Herman Matthijs (UGent, VUB)
‘Welke lessen kunnen we trekken uit de uitslag van de verkiezingen in Nederland?’
Professor Herman Matthijs (VUB & UGent) analyseert de uitslag van de Nederlandse parlementsverkiezingen.
Nederland is naar de stembus getrokken, de uitslag valt zeker historisch te noemen. Wat zijn de voornaamste feiten?
De uittredende regering Rutte IV (VVD, CU, CDA en D’66) valt terug van 77 naar 41 zetels. Van een nipte meerderheid, wordt dat een diepe minderheid. Het is maar de vraag hoe deze ploeg nog ernstig de lopende zaken kan behartigen?
(1) De peilingen zaten er serieus naast wat de score van de PVV betreft. De partij werd steevast onderpeild. Mijn kan zich ook bij ons de vraag stellen of hier het Vlaams Belang niet onderpeild wordt.
(2) Wat ook opvalt is dat de nieuwe, ‘niet-traditionele’ partijen (of de optelsom van de BBB, het NSC en de PVV) goed zijn voor 64 op de 150 zetels in de Tweede kamer. De oude, traditionele partijen zijn in kartel gegaan (PvdA met GroenLinks), verliezen (VVD), of deemsteren weg in het politiek landschap (CDA).
(3) De uitslag van de Nederlandse verkiezingen leert ons dat maar zes partijen meer dan 5% van de stemmen halen: PVV (23,6%), PvdA/GroenLinks (15,6%), VVD (15,2%), NSC (12,9%) en D66 (6,2%). Liefst negen partijen halen zetels met minder dan 5% van de stemmen. JA21 behaalt haar enige zetel met 0,7%. Met andere woorden: het Nederlandse kiesstelsel leidt tot vele kleine partijen, met als resultaat moeilijke coalities. De invoering van een kiesdrempel naar Belgisch model zou het aantal partijen in de Tweede kamer doen dalen van 15 naar 6. (Een meerderheid van de vier grootste partijen zou dit kunnen verwezenlijken, met een 2/3 meerderheid.)
(Lees verder onder de preview.)
(4) De Nederlandse kiezer heeft het gehad met het beleid op het vlak van asiel en migratie. In een land met veel krapte (grondgebied, huizen, werkvolk enz.) zal er serieus moeten ingegrepen worden op de instroom van asielzoekers, arbeidsmigranten en studenten. De kiezer vindt het bestuur van de afgelopen decennia maar niets. Het succes van Geert Wilders, maar ook van Pieter Omtzigt , laat zien dat de kiezers een ander beleid vragen. Maar ook huisvesting en onbetaalbare regelgeving waren thema’s die de kiezers bezig hielden. Veel van die nieuwe regels op het vlak van milieu en klimaat zijn afkomstig vanuit de ivorentorenwereld van de EU instellingen.
(5) Door de winst van het Nieuw Sociaal Contract (NSC) en de BoerBurgerBeweging (BBB) staat Nederland ook voor de vraag of de gecentraliseerde eenheidsstaat met alle aandacht voor de randstad nog houdbaar is? Een staatshervorming zit er ook aan te komen.
Coalitie
Veel mogelijkheden zijn er niet als we kijken naar de coalitievorming.
Ofwel langs rechts: PVV met de VVD en het NSC, die combinatie geeft 81 zetels in de Tweede Kamer. Maar deze groep heeft geen meerderheid in de Eerste kamer. Aangevuld met de BBB, zouden de partijen daar uitkomen op 88 zetels. (Caroline van der Plas heeft 16 zetels in de Nederlandse Senaat, Pieter Omtzigt heeft er daar geen enkele.)
(Lees verder onder de preview.)
Langs links wordt het een mogelijke coalitie van de VVD met het NSC en het linkse kartel (PvdA/GroenLinks). Die komt uit op 69 zetels, en daar zou dan D66 (9 zetels) of de BBB (7 zetels) bij moeten komen. Het linkse kartel van Timmermans-Klaver wint wel acht zetels, maar dat is minder dan het gezamenlijk verlies van alle kleine linkse partijen.
De nieuwe partijen moeten belangrijke keuzes maken. De BBB heeft al aangegeven dat men liever langs rechts wil besturen. Daarnaast is de vraag of het NSC in een coalitie zal stappen zonder de BBB ?
Peilingen wijzen verder ook uit dat de grote meerderheid van de kiezers van VVD, NSC en BBB een coalitie verkiezen met Geert Wilders, en erg argwanend staan tegenover het linkse duo Frans Timmermans en Jesse Klaver. Wat het linkse kartel betreft, zal nog moeten blijken wat de gevolgen gaan zijn van een verder verblijf in de oppositie? Leidt dat tot een echte fusie van deze beide linkse partijen, of valt het kartel uiteen ?
Conclusie
Op basis van deze campagne en de uitslag blijkt duidelijk dat de Nederlandse kiezer twee items écht belangrijk vindt: asiel en migratie, en welvaart/bestaanszekerheid. Ongetwijfeld worden dat ook de thema’s voor onze stembusslag van juni 2024.
Maar Mark Rutte laat wel een goed beheerde schatkist na. Zijn opvolger erft een begroting met een tekort onder de 3%, en een schuld onder de 60% van het BBP. Dat is een wereld van verschil met de toestand van de openbare financiën in België. In ieder geval zal de 42ste minister-president van Nederland nu rustig kunnen uitkijken naar een functie elders.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier