Stokebrand Viktor Orbán: ‘Hij wil de waarden van de Europese Unie kapen’
Met zijn bezoeken aan Vladimir Poetin, Xi Jinping en Donald Trump trapt de Hongaarse premier Viktor Orbán de Europese Unie opnieuw op de tenen. Wat moet Brussel met zo’n dwarsligger?
Toen voorzitter van de Europese Raad Charles Michel zich in het begin van dit jaar kandidaat stelde voor het Europees Parlement, veegde vrijwel iedereen hem de mantel uit. Dat de Belgische ex-premier zijn vijfjarige mandaat vroegtijdig wilde opgeven rook volgens critici niet alleen naar persoonlijk opportunisme, maar dreigde de Unie ook in chaos te storten. In zijn functie is Michel namelijk verantwoordelijk voor een groot deel van de buitenlandse vertegenwoordiging van de Europese Unie, samen met voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen en Hoge Vertegenwoordiger voor het Europees Buitenlandbeleid Josep Borrell. Maar als Michel, die hoogst stuntelig op zijn plannen terugkwam, daadwerkelijk was vertrokken, dan zouden niet Von der Leyen of Borrell maar wel de Hongaarse premier Viktor Orbán het van hem overnemen. Hongarije is sinds 1 juli namelijk roterend voorzitter van de lidstaten van de Europese Unie, en zonder vaste voorzitter van de Europese Raad komt die taak de leider van het roterend voorzitterschap toe – Viktor Orbán, dus.
Ruim een half jaar na zijn manoeuvre zal Michel vermoedelijk eens goed vloeken, want het kan Orbán klaarblijkelijk gestolen worden dat de MR-politicus nog steeds op zijn stoel zit. Daags nadat Hongarije op 1 juli het roterende EU-voorzitterschap van België overnam, begon de Hongaarse regeringsleider namelijk aan een wereldreis die veel opzien baarde – en niet in de goede zin van het woord. Eerst bezocht hij de Oekraïense president Volodymyr Zelensky in Kiev, daarna zag hij de Russische leider Vladimir Poetin in Moskou, vervolgens schudde hij in Peking de hand van de Chinese president Xi Jinping. En in de marge van de NAVO-top in Washington ging hij in Florida op de koffie bij de Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump. Nu doet Orbán als Hongaarse premier in principe wat hij zelf wil, maar als Europees voorzitter moet hij rekening houden met de overige 26 Europese lidstaten, in plaats van persoonlijke overtuigingen in het buitenland kracht bij te zetten. ‘Hij gebruikt het Hongaarse voorzitterschap duidelijk om de waarden van de Europese Unie te kapen’, aldus Michiel Luining, rechtsonderzoeker gespecialiseerd in Centraal-Europa (UAntwerpen).
Naar eigen zeggen was de Hongaarse premier in Kiev, Moskou en Peking op ‘vredesmissie’, maar zo zagen zijn collega’s het allerminst. Dat Orbán niemand op voorhand had ingelicht, bij zijn reizen het logo van het Hongaarse EU-voorzitterschap gebruikte én zijn critici wegzette als ‘oorlogspartij’, schoot bij velen in het verkeerde keelgat. Alle lidstaten behalve Slowakije tikten Orbán op de vingers. Ook voor Michel was het reden genoeg om Orbán een vermaning te geven. ‘Laat me de zaken rechtzetten: het roterende voorzitterschap heeft geen rol in de vertegenwoordiging van de Unie op het internationaal toneel en heeft geen mandaat gekregen om namens de Unie actie te ondernemen’, schreef Michel aan Orbán in een brief die Knack kon inkijken. ‘Ik accepteer uw bewering dat we een ‘oorlogszuchtig’ beleid hebben gevoerd niet. Het is precies het tegenovergestelde. Rusland is de agressor en Oekraïne is het slachtoffer dat zijn recht op zelfverdediging uitoefent.’
Dat Rusland daags na Orbáns bezoek een kinderziekenhuis in Kiev bombardeerde was voor velen het bewijs dat Orbáns zelfverklaarde vredesmissie niet meer dan een onemanshow was.
Hoe gulle suikeroom Viktor Orbán een extreemrechts mediaclubje in Brussel financiert
Alexander De Croo
‘Hongarije is geen probleem voor Europa.’ Het is 2011, en toenmalig Belgisch premier Yves Leterme (CD&V) verschijnt breed lachend in het Hongaarse parlement in Boedapest. België heeft er zonet zijn roterende EU-voorzitterschap opzitten en Leterme is naar de Hongaarse hoofdstad afgezakt om de fakkel plechtig door te geven aan zijn collega-premier Orbán. ‘Het probleem is de commotie’, aldus Leterme nog. Maar dat Leterme – op dat moment nog Europees partijgenoot van Orbán – het nodig vond zulke woorden überhaupt uit te spreken, deed toch vermoeden dat er wel degelijk iets aan de hand was.
‘Orbán plaatst zijn opponenten graag voor dilemma’s. Treed tegen mij op, en trap in mijn valkuilen. Treed niet op, en ik win sowieso.’
Na een controversiële grondwetswijziging, aangepaste wetgeving over politieke financiering en een omstreden mediawet zag de Amerikaanse krant The Washington Post eind 2010 al voldoende reden om Orbáns tactieken te vergelijken met die van Poetin. Ook in het Europees Parlement konden Letermes woorden niet op goedkeuring rekenen. ‘Wij verdedigen de belangen van de Hongaarse burgers, u verdedigt alleen die van uzelf’, zei de Belgische ex-premier Guy Verhofstadt (Open VLD) tegen Orban in Straatsburg.
‘Ik reken erop dat u resultaten boekt die alle Europese burgers dienen.’ Ruim dertien jaar na Letermes uitstap, lijkt premier Alexander De Croo (Open VLD) wat minder naïef – zijn woorden zijn veel meer een aansporing voor Orbán dan een uitdrukking van vertrouwen. De Croo en Orbán kennen elkaar goed: de twee zitten in de Europese Raad naast elkaar, ze spraken elkaar eind vorig jaar nog in Berlijn, en in tandem bereidden België en Hongarije hun opeenvolgende Europese EU-voorzitterschappen voor. In de aanloop naar de Europese verkiezingen sprak Orbán namelijk onverholen oorlogstaal aan het adres van de Unie – omdat Europa in Hongarije erg populair is, heeft Orbán het steeds over ‘Brussel’. Samen met andere zelfverklaarde patriottische krachten in Europa, zo riep Orbán zijn landgenoten op, moest Hongarije Brussel ‘bezetten’. De slogan van het Hongaarse voorzitterschap was toen al bekend: Make Europe Great Again – een volgens velen provocatieve zinspeling op Trumps Make America Great Again.
Dat Orbán volop de confrontatie met de andere Europese lidstaten opzoekt, doet enigszins verbazen. Die lidstaten vormen volgens Orbán namelijk de hoeksteen van de Europese Unie, en als het van hem afhangt moeten ze ten koste van de Europese Commissie en het Europees Parlement opnieuw meer macht krijgen – per slot van rekening is Orbán zelf lid van de Europese Raad en Hongarije van de Raad van de Europese Unie. Daarom richtte Orbán zijn pijlen vroeger vooral op het Europees Parlement, dat haast elke maand een resolutie goedkeurt die de Hongaarse regering voor haar optreden in eigen land veroordeelt. Ook de Europese Commissie is een favoriete schietschijf van de Hongaarse premier. In een verder verleden plaatste hij voormalig Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker en de Hongaars-Amerikaanse miljardair George Soros op campagneposters, mét bijschrift dat beide heren ‘Hongarije bedreigen’. Ditmaal herhaalde hij dat kunstje min of meer met Von der Leyen. ‘Von der Leyen is niet onze politieke tegenstander, maar onze werknemer’, zo wilde Orbán de machtsverhoudingen tussen beiden scherpstellen.
Tinne Vanderstraeten
Voor heel wat Europese politici is het na Orbáns recente strapatsen stilaan welletjes geweest, zeker nu hij heeft besloten om Wit-Russen en Russen makkelijker naar Hongarije te laten reizen. ‘De lidstaten onthouden zich van ieder optreden dat in strijd is met de belangen van de Unie in de internationale betrekkingen’, zo luidt het Europees verdrag, maar uiteraard is dat voor interpretatie vatbaar. Wegens Orbáns gebrek aan loyaliteit besloten enkele lidstaten – denk aan de Baltische Staten, Zweden en Polen – om niet langer ministers te sturen naar informele vergaderingen die Hongarije in eigen land organiseert. Onder meer Duitsland, Frankrijk, Italië én België zijn echter minder fel in hun reactie, en wel omdat ze Orbáns vijandbeeld geen kracht willen bijzetten en een felle ruzie willen vermijden waar alleen Poetin blij van wordt. Zo woonden Brussels minister van Leefmilieu Alain Maron (Ecolo) en minister van Energie Tinne Vanderstraeten (Groen) eerder deze maand wél de ministervergaderingen in Hongarije bij, onder meer om de resultaten van het Belgische EU-voorzitterschap op het hoogst mogelijke politieke niveau te volgen.
Ook Von der Leyen laat de zaak niet ongemoeid. Al dan niet toevallig vlak voor de stemming in het Europees Parlement over de tweede ambtstermijn van Von der Leyen besloot de Commissie geen Eurocommissarissen, maar alleen hoge ambtenaren naar de informele ministerraden in Boedapest te sturen. Buitenlandvertegenwoordiger Borrell organiseert dan weer bewust de informele Raad Buitenlandse Zaken in Brussel om Orbán de wacht aan te zeggen. De stappen van de Commissie doen hier en daar de wenkbrauwen fronsen. ‘Dit is een probleem van de lidstaten, dus laat de problemen ook daar’, vertelt een Europese diplomaat. Een goed ingelichte bron binnen de Europese Commissie kan daar tot op zekere hoogte begrip voor opbrengen, maar biedt ook weerwerk. ‘Op een bepaald moment moeten we een lijn trekken – zeker als een voorzitterschap zich zo onwaardig gedraagt.’ Volgens professor Europees Recht Merijn Chamon (VUB) doet de Commissie niets fout. ‘Natuurlijk is dit een politiek signaal, maar de Commissie beslist zelf wie ze naar zulke vergaderingen afvaardigt.’
Dat Orbán zich niet loyaal opstelt ten opzichte van de andere lidstaten staat buiten kijf. Anderzijds begeeft de Hongaarse premier zich met zijn buitenlandse avonturen ook in een grijze zone. Zo trok de Spaanse premier Pedro Sanchez als EU-voorzitter samen met zijn voorganger Alexander De Croo naar de Gazastrook, waar hij zich aan de grensovergang met Rafah erg kritisch toonde ten opzichte van Israël – een standpunt dat op dat moment niet door alle Europese lidstaten gedeeld werd. ‘Toen was er ook wat commentaar op de uitgaande (Spanje, nvdr) en inkomende voorzitter (België), maar die bleef binnenskamers omdat zowel Sanchez als De Croo meer mainstream is’, aldus een Europese diplomaat. ‘Als langst zittende regeringsleider kent Orbán de politieke werking van de Unie als geen ander, en er bestaat al langer gedoe over hoe en wie de Unie in het buitenland moet vertegenwoordigen. Met het voorzitterschap zag hij wellicht een mogelijkheid om zijn provocatieve spel te spelen’, aldus rechtsonderzoeker Luining. ‘Orbán plaatst zijn opponenten graag voor dilemma’s. Treed tegen mij op, en trap in mijn valkuilen. Treed niet op, en ik win sowieso.’
Didier Reynders
De incidenten van de voorbije weken werpen nog maar eens de vraag op hoe de Europese Unie met het Hongarije van Orbán moet omgaan. Al sinds 2018 loopt er tegen het land een procedure over het gebrek aan respect voor de rechtsstaat – dat geding staat voor alle duidelijkheid wat los van Orbáns recente gedrag in het buitenland. Aan het einde van de rit kan die zogenaamde atoombomprocedure ertoe leiden dat Hongarije zijn stemrecht onder de lidstaten verliest. Tot op de dag van vandaag komt er echter nauwelijks schot in de zaak. Tachtig procent van de lidstaten volstaan om de voorlaatste horde te nemen, maar bij De Croo en co. bestaat er voor dat spoor onvoldoende appetijt – te meer omdat alle lidstaten buiten Hongarije uiteindelijk met elkaar akkoord moeten gaan. Critici, voornamelijk uit het maatschappelijk middenveld en academische kringen, verwijten de lidstaten daarom een gebrek aan daadkracht en menen dat ze Orbán zijn geliefde spel laten spelen. ‘Een pestkop moet je straffen, niet belonen’, klinkt het.
Commissievoorzitter Ursula von der Leyen toont zich vastberaden om het de Hongaarse regeringsleider de komende vijf jaar niet gemakkelijk te maken.
Helemaal vrij spel krijgt Orban echter niet. Sinds twee jaar kan de Commissie geld naar de lidstaten tegenhouden als het risico bestaat dat zulke middelen worden misbruikt, en met name als er geen onafhankelijke nationale instanties meer zijn die over zulke malversaties kunnen waken. Dat heeft Orbán geweten. Zo’n 30 miljard euro uit zowel de Europese begroting als het Europese coronaherstelfonds hield de Commissie tot eind vorig jaar tegen. Ruim 10 miljard werd in december wel vrijgegeven, maar daarvoor heeft het Europese halfrond de Commissie aangeklaagd. Dat Hongarije van zo veel Europese middelen verstoken blijft, is voor zowel Orbán als voor het land een hoogst ongemakkelijke zaak – op vlak van individuele consumptie is Hongarije het tweede armste land van de Europese Unie, en met een begrotingstekort van meer dan 6 procent belandde het net zoals België op het Europese strafbankje, sinds midden juni . Toch doet het Hongarije niet noodzakelijk in de pas lopen. Begin mei ondertekenden China en Hongarije een strategisch samenwerkingsakkoord, eind juli kreeg Boedapest nog een miljardenlening uit Peking. De onderliggende boodschap aan Brussel: wij doppen onze boontjes zelf wel.
Orbán kan echter niet op beide oren slapen, en wel omdat Eurocommissaris voor Justitie Didier Reynders op vinkenslag ligt. Aan de Hongaarse krant Népszava liet Reynders eind juli weten dat de Europese Unie in de nabije toekomst meer geld voor Hongarije kan tegenhouden, wegens het nieuwe Hongaarse ‘soevereiniteitsbureau’ dat Orbán eerder dit jaar uit de grond stampte. Dat agentschap moet de buitenlandse steun aan middenveldorganisaties tegen het licht houden – recent werd bijvoorbeeld een officieel onderzoek gestart naar de Hongaarse tak van waakhond-ngo Transparency International. De Europese Commissie opende al een onderzoek, en als Hongarije de zaak blauwblauw laat, dan komt het Europees Hof van Justitie tussenbeide. Orbán weet wat de gevolgen kunnen zijn: midden juni werd Hongarije veroordeeld tot een boete van 200 miljoen euro omdat het de Europese asielregels niet respecteert, de bijbehorende dwangsom van een miljoen euro per dag doet de Hongaarse regering voorlopig niet van gedachte veranderen. U leest het: op een Eurocommissaris met een al te belangrijke portefeuille hoeft Hongarije in de komende Europese Commissie niet te rekenen.
Als Orbán de Europese Unie daadwerkelijk tracht te kapen, hoe hou je hem dan buiten boord? Tijdens haar recente toespraak in het Europees Parlement toonde Von der Leyen zich vastberaden om het de Hongaarse regeringsleider de komende vijf jaar niet gemakkelijk te maken. ‘De rechtsstaat en de strijd tegen corruptie zullen centraal staan in ons werk. We zullen al onze instrumenten versterken en de handhaving opvoeren’, aldus de Duitse, zonder de naam van Orbán één keer te noemen. Volgens Luining moet de Europese Unie inderdaad krachtdadig tegen de Hongaarse regering blijven optreden. ‘Orbáns spel wordt net brutaler onder meer omdat Brussel steeds forser tegen hem optreedt. Europese middelen inhouden is een historische stap. De Hongaarse premier maakt meestal gebruik van onenigheid of zwaktes binnen de Europese Unie, dus hoe krachtdadiger die optreedt, hoe meer en sneller hij zal inbinden. Orbán wil de waarden van de Europese Unie kapen om zo veel mogelijk nationale speelruimte te behouden, hij wil de Europese Unie niet vernietigen of verlaten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier