Waarom de omstreden Europese Natuurherstelwet de Belgische gemoederen beroert
De Europese Natuurherstelwet zorgt voor onrust in Europa, België en Vlaanderen. Het is zoeken naar een broos evenwicht.
Wie in de Europese wijk in Brussel rondloopt, ziet vijftig tinten grijs. Er valt nauwelijks een boom, plant of insect te bespeuren tussen de voornamelijk fletse kantoorgebouwen. Uitgerekend in die omgeving buigen diplomaten zich dezer dagen over de omstreden Europese Natuurherstelwet.
De Europese Commissie, die het initiatief voor het eerst in 2020 aankondigde, wil met het wetsvoorstel bindende streefcijfers voor natuurherstel van aangetaste ecosystemen. Tegen 2030 moet minstens 20 procent van het land- en zeegebied in de Unie herstellen, tegen 2050 moet dat voor alle ecosystemen het geval zijn.
Voor België betekent dat een flinke slok op de borrel. Dertig jaar na de invoering van de Europese habitatrichtlijn zijn de Belgische speciale beschermingszones er het slechtst aan toe van heel Europa, zo blijkt uit een studie van Natuurpunt. En eenmaal goedgekeurd is de Europese Natuurherstelwet bindend voor alle lidstaten. Het is dus belangrijke materie.
Met het oog op een akkoord hoopt het Zweedse voorzitterschap van de Europese lidstaten eind juni een algemene politieke benadering over het dossier af te kloppen. En omdat de Natuurherstelwet vrijwel alle domeinen van de samenleving zal raken – denk maar aan woningbouw, industrie, infrastructuur en landbouw – vergaderen de nationale milieuministers sinds eind december over de kwestie.
Onrust
Op de allereerste vergadering bleef milieuminister Zuhal Demir (N-VA) weg en moest haar Brusselse Ecolo-collega Alain Maron inspringen. In een reactie op zulke Europese afwezigheden zei Demir op Radio 1 dat ze niet naar toppen wil met een Belgisch standpunt dat haar ‘door de strot wordt geramd’.
Maar uit de voorbereidende vergaderfiche die Knack kon inkijken blijkt dat er toen wel rekening werd gehouden met de Vlaamse bezorgdheden – Maron verwoordde die ook in zijn statement. Met andere woorden: voor Demir was de decembertop net een kans om met haar Europese collega’s te overleggen.
Dat Vlaanderen in december akkoord ging met ‘de manier waarop de Natuurherstelwet op tafel lag’, zoals klimaatminister Zakia Khattabi (Ecolo) in De Tijd beweerde, klopt dus niet helemaal. Er waren wel degelijk enkele Vlaamse bezwaren. Wel lijkt Demir pas na de stikstofcrisis en het verkiezingssucces van de Nederlandse BoerBurgerBeweging het volledige belang van de Natuurherstelwet te hebben beseft.
Bovendien bestelde Vlaanderen pas eind maart de impactstudies over de Natuurherstelwet. Midden april belandden ze bij Demir, met enkele waarschuwingen voor het effect op landbouw en industrie. Nederland was sneller bij de zaak en beschikt al sinds oktober over een verkennende studie. Terwijl België in december nog om studievoorbehoud moest vragen, trok Nederland goed uitgerust op pad.
Gele kaart
Door die ontwikkelingen heeft de voorzichtige Vlaamse welwillendheid van december plaatsgemaakt voor gematigd verzet. Zo maakte de Vlaamse regering eind december geen bezwaar tegen het principe dat de huidige staat van natuurgebieden niet mag verslechteren, intussen doet ze dat wel. Ook over het toepassingsgebied vraagt Demir pas sinds kort om meer flexibiliteit.
In tegenstelling tot bij de stikstofcrisis zitten de Vlaamse regeringspartijen nu wel op één lijn. Zo wil Gwendolyn Rutten (Open VLD) samen met andere parlementen in de Unie op subsidiariteitsgronden bezwaar maken. Maar Rutten komt te laat want bij zulke procedures moet men binnen de acht weken het formele voorstel doen. Dat was eind juni 2022 – 45 weken geleden.
Op het federale niveau bestaat er minder eensgezindheid. ‘Het is belangrijk om het oorspronkelijke ambitieniveau te handhaven’, aldus Khattabi dinsdag in de Kamer. Maar op de kern heeft minister van Financiën Vincent van Peteghem (CD&V) gevraagd om wat gas terug te nemen. En ook premier Alexander De Croo (Open VLD) is niet ongevoelig voor de bezwaren die zijn Nederlandse collega Mark Rutte afgelopen maandag in Oostende uitte.
Of België tegen juni een gemeenschappelijk standpunt over de Natuurherstelwet zal vinden, lijkt daarom weinig waarschijnlijk. Vorige week verliep een vergadering daarover dusdanig chaotisch dat men afgelopen maandag een nieuwe sessie moest organiseren. Woensdag heeft de verantwoordelijke Belgische ambassadeur in de Europese Unie bijkomende vragen aan de Commissie gesteld. Naar verwachting zal die laatste het ambitieniveau naar beneden moeten bijstellen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier