Verkiezingen Catalonië: separatisten verliezen meerderheid in parlement
De socialistische partij heeft zondag de parlementsverkiezingen in Catalonië gewonnen. Met meer dan 98 procent van de stemmen geteld, zou de PSC, de Catalaanse tak van de PSOE van premier Pedro Sánchez, 42 zetels binnenhalen (+9).
Volgens de Spaanse media zou de rechtste separatistische partij Junts per Catalunya van Carles Puigdemont 35 (+3) zetels halen in het 135 zetels tellende parlement. De linkse ERC van huidig minister-president Pere Aragonès eindigt op de derde plaats, maar verliest wel sterk en houdt nog 20 zetels over (-13).
De huidige coalitie – ERC, Junts en de radicaal-linkse separatistische partij CUP (4 zetels, -5) – haalt met haar 59 zetels dus geen meerderheid meer in het parlement.
Op de vierde plaats staat de rechtste Partido Popular, die sterk wint (15 zetels, +12), het extreemrechtse Vox behoudt zijn 11 zetels.
Moeilijke coalitie
PSC-kandidaat Salvador Illa zal dus als eerste aan zet zijn om een regering te vormen, wat geen gemakkelijke klus wordt. Een van de scenario’s zou zijn dat hij een regering vormt met het linkse Comuns-Sumar (6 zetels), dat in Madrid met de socialisten in de regering zit, en ERC, dat in zo’n scenario een einde zou maken aan de eenheid van de separatisten.
Illa won in februari 2021 ook al de regionale verkiezingen. Toch werd hij toen geen regeringsleider omdat Junts, ERC en CUP samen een meerderheid van 74 zetels in het parlement hadden.
Premier Pedro Sánchez had van de Catalaanse verkiezing een centraal thema gemaakt, in de hoop te kunnen aantonen dat de Catalanen hun separatistische ambities hebben laten varen. In 2017 riep Catalonië na een referendum nog eenzijdig de onafhankelijkheid uit, een demarche die nooit door Madrid werd erkend.