is met handen en voeten, aan dit kabinet gebonden.’
Joshua Livestro, voormalig politiek adviseur van de VVD
In tegenstelling tot het clichébeeld van de Haagse ambtenaar is Schoof bovendien behept met een zekere menselijke touch. Fred Teeven roemt Schoofs gevoel voor humor. Piet Ploeg, de voorzitter van de Stichting MH17, die de nabestaanden van de vliegtuigramp vertegenwoordigt, is een en al lof voor Schoofs sociale kwaliteiten. ‘Hij was buitengewoon toegankelijk en begripvol,’ aldus Ploeg. ‘Hij creëert geen afstand met de mensen met wie hij spreekt. Hij slaagde erin een sfeer te scheppen waarin iedereen zijn verhaal kwijt kon.’ Tegelijk geldt Schoof tegenover het eigen personeel als veeleisend. Hij is een zeloot, verknocht aan zijn werk, een micromanager ook, die zich bijwijlen verliest in de details. Hij heet ook temperamentvol te zijn. Zijn neiging om ambtenaren geregeld met enige stemverheffing toe te spreken, bezorgt hem de bijnaam Dick Donder.
Morele pijngrens
Aan zijn ‘driehonderd jaar bij de Rijksoverheid’ zit uiteraard een duidelijk nadeel. Bestuurlijke ervaring is, zoals elke vorm van ervaring, de optelsom van gemaakte fouten. Ook Schoof heeft de voorbije decennia de nodige krassen op de carrosserie opgelopen. De politiehervorming die hij in goede banen moest leiden, werd een hoofdpijndossier zonder einde. Als terorrismecoördinator tast Schoof meermaals de grenzen van de rechtsstaat af. Hij pleitte er bijvoorbeeld voor om zonder rechterlijke toetsing paspoorten van potentiële Syriëgangers in te trekken. Als baas van de NCTV liet hij burgers op sociale media volgen met nepaccounts (wat expliciet niet toegelaten is). Als directeur van de migratiedienst IND drong hij op hardhandige manier de asielcijfers terug.
Er zijn bovendien fundamentele vragen over de verhouding tussen ambtenarij en politiek nu het extreemrechtse PVV mee aan de macht komt. Schoof heeft die keuze voor zichzelf al even gemaakt. In maart 2024 verscheen in De Groene Amsterdammer een interview, dat met de kennis van vandaag als een sollicitatie kan worden gelezen. Daarin toont Schoof zich helemaal niet bezorgd over regeringsdeelname van extreemrechts. Hij benadrukt dat een democratie ‘ook linksom’ uitgehold kan worden. Hij geeft aan dat zijn eigen ‘morele pijngrens’ hoog ligt, en dat hij bereid is om maatregelen uit te voeren die in strijd zijn met het internationale recht. Tegelijk spreekt hij de overtuiging uit dat de Nederlandse rechtsstaat oersterk is. Ongrondwettelijke beslissingen stranden toch bij de rechter of bij het Europees hof voor de Rechten van de Mens, sust Schoof.
Er is natuurlijk ook de kwestie dat Schoof – al was het maar gedurende vijftien maanden – hoofd was van de inlichtingendienst AIVD. In die hoedanigheid had hij minstens in theorie toegang tot compromitterende gegevens over politici die nu zijn politieke tegenstanders zijn. Tjibbe Joustra, Schoofs voorganger als terrorismecoördinator, wuift de bezwaren over de rechtsstaat weg. ‘Ik ken nauwelijks een dienst die meer rechtsstatelijk opereert dan de AIVD’, benadrukt Joustra. ‘Toen ik zelf met de AIVD werkte, dacht ik wel eens: nou jongens, kan het misschien iets vlotter? Maar dat kon dus niet. Ik denk dat we daarvoor totaal geen angst hoeven te hebben.’
Europese ambities
Ondanks Schoofs onbetwiste bestuurlijke kwaliteiten en politieke feeling kondigt zijn opdracht zich als aartsmoeilijk aan. Officieel heeft Schoof de opdracht om een ‘akkoord op hoofdlijnen’ uit te voeren. Op het gebied van Migratie en Landbouw – de cruciale domeinen voor de PVV en de BBB – is het regeerakkoord tot in de details besproken. Voor het overige heerst vooral onduidelijkheid. Schoof heeft niet deelgenomen aan de inhoudelijke onderhandelingen. Doordat hij tot geen van de partijen behoort, heeft hij geen eigen fractie om op terug te vallen. Bij onverwachte gebeurtenissen – en laat dergelijke events nu eenmaal de hoofdmoot van het premierschap uitmaken – zal Schoof dus voortdurend over zijn schouder moeten kijken naar ‘zijn’ vier fractieleiders, die zelf niet in het kabinet zetelen.
Bovendien krijgt Schoof in zijn kabinet niet meteen de meest doortastende bestuurslieden ter beschikking. Op BBB-vicepremier Mona Keijzer na heeft geen van de beoogde kabinetsleden voorgaande ervaring in een nationale regering. Vooral de PVV-leden kondigen zich aan als een kolderbrigade. Naast beoogd migratieminister Faber is er ook Reinette Klever, de beoogde minister van Ontwikkelingssamenwerking, die in 2016 pleitte om alle ontwikkelingssamenwerking te stoppen. Klever is ook medeoprichter van Ongehoord Nederland, een omroep die het nepnieuws niet schuwt. Dirk Beljaarts, beoogd minister van Economische Zaken, werd door de regering-Orbán benoemd tot ereconsul.
Een extra bemoeilijkende factor zijn de steile Europese ambities die het Nederlandse kabinet koestert. Zo wil het uitzonderingsmaatregelen voor migratie en stikstof krijgen. ‘Dit kabinet wil iets krijgen wat eigenlijk onmogelijk is’, zucht Joshua Livestro, voormalig politiek adviseur voor de VVD en auteur van Een volmaaktere Unie, een boek waarin hij de ontstaansgeschiedenis van de Europese Unie analyseert. ‘Nederland kan niet de gereformeerde boekhouder van Europa zijn én ook nog een eigen asielbeleid voeren. Een van beide ambities zullen we moeten opbergen. Als we uitzonderingen op migratie willen, zullen we moeten aanvaarden dat er een grotere Europese begroting komt, of uitgebreidere mechanismen voor gemeenschappelijke schulden. Pieter Omtzigt valt flauw bij de gedachte alleen.’
Dat Nederland al die Europese ambities moet waarmaken met een onverkozen en onbekende bureaucraat als regeringsleider, maakt het zo mogelijk nóg moeilijker. In tegenstelling tot Mark Rutte, die dankzij zijn staat van dienst (en zijn electorale successen) alom werd gerespecteerd, ontbreekt het Schoof aan gelijk welke vorm van netwerk. Als leider van een regering met extreemrechts begint hij bovendien met een handicap. ‘Bij Emmanuel Macron komt hij niet langs de voordeur binnen,’ aldus Livestro. ‘Macron zal beslist niet met hem op de foto gaan. De innige band die Macron met Rutte had, zijn we kwijt. Dat maakt het nóg moeilijker om zaken in beweging te krijgen op Europees vlak.’
Moed der wanhoop
De algemene verwachting is dat het kabinet-Schoof – als het er al komt – geen lang leven beschoren zal zijn. Hij zal dit klusje doen, en dan gaat hij lekker met pensioen’, voorspelt Teeven. ‘Ik zie hem geen eigen politieke partij oprichten of een tweede ambtstermijn nastreven. De politieke constellatie van Nederland zal de komende jaren grondig wijzigen. Ik verwacht niet dat dit kabinet de komende vier jaar blijft zitten.’
Sowieso lijkt politieke instabiliteit een gegeven in deze onuitgegeven coalitie. ‘Wilders is helemaal niet milder geworden’, zegt Vossen. ‘Je kan ervan op aan dat hij binnenkort opnieuw de behoefte zal voelen om de knuppel in het hoenderhok te gooien.’ Bovendien bleek Wilders in het verleden ook notoir onbetrouwbaar. ‘Toen hij gedoogsteun leverde aan het eerste kabinet-Rutte, heeft Wilders zonder enige vorm van overleg van de ene dag op de andere de stekker eruit getrokken. Er is geen enkele reden om te denken dat hij daarin is veranderd. Ook voor Schoof geldt dat hij ’s avonds zal gaan slapen zonder zeker te weten dat hij de volgende ochtend nog minister-president is.’
Ook Pieter Omtzigt bewees in het verleden al tot enigerlei markante bokkensprongen geneigd, en ook de BoerBurgerBeweging loopt niet over van de rechtlijnige en gedegen bestuurslieden. Bovendien houden de vier partijen er een kleurboek van rode lijnen op na. Het is maar de vraag hoe partijen met het onvermijdelijke fnuiken van bepaalde ambities zullen omgaan. ‘Op ieder denkbaar dossier riskeert hij een motie van wantrouwen wanneer hij een compromis sluit’, analyseert Livestro.
Toch geldt ook in Nederland de ijzeren wet: Il n’y a que le provisoire qui dure. Aan Schoofs eigen politieke antenne zal het niet liggen, voorspelt Joshua Livestro. ‘Hij zal niet over de eerste de beste bananenschil uitglijden. Hij is politiek handig genoeg om in de eerste zes à twaalf maanden van verwarring toch wat voor elkaar te krijgen. Ik vermoed dat dit kabinet wel een tijdje zal overleven. Maar niet elke vorm van overleven is even prettig.’
Livestro ziet evenwel een factor die het kabinet-Schoof toch een lang leven kan geven: de penibele toestand waarin zowat alle formerende partijen zich bevinden. In de peilingen sinds de Tweede Kamerverkiezingen staat de PVV op stevige winst, terwijl de andere drie partijen klappen krijgen. ‘Pieter Omtzigt is met handen en voeten aan dit kabinet gebonden’, waarschuwt Livestro. ‘Door zijn zwalkende optreden tijdens de formatie is hij zijn achterban ondertussen bijna helemaal kwijtgeraakt. Als dit kabinet valt, worden hij en zijn partij gewoon weggestemd.’
Dick Schoof
1957: Geboren in Santpoort.
1975-1982: Studeert Planologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
1999-2003: Hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
2010-2013: Directeur-generaal politie op het ministerie van Justitie en Veiligheid.
2013-2018: Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid.
2018-2020: Directeur-generaal van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD).
2020-2024: Secretaris-generaal op het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
2024: Beoogd minister-president.