Wouter Beke (CD&V)
‘Terugkeer als ontbrekende puzzelstuk voor een geloofwaardig Europees migratiebeleid’
‘Al jaren gaat migratie over de tongen als een van de meest gevoelige thema’s, van de toog in het gemiddelde Vlaamse dorpscafé tot in de hoogste politieke regionen. Verschillende nationale regeringen vielen over het thema en verkiezingen werden erdoor gewonnen of verloren. Het antwoord tot een gecontroleerde migratie ligt echter grotendeels Europees’, schrijven Wouter Beke en Nicole de Moor. ‘Deze week lanceert de Europese Commissie dan ook haar langverwachte herziening van de Terugkeerrichtlijn als laatste puzzelstukje.’
Op de avond van de Nederlandse verkiezingen in 2014 vroeg PVV-leider Geert Wilders een volgepakte Hollandse bruine kroeg of ze meer of minder Marokkanen wilden. Het antwoord van zijn extreemrechtse achterban laat zich raden. Wars van alle ethische bezwaren bij dergelijke verfoeilijke uitspraken, houdt de uitspraak ook geen steek.
Zoals wel vaker bij valse tegenstellingen, wordt een complex probleem al te eenvoudig voorgesteld met een nog eenvoudigere oplossing.
In de realiteit is migratie echter een complexe puzzel van heel wat aspecten. Het Migratiepact dat vorig jaar onder het Belgische voorzitterschap van de Raad werd beklonken, omvat onder meer duidelijkere bevoegdheden, snellere procedures, versterking van de buitengrenzen en meer solidariteit tussen lidstaten.
Zo worden op dit moment verschillende wetgevende initiatieven uitgerold in de lidstaten om meer controle te krijgen op migratie, van het beperken van de instroom tot het beschermen van onze grenzen. Eén puzzelstukje ontbrak echter: terugkeer.
Laat nu net terugkeer een van de meest essentiële elementen zijn in de hele migratieketen. En laat ons daar ook eerlijk over zijn. Vandaag verlaat slechts 21% van de personen met een terugkeerbesluit het Europese grondgebied en keert terug naar hun land van herkomst. T
erugkeer mag dan een minder fijne kant van de medaille zijn, maar het is wel noodzakelijk om bescherming te kunnen bieden aan wie dat nodig heeft of om derdelanders in Europa te laten werken of studeren.
Als we geen open grenzen aanvaarden, is er dus ook een keerzijde aan die medaille en dat is terugkeer. Wanneer je een systeem draagbaar wil houden voor een hele samenleving, moeten beide factoren in balans zijn. Rechten en plichten, uiteraard ook op vlak van asiel en migratie.
Onwenselijk en onmenselijk
Maar ook voor de betrokken personen zonder verblijfsrecht is een gebrek aan terugkeer onwenselijk en onmenselijk. Ondermaatse terugkeercijfers zorgen ook voor onduidelijkheid. Mensen hopen alsnog een verlengd verblijf te kunnen afdwingen in Europa, ook al werden hun motieven om asiel aan te vragen grondig onderzocht. Kinderen die in de illegaliteit opgroeien in Brusselse kraakpanden, daar worden noch de samenleving, noch die kinderen zelf beter van. Het is dan ook net humaan om in het geval van een negatieve beslissing ook een kordate uitvoering van die beslissing te voorzien.
En daar knelde het schoentje nu net. Ingewikkelde procedures, te weinig slagkracht van nationale overheden of onderlinge disputen en herkomstlanden die hun burgers niet wilden terugnemen, … Heel wat factoren zorgden voor een gebrek aan die noodzakelijke terugkeer.
Met de herziening van de Terugkeerrichtlijn wordt komaf gemaakt met een hele rist van deze problemen. Zo worden terugkeerbesluiten die in andere lidstaten werden uitgevaardigd eindelijk erkend, wat tot snellere uitvoering en minder administratieve ballast moet leiden. Ook wordt werk gemaakt van een medewerkingsplicht bij terugkeer.
Dat Europa soms de mosterd in de lidstaten haalt, toont dit voorstel dat op dezelfde leest geschoeid werd als het Belgische aanklampend terugkeerbeleid. Ook re-integratie in het land van herkomst wordt gestimuleerd, net omdat veel mensen naar Europa kwamen met het perspectief op een betere toekomst. Die toekomst moet ook in hun eigen land mogelijk zijn.
Rwanda-deal
Tot slot wordt er ook een duidelijk kader voorzien om terugkeerhubs uit te bouwen. Ten onrechte wordt dit vaak op een hoopje gegooid met bijvoorbeeld de schimmige Rwanda-deal van het Verenigd Koninkrijk, die uiteindelijk slechts een papieren tijger bleek, of de Kosovaarse ‘huurgevangenissen’.
In dit geval gaat het om samenwerkingen met derde landen om een vlottere transit mogelijk te maken van personen die volledig uitgeprocedeerd zijn en geen enkele juridische grondslag meer hebben om hun verblijf in Europa nog langer te rekken. Want het is ook hun verantwoordelijkheid om in te zien dat een besluit vast staat en gevolgen kent. Rechten én plichten dus.
Een nieuw beleid met meer solidariteit tussen de lidstaten en meer samenwerking met derde landen dat ook humaan is, dat is de weg vooruit. De besluiteloosheid van Europa was al te vaak een doorn in het oog. De afgelopen twee jaar zien we echter een duidelijke kentering, ook op nationaal niveau.
Zowel het Europese Migratiepact als het Belgische Migratiewetboek kunnen zorgen voor duidelijkere procedures, betere samenwerking en effenen zo het pad richting een gecontroleerde migratie. Met dit laatste puzzelstukje, moeten we vol aan de slag om die puzzel ook volledig in de praktijk te brengen. Niet voor minder, maar voor een meer gecontroleerde migratie.
Wouter Beke is Europees parlementslid voor CD&V.
Nicole de Moor is Vlaams parlementslid voor CD&V.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier