‘Ursula von der Leyen maakt de Europese markt kapot’
Voor de Europese industrie was het geen al te best jaar, en al zeker voor de Belgische niet. Steeds meer bedrijven verkassen naar de Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk.
‘Welkom in onze nieuwe gigafabriek.’ Premier Alexander De Croo (Open VLD) lachte wat groentjes toen hij vorige week zaterdag het reusachtige bedrijventerrein van John Cockerill nabij de Amerikaanse stad Houston bezocht. De Waalse ingenieursonderneming koos er in 2022 voor om in de Verenigde Staten – en dus niet in België – een nieuwe fabriek te bouwen voor de productie van groene waterstof. Een pijnlijke beslissing, waar de Belgische premier nauwelijks vat op had.
Veel draait om de zogenaamde Inflation Reduction Act (IRA) die president Joe Biden vorig jaar in augustus goedkeurde. Met de IRA wil Washington de Amerikaanse industrie en arbeidsmarkt door middel van subsidies en belastingverminderingen op een klimaatvriendelijke manier nieuw leven inblazen. Geld lijkt er alvast voldoende, want op het bedrag dat de Amerikaanse regering voor de IRA uittrekt, staat geen limiet.
‘De IRA biedt een duidelijk kader voor langdurige investeringen’, zei Nicolas de Coignac, ceo van John Cockerill in Noord-Amerika, in september. En John Cockerill is niet alleen. Ook Deme, Jan De Nul en Solvay staken de Atlantische Oceaan over, en wel om dezelfde reden. ‘In de VS krijgt Solvay 179 miljoen dollar subsidie. In Europa nul euro. Nul!’ vertelde Ilham Kadri, de ceo van het Belgische chemiebedrijf, onlangs aan De Tijd.
Wrevel
‘Europa kampt ook met hogere energieprijzen, minder risicokapitaal en een hogere inflatie. Zeker voor grote bedrijven is de optelsom gauw gemaakt’, vertelt professor internationale economie Hylke Vandenbussche (KU Leuven). De Europese Commissie bevestigt die lezing. De impact van de IRA op de Unie is tot dusver beperkt, al zijn nog lang niet alle effecten zichtbaar en hebben de VS hoe dan ook een interessanter investeringsklimaat dan Europa, luidt het in een recente analyse.
Het hoeft dus niet te verbazen dat de IRA in de Europese Unie de nodige wrevel opwekt. Begin januari liet De Croo optekenen dat de VS met het plan de Europese industrie proberen te ondermijnen. Vooral het feit dat Washington enkele Belgische bedrijven had benaderd om hun investeringen naar de VS te verplaatsen, vond De Croo onaanvaardbaar. ‘Ze waren zich terdege bewust van de impact op Europa’, aldus De Croo in de Britse krant Financial Times.
Na overleg verkreeg de EU van de VS wel enkele toegevingen, maar die waren veelal cosmetisch van aard. Als tegenmaatregel besloot de Commissie onder leiding van voorzitter Ursula von der Leyen om de strenge Europese staatssteunregels langer op te schorten – in de nasleep van de coronacrisis en de grootschalige Russische inval van Oekraïne had ze dat al tweemaal gedaan. Dat geeft de lidstaten de ruimte om miljarden in de eigen industrie te pompen.
Diepe zakken
‘Maar alleen wie diepe zakken heeft, kan veel uitgeven’, stelt Vandenbussche. ‘Voor België met zijn grote staatsschuld is dat veel moeilijker dan voor Duitsland en Frankrijk.’ Dat blijkt: sinds de start van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne zijn Frankrijk en Duitsland samen goed voor meer dan 75 procent van alle subsidies die de lidstaten van de Unie spendeerden.
Belgische bedrijven vertrekken daardoor niet alleen naar de VS, maar ook naar onze ooster- en zuiderburen. Zo opende ArcelorMittal in mei zijn nieuwe staalfabriek bij de Franse stad Duinkerke. Ook Indaver en Umicore overwegen een vertrek. ‘Onze bedrijven worden buitenspel gezet’, waarschuwt VBO-topman Pieter Timmermans. ‘Na de vele Europese crisissen staat er nu een industriële crisis voor de deur’, vult Frank Beckx van Voka aan.
Versnippering
Ook in de Wetstraat is men bezorgd. ‘De versoepeling van de Europese staatssteunregels dreigt de interne markt te versnipperen’, zegt minister van Economie Pierre-Yves Dermagne (PS). Een Belgische diplomaat verwoordt het scherper: ‘von der Leyen en co. maken de Europese markt kapot.’ ‘De Duitse en Franse investeringen helpen weliswaar de Belgische industrie, maar daar zijn grenzen aan’, zegt een collega. Dat von der Leyen niet ingrijpt, heeft volgens ingewijden ook te maken met het feit dat de Duitse haar positie aan de Franse president dankt. Van Eurocommissaris voor Industrie Thierry Breton, een Fransman, gaat er evenmin urgentie uit. Eurocommissaris voor Mededinging Margrethe Vestager tot slot verdween maandenlang van het toneel voor een mislukte sollicitatie bij de Europese Investeringsbank.
Onze bedrijven worden buitenspel gezet.’ VBO-topman Pieter Timmermans
De Europese Commissie lijkt zich wel bewust van de gevaren die de nationale subsidierace voor landen zoals België inhoudt. Toen ze in februari op het punt stond om de staatssteunregels te versoepelen, schreef Vestager aan de ministers van Financiën dat de maatregel een ‘risico voor de integriteit van de Europese markt inhoudt’. Bovendien flankeerde de Commissie de versoepeling van de staatssteunregels met een industrieel plan voor de Green Deal, maar dat is nog in volle uitwerking.
De regering-De Croo is niet van plan daarop te wachten. Tijdens zijn voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in de eerste helft van 2024 is de kwestie prioriteit nummer één. Eind februari houden von der Leyen en De Croo in Antwerpen een industrietop met een veertigtal bedrijfsleiders. Ook kijkt de Wetstraat uit naar het rapport dat de voormalige Italiaanse premier Enrico Letta midden maart over de Europese eengemaakte markt zal presenteren. De Wetstraat hoopt dat de volgende Europese Commissie daar na de Europese Parlementsverkiezingen mee aan de slag gaat.
Intussen blijft het afwachten wanneer het zoveelste Belgische bedrijf de grens oversteekt.