Simon Van Hoeymissen

‘Waarom een Russische aanval op een Baltisch land het voortbestaan van België in gevaar zou brengen’

Simon Van Hoeymissen Criminoloog en politicoloog bij het Studiecentrum Veiligheid en Defensie van de Koninklijke Militaire School

‘De Baltische staten (Estland, Letland en Litouwen) bevinden zich op heel wat vlakken in een gelijkaardige situatie als Oekraïne’, schrijft Simon Van Hoeymissen. Hij herlas de klassieker ‘De kanonnen van augustus’ van historica Barbara Tuchman, en zet een aantal lessen op een rij voor Belgische politici die begaan zijn met ons defensiebeleid.

Deze warme maand augustus is een uitgelezen kans om een klassieker te lezen: ‘De Kanonnen van Augustus’, van Barbara Tuchman. Het beschrijft hoe Europa zichzelf precies 110 jaar geleden onbedoeld in de afgrond van de Eerste Wereldoorlog stortte. Tuchman legt uit hoe militaire staven de jaren voordien uiterst gedetailleerde plannen hadden ontwikkeld die in geval van oorlog zouden worden geactiveerd. Elke troepenbeweging was tot op de specifieke trein en op de minuut precies geregeld. Hoe uitgekiend deze plannen ook waren vanuit militair oogpunt, ze maakten geen politieke afwegingen. Omgekeerd hadden politici ook weinig interesse in de details van die militaire bondgenootschappen en plannen. Zo waren Britse politici amper op de hoogte van de cruciale verantwoordelijkheden die hun eigen leger had opgenomen in de gezamenlijke voorbereiding met Frankrijk om een Duitse aanval af te slaan.

Europa verkeerde in een roes na decennia aan vrede en welvaart, snelle technologische vooruitgang, en wijdverspreide idealen dat economische globalisering oorlog naar de geschiedenisboeken had verbannen. Elk Europees land was op zijn manier verwikkeld in grote binnenlandse uitdagingen. Bovendien zag men de politieke aansturing van diplomatie en defensie als vanzelfsprekend.

Tussen de binnenlandse politieke intriges door lieten beleidsmakers zich in de zomer van 1914 even verleiden tot misplaatst patsergedrag door een zoveelste crisis in de Balkan, een obscuur plaatsje aan de rand van Europa dat zich in tegenstelling tot West-Europa constant in oorlog leek te bevinden. Maar eenmaal de eerste stappen van de militaire plannen en bondgenootschappen in werking traden en politici inzagen wat er gebeurde, was het al te laat. Wat volgde was een van de grootste taferelen van menselijk leed in de geschiedenis.

Veel zaken die Tuchman beschrijft zijn vandaag erg herkenbaar: militaire plannen, bondgenootschappen, snelle innovatie, politici op zoek naar elke kans om kiezers te paaien en andere partijen af te troeven, en een afgeleide, onrustige bevolking. Als we daar onhandig mee omgaan zou dat net als in 1914 akelige dingen in gang kunnen zetten.

Hierbij moeten we wel de misvatting aankaarten dat de oorlog in Oekraïne al zo’n onbedoelde escalatie zou zijn. Wat dat betreft beseffen we vaak niet genoeg hoe cruciaal het was dat Rusland in februari 2022 op het punt stond de traditionele ruggengraat van zijn Centraal-Europese machtspolitiek, de gastoevoer naar Polen en Oekraïne, te verliezen.

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie heeft Moskou die landen jarenlang nog onder controle gehouden door prijzen te zetten en gastoevoer af te sluiten op basis van hun volgzaamheid. Nadat Rusland de laatste tien jaar zijn “gaswapen” al had zien afkalven door nieuwe technologie die toelaat om natuurgas in vloeibare vorm te vervoeren en de liberalisering van de EU’s energiemarkt, zou de opening van de Baltic Pipe op het einde van 2022 het einde ervan betekenen. Afgaande op het gemak waarmee Moskou de Krim annexeerde in 2014 gingen zij (en het Westen) ervan uit dat het nog wel beslissende invloed had op andere kritieke pillaren van zijn voormalige Oekraïense kolonie: zijn leger, defensie-industrie en inlichtingendiensten. Het besloot om die kaart opnieuw ten volle uit te spelen door heel Oekraïne binnen te vallen.

Kortom: de Russische inval in Oekraïne is geen onbedoeld resultaat van een reeks onhandige beslissingen zoals in 1914. Het is de verderzetting met militaire middelen van een doelbewuste, kolonialistische machtspolitiek die Rusland decennialang met energiehandel had gevoerd.

Niettemin zijn de lessen van Tuchman vandaag erg relevant voor ons. De Baltische staten (Estland, Letland en Litouwen) bevinden zich namelijk op heel wat vlakken in een gelijkaardige situatie als Oekraïne. Ook die voormalige Sovjet-landen zijn geografisch erg blootgesteld, met een vlak terrein dat omringd is door Russische militaire basissen. Zij waren tot enkele jaren geleden tot 100% afhankelijk van Russisch gas. Intussen hebben ze niet enkel nieuwe energie-infrastructuur gebouwd, maar zelfs de import van Russisch gas verboden. Ook de spoorweginfrastructuur van de Baltische landen -die hun economieën oriënteert richting Rusland- wordt momenteel hertekend met een verbinding naar Polen in Europese standaardbreedte.

Bovendien hebben die landen ook grote Russische minderheden, wiens loyaliteit onzeker is, en die Moskou een voorwendsel kunnen aanreiken voor Russische “bescherming”. Een Russische aanval op een Baltisch land is dus zeker niet ondenkbaar. Het belangrijkste verschil met Oekraïne is dat de Baltische landen net als België lid zijn van de EU en de NAVO. Alle leden van de NAVO -én die van de EU- hebben zich gebonden aan de verplichting om te doen wat ze nodig achten en kunnen om een bondgenoot die wordt aangevallen te steunen.

En daarmee raakt de Baltische regio voor België veel meer aan de dynamieken die Tuchman beschreef, waarbij een gebrekkige afstemming tussen militaire plannen, bondgenootschappen, politiek en samenleving zou kunnen leiden tot rampzalige misrekeningen.

De plannen van de NAVO moeten alvast tegemoetkomen aan een grote uitdaging: dat de Baltische staten zichzelf niet erg lang zouden kunnen verdedigen tegen een Russische inval op hun grondgebied. Het zijn kleine, dunbevolkte landen. Met oog daarop zijn die landen langs hun oostgrens een verdedigingslinie aan het opwerpen vanuit dezelfde gedachte die België ooit heeft bewogen om de forten rond Luik en Namen te bouwen: niet om een invasiemacht te stoppen, maar om ze genoeg te vertragen om versterking door bondgenoten toe te laten. Om Rusland te ontraden wil de NAVO in staat zijn indien nodig onze oostflank binnen de maand met 300.000 troepen te versterken, aangevuld met een verdere 500.000 man binnen het half jaar.

Voor de gemiddelde Belg zal dat nog steeds weinig relevant lijken. Mocht dat plan echt geactiveerd worden, wat zou dat concreet betekenen voor België? Laten we de onmogelijkheid die België zou ervaren om zelf veel en langdurig bij te dragen aan die troepenmacht even buiten overweging.

De aanslepende Belgische onwil om te investeren in zijn defensie is een bron van internationale ergernis en een bedreiging voor onze nationale veiligheid. Maar men zou kunnen stellen dat als België erbij zweert om geen brandverzekering af te sluiten, zelfs wanneer de rest van ons appartementsblok al in lichterlaaie staat, en liever nog wat meubels koopt, dat ons soeverein recht blijft. Mocht het komen tot een oorlog tussen de NAVO en Rusland zouden de Belgische expeditionaire capaciteiten uiteraard nooit het grote verschil maken in de algemene balans.

Wat wél een enorme impact heeft die ons eigen lot ver overstijgt is de onduidelijkheid of België in staat is om in geval van grootschalige mobilisatie zijn rol te vervullen als logistieke draaischijf voor de rest van de NAVO en de EU. Door onze ligging en infrastructuur vormt België een cruciale schakel in die plannen. Binnen het leger en enkele partners zoals de havens en spoorwegen wordt dit heel ernstig genomen.

We hebben interdepartementale en internationale werkgroepen georganiseerd die regelmatig samenkomen om onszelf voor te bereiden op zo’n scenario’s. Maar op dit vlak is de desinteresse die de Belgische samenleving, openbare diensten en politiek toont ten aanzien van Defensie óók voor andere landen een groot probleem. Om versterking en bevoorrading te verzekeren zou de NAVO immers ook afhangen van Belgische logistieke knooppunten. Dat zou heel wat ondersteuning vereisen door de gehele Belgische samenleving en andere overheidsdiensten die zich vaak niet genoeg bewust zijn van hun rol in zo’n scenario.

Ook de maatschappelijke weerbaarheid blijft een heikel punt. Dat maakt dat het scenario van een mobilisatie van de NAVO op dit moment mogelijk zelfs een grotere bedreiging is voor de Belgische nationale veiligheid dan Rusland zelf. Een gebrek aan voorbereiding zou betekenen dat België in plaats van militaire eenheden helpt te ontschepen en vervoeren, we eerder het slachtoffer zouden worden van een chaotische meute aan gewapende mensen en een vloedgolf aan levensgevaarlijk materiaal die ongecontroleerd over ons grondgebied rolt.

Het is moeilijk om ons dat voor te stellen. Maar om toch een poging te doen: bedenk dat er in België plots de bevolking van een stad als Antwerpen bij komt. Tienduizenden soldaten, voertuigen en containers met bevoorrading van de VS, Canada, Groot-Brittannië, en andere bondgenoten die via de haven van Antwerpen en Zeebrugge ontschepen, plus een eindeloze file van honderdduizenden vluchtelingen en duizenden gewonden uit de Baltische staten en Polen. Dat gaat heel brutaal botsen met de manier waarop we onze economie en overheid momenteel uiterst precies hebben afgesteld op de normale vraag naar goederen en diensten.

Zonder betere voorbereiding en weerbaarheid op niveau van alle overheidsdiensten en de hele bevolking zou dat kunnen leiden tot apocalyptische toestanden. Supermarkten, bakkers, apotheken, bankautomaten die leeg zijn. Ziekenhuisbedden, tankstations, parkeerterreinen, treinen, bussen, zee- en luchthavens die massaal worden opgevorderd door het leger. Hulpdiensten, takeldiensten, scholen, crèches en vuilnisophaaldiensten die overweldigd zijn. Snelwegen die honderden kilometers lang bumper aan bumper volstaan met militaire voertuigen. Tientallen containerschepen voor de kust die niet kunnen ontladen worden, en hun verzekeringsmaatschappijen die met miljardenclaims worden geconfronteerd en failliet gaan. Hyperinflatie die de buitenlandse producten die wel nog beschikbaar zijn onbetaalbaar maken. Enzovoort.

Dat zou een kolossale uitdaging zijn in de beste omstandigheden. Laat staan wanneer de werking van ons land actief zal worden verstoord met drones, sabotageacties, desinformatiecampagnes, cyberaanvallen die onze energievoorziening, communicatiesystemen, internet en verkeerssignalisatie platleggen, zeemijnen of zelfs raketaanvallen van onderzeeërs.

De vredesbeweging pleit ervoor dat België zijn politiek van desinvestering in Defensie aanhoudt of zelfs verscherpt. Maar enige collegialiteit met de vredesbewegingen in de Baltische staten is aan de orde. Elke euro die we in België uitgeven om de militaire logistiek naar de oostflank een uur te versnellen is vijf euro die de Baltische staten niet moeten uitgeven aan militaire capaciteiten om de Russen een uur langer tegen te houden.

Elke oefening die wij doen om onze ondersteuning te stroomlijnen, zal daar levens redden mocht “de dag” komen. Bovendien zou onze nalatigheid de landen en samenlevingen aan de oostflank veroordelen tot een haast totale militarisering van hun samenleving, en een wapenwedloop en oorlog met Rusland veel waarschijnlijker maken.

Ten slotte lopen we ook economische kansen mis door niet ten volle in te zetten op de versterking van onze logistieke knooppunten met onze buurlanden. Nederland heeft dit beter begrepen, en heeft daar ook al internationale partnerschappen mee aangetrokken. Hoewel ook België bij die samenwerking wordt uitgenodigd, zou het meer hebben geloond om vanaf het begin zelf die akkoorden mee vorm te geven. Maar daar hebben we meer capaciteiten, geld en politiek initiatief voor nodig.

De Belgische Defensie speelt een voortrekkersrol op vlak van militaire mobiliteit in Europa. Maar de schaal van de uitdagingen die dat met zich meebrengt vergt middelen vanuit alle departementen van de staat, actieve steun vanwege de gehele samenleving, partnerschappen en vooral: heel veel voorbereiding en oefening.

En die bredere omkadering ontbreekt nog steeds. Dat stelt ons bloot aan heel wat risico’s. Eerst en vooral kunnen we er volgens mij niet zonder meer vanuit gaan dat België als onafhankelijk land met zijn huidige veiligheidscultuur en middelen een grootschalige mobilisatie van de NAVO zou overleven. Laat staan als een democratische rechtsstaat. Een gebrek aan oefening stelt ook de Belgische bevolking bloot aan heel wat gevaren mocht het tot een volledige mobilisering van de NAVO komen. Daarnaast vergroot elke onduidelijkheid over de effectiviteit van België om als hub te dienen voor militaire logistiek de ruimte op misrekeningen tussen de NAVO en Rusland. Tegenargumenten zijn vaak gegrond op een star vasthouden aan morele principes.

De morele standvastigheid van de vredesbeweging is prijzenswaardig, maar met verdere eenzijdige ontwapening, ontmanteling van de defensie-industrie, en afschermen van de nodige financiering voor onze Defensie, verkleinen we het risico op militaire escalatie niet, integendeel.

Wat daarvoor wel zou helpen is het verkleinen van de grote kloof in ons land tussen de leefwerelden van Defensie, de politiek en de samenleving. Wat dat betreft lijkt Barbara Tuchman’s boek relevanter dan ooit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content