Waarom radicaal rechts in Duitsland nóg radicaler is
Anders dan andere radicaal-rechtse partijen in West-Europa vaart de Alternative für Deutschland (AfD) een steeds radicalere koers. ‘De kiezer schrikt het niet af, dus waarom zouden ze een andere weg inslaan?’
Jarenlang vormden Europese radicaal-rechtse partijen als het Franse Rassemblement National (RN), de Nederlandse PVV, de Italiaanse Lega, het Vlaams Belang en de AfD een gezamenlijke fractie in het Europees Parlement.
Aan die eenheid is zopas een einde gekomen. Jordan Bardella, de hoofdkandidaat van de RN, liet afgelopen dinsdag weten dat zijn partij niet langer met de AfD in het Europees parlement wil zitten. De reden? De AfD is hen te radicaal geworden.
De beslissing kwam niet helemaal uit de lucht gevallen. Eerder had Marine Le Pen al afstand genomen van de AfD. In januari van dit jaar lekte uit dat prominente leden van de partij hadden deelgenomen aan een bijeenkomst waarop plannen werden besproken om migranten én Duitsers met migratieroots te deporteren naar een nog nader te bepalen Afrikaans land.
Dat was zelfs voor Le Pen meer dan een brug te ver. Ze eiste een schriftelijke garantie dat ‘remigratie’ nooit een programmapunt zou worden van de AfD. Een gesprek met AfD-voorzitster Alice Weidel bracht geen verzoening.
Voor de spreekwoordelijke druppel zorgde vorig weekend Maximilian Krah, de Europese lijsttrekker van de AfD. Krah had in een interview met de Italiaanse krant La Repubblica verklaard dat niet alle SS’ers volgens hem criminelen waren. Het RN reageerde met de mededeling dat het met deze partij geen fractie meer wil vormen in het Europees parlement.
Extremisten
De breuk komt er niet toevallig op een ogenblik dat radicaal-rechtse partijen hun toon milderen in de hoop meer kiezers te overtuigen. Wilders deed dat in Nederland, net als Meloni in Italië en Le Pen in Frankrijk. Vraag is dan waarom radicaal rechts in Duitsland lijkt te kiezen voor een tegenovergestelde strategie.
Een eerste belangrijk verschil is volgens Hanco Jürgens, wetenschappelijk medewerker bij het Duitsland Instituut, dat je in het geval van de AfD moeilijk kunt spreken van één strategie. ‘Anders dan bijvoorbeeld de strak geleide PVV bestaat de AfD uit verschillende afdelingen, die per deelstaat zijn georganiseerd. Daardoor heb je naast eerder gematigde afdelingen als die in Baden-Württemberg ook de meer radicale, zoals die in Thüringen, die geleid wordt door een extremist als Björn Höcke. De afgelopen jaren is de radicale vleugel de toon gaan bepalen, met als gevolg dat veel gematigde stemmen de partij de rug hebben toegekeerd.’
Als je grote concurrent op rechts dezelfde taal gaat spreken, ben je als het ware gedwongen om nog meer naar rechts op te schuiven.
Hanco Jürgens, Duitsland Instituut
Het resultaat, zegt Jürgens, is een partij waarvan de jongerenafdeling zo extremistisch is dat ze gevolgd wordt door de Verfassungsschutz (de veiligheidsdienst, nvdr). ‘Blijkbaar schrikt dat de AfD-kiezer niet af, dus waarom zouden ze een andere weg inslaan? In veel oostelijke deelstaten is de AfD de grootste partij. Die radicaliteit is alleen problematisch op het Europese niveau.’
Dat de radicale boodschap uitgerekend in Duitsland zo aanslaat, is – zacht uitgedrukt – opmerkelijk. Tot minstens tien jaar geleden was het ondenkbaar dat een radicaal-rechtse partij er de kiesdrempel zou halen. Als verklaring werd vaak naar het donkere oorlogsverleden verwezen, en de volgens velen voorbeeldige manier waarop dat verleden werd verwerkt.
Vandaag maakt die verklaring nog weinig indruk. Sterker nog. Een succesvolle extreemrechtse partij in Duitsland blijkt niet alleen perfect mogelijk, ze presenteert er zich ook nog eens in een bijzonder radicale vorm.
Nieuwe tanden
Volgens Jürgens spelen hier verschillende oorzaken. Een ervan heet volgens hem Friedrich Merz, de voorzitter van de christendemocratische CDU die zijn partij veel rechtser positioneert dan zijn voorgangers Angela Merkel en Armin Laschet.
Zo was er Merz’ memorabele uitspraak over asielzoekers die bij de tandarts gratis nieuwe tanden zouden krijgen, terwijl de Duitse burger niet eens een afspraak bij die tandarts zou krijgen. ‘Als je grote concurrent op rechts dezelfde taal gaat spreken, ben je als het ware gedwongen om nog meer naar rechts op te schuiven’, zegt Jürgens.
De verrechtsing van de CDU werd bovendien voorafgegaan door de coronacrisis, een gebeurtenis die volgens Jürgens vooral in de oostelijke deelstaten het al bestaande wantrouwen in de overheid verder heeft aangewakkerd.
Jürgens: ‘Tijdens de soms bijzonder heftige betogingen tegen de coronamaatregelen namen deelnemers opvallend vaak het woord “dictatuur” in de mond. Vaak werd daarbij verwezen naar de communistische DDR. Maar er waren ook demonstranten die bijzonder misplaatste vergelijkingen maakten met de Nazidictatuur, en die de positie van de ongevaccineerden gelijk stelden met die van de Joden.’
Duitse schuldcultuur
Het donkere Duitse verleden wordt door radicaal rechts ook op een andere manier geïnstrumentaliseerd. Volgens minstens een aantal AfD-kopstukken wordt het tijd dat Duitsland afstand neemt van het schuldgevoel dat het overhield aan de Tweede Wereldoorlog.
Een van hen is Maximilian Krah, die zijn stelling dat niet alle SS’ers criminelen waren ook na de heisa bleef verdedigen. Maar er is ook de al genoemde Björn Höcke, die zich in 2017 vragen stelde bij de betekenis van het fameuze Holocaustmonument in Berlijn.
Voor Höcke is het monument een voorbeeld van de niet-aflatende, en volgens hem onwenselijke ‘cultivering’ van de Duitse schuld. Höcke zit daarmee op dezelfde lijn als voormalig partijleider Alexander Gauland, die ooit verklaarde dat het nazisme niet meer was dan ‘een vogelpoepje’ in de Duitse geschiedenis.
Er is altijd een rechts-conservatieve onderstroom geweest die het Duitse volk liever als slachtoffer dan als dader van het naziregime voorstelt.
Hanco Jürgens, Duitsland Instituut
Volgens Jürgens zijn dergelijke opvattingen in Duitsland niet nieuw. ‘Er is altijd een rechts-conservatieve onderstroom geweest die het Duitse volk liever als slachtoffer dan als dader van het naziregime voorstelt.
Daarbij hoort ook de opvatting dat er eindelijk eens een streep mag worden getrokken onder die schuldcultuur. Die opvatting was en is natuurlijk allesbehalve mainstream, maar precies dat maakt ze voor AfD-politici zo aantrekkelijk. De partij teert heel sterk op het anti-establishment-sentiment, een sentiment dat door de coronacrisis nog werd versterkt en gek genoeg wel wat overeenkomsten vertoont met de linkse tegenstem van eind jaren zestig.’
In de peilingen behaalt de AfD vandaag scores tussen de 15 en de 20 procent. Veel hogere scores zijn volgens Jürgens onwaarschijnlijk. ‘De kans dat ze, zoals de PVV in Nederland, deel gaan uitmaken van een regering is hoe dan ook bijzonder klein. Bij een ruime meerderheid van de Duitsers roepen hun radicale ideeën vooral afkeer op.’
Dat bleek begin dit jaar nog, toen honderdduizenden burgers op straat kwamen om tegen de AfD te protesteren. ‘Ook hier zie je een groot verschil met Nederland, waar de PVV haast geruisloos mee aan de macht kon komen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier