Zsuzsanna Szelényi

‘Raakt Viktor Orbán de weg kwijt met zijn radicale buitenlandse beleid?’

Zsuzsanna Szelényi Voormalig Hongaars parlementslid

‘De Europese leiders zijn er, misschien tot hun eigen verbazing, in geslaagd om Viktor Orbán weer in het gareel te krijgen. Maar het dilemma waar de Hongaarse premier hen mee confronteert, is niet opgelost’, schrijft Zsuzsanna Szelényi na de goedkeuring van een Europees hulppakket van 560 miljard euro aan Oekraïne .

EU-leiders en diplomaten konden afgelopen week opgelucht ademhalen toen de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, deze week bekendmaakte dat de Raad het hulppakket van 50 miljard euro voor Oekraïne unaniem heeft goedgekeurd.

Het besluit, waaruit de vastberadenheid van het blok blijkt om het door oorlog verscheurde land te steunen, kwam na weken van ongewoon hoge spanningen tussen de Hongaarse premier Viktor Orbán en zijn Europese partners. Orbán had gedreigd om zijn veto uit te spreken over het hulppakket, wat beschuldigingen van “chantage” opriep, terwijl een aantal Europese leiders het idee opperde om gebruik te maken van de artikel 7-procedure van het blok om Hongarije zijn stemrecht te ontnemen, als reactie op Orbáns aanhoudende ondermijning van EU-maatregelen. Maar het resultaat op donderdag was voor alle partijen bevredigend.

Aan de kant van de Raad liet het zien dat de EU haar zin kon krijgen door Orbán duidelijk te maken dat er geen verdere concessies zouden worden gedaan met betrekking tot de status van de structurele fondsen. Voor Orbán werden twee gezichtsbesparende amendementen in de definitieve tekst opgenomen. Er komt een discussie in de Europese Raad over het jaarverslag over de hulp en de Europese Commissie heeft toegezegd de rechtsstaatprocedure tegen Hongarije op een “eerlijke en objectieve manier” toe te passen. De door de Hongaarse regering gecontroleerde media hebben dit afgeschilderd als historische overwinningen, pijnlijk toegegeven door de zogenaamde “Brusselse elite”. “Het is ons gelukt”, riep een artikel op Orbáns officiële website uit.

De Hongaarse premier heeft al lange tijd kritiek op de “Brusselse elite”, is sterk gekant tegen veel EU-beleid en heeft beoordelingen over de erbarmelijke staat van dienst van Hongarije op het gebied van de rechtsstaat stevig aan de kaak gesteld. Maar waarom stelde Viktor Orbán zijn eisen deze keer zo radicaal, waardoor een levensreddend hulppakket voor Oekraïne bijna in gevaar kwam?

(Lees verder onder de preview.)

Een deel van het antwoord ligt in het feit dat de Hongaarse regering momenteel wordt onderzocht in het kader van het EU-rechtsstaatconditionaliteitsmechanisme en dat tientallen miljarden aan structurele fondsen zijn bevroren totdat het land voldoet aan de democratische normen van de EU, die zijn vastgelegd in 27 mijlpalen. De voortdurende bevriezing van de fondsen heeft hun status centraal gesteld in Orbáns afspraken met de EU.

In 2023, na enkele maanden van intensieve onderhandelingen, die er niet in slaagden om de aanzienlijke financiering vrij te maken, veranderde Orbán van koers en begon hij radicale middelen te gebruiken om de Europese Commissie tot concessies te dwingen. Dienovereenkomstig kondigde de Hongaarse regering aan dat ze haar veto zou uitspreken over een mogelijke verhoging van de begroting en de steun voor Oekraïne, die in het laatste geval cruciaal is voor de veiligheid van de EU.

Hoewel verschillende Hongaarse politici een direct verband tussen de aanpak van de bevroren fondsen en de houding van het land ten opzichte van Oekraïne ontkenden, maakte Orbán al in juli duidelijk dat hij de twee zaken samen zou benaderen en legde hij uit dat wanneer de EU met haar plannen zou komen om een nieuwe financieringsstructuur voor het blok goed te keuren, Hongarije niet zomaar in de pas zou lopen. In december waren ze, aangemoedigd door Hongaarse diplomaten en deskundigen op het gebied van buitenlands beleid, onlosmakelijk met elkaar verbonden, wat de premier een belangrijke concessie in de Europese Raad opleverde: 10 miljard euro aan bevroren cohesiefondsen, aan het einde van het jaar.

Voor Orbán is het spelen van spelletjes over de meest cruciale kwesties waar Hongarije en het Europese blok in bredere zin mee te maken hebben, nu gemeengoed geworden en uiteindelijk hangt het samen met bredere pogingen om macht te projecteren op het internationale toneel. Bondgenoten en vrienden zijn nu slechts pionnen die kunnen worden gechanteerd als onderdeel van de reis.

Deze gedragsverandering is terug te voeren op Orbáns publiekelijk uitgesproken streven naar een nieuw buitenlands beleid voor Hongarije in 2010. Zijn ambitie is om Hongarije – een klein Oost-Europees land aan de periferie van de trans-Atlantische samenwerking – naar het hart van de mondiale besluitvorming te duwen. Deze strategie is riskant en duur gebleken, gezien de economische en politieke relaties die moesten worden opgebouwd met Rusland, Turkije en, misschien wel het belangrijkst, China.

Deze groeiende banden met autoritaire leiders hebben Orbán op gespannen voet gebracht met zijn westerse bondgenoten. Orbán en de Hongaarse politiek loyale zakelijke elite hebben echter enorm geprofiteerd van het feit dat ze de rivaliserende eisen van Oost en West hebben weten te omzeilen. Hongarije is veilig gebleven, het heeft gezorgd voor een aanzienlijke toename van directe buitenlandse investeringen en het land is een belangrijke speler geworden in de mondiale besluitvorming.

Het uitbreken en voortduren van de oorlog in Oekraïne heeft deze gunstige positie echter in gevaar gebracht. Europa’s openlijke conflict met Rusland en de afstand tot China dreigen het succes van Orbán’s dubbelspel teniet te doen. Hij krijgt te maken met een nieuw politiek landschap, waarin Polen, de Baltische staten en Scandinavië veiligheidscentra voor het continent worden, samen met de mogelijkheid dat een door de VS gesteund Oekraïne een nieuwe EU-lidstaat wordt. In dit scenario wordt Hongarije teruggedrongen naar de periferie. Orbán probeert daarom systematisch de toetreding van Oekraïne tot de EU te vertragen, terwijl hij vecht om zijn relatie met Rusland en China, waar hij gevestigde belangen heeft, in stand te houden. Zijn steeds radicaler wordende buitenlandse beleid vervreemdt Hongarije echter van zijn naaste bondgenoten en brengt de Europese eenheid in de meest cruciale kwesties in gevaar.

De Europese leiders zijn er, misschien tot hun eigen verbazing, in geslaagd om Orbán weer in het gareel te krijgen. Maar het dilemma is niet opgelost. Om zijn visionaire ambities waar te maken, heeft Orbán de macht nodig die hij 14 jaar geleden kreeg toen hij zijn ambt weer opnam. En hij is niet bereid die te verliezen. Zijn groeiend autoritarisme is de voorwaarde om risico’s te nemen. Zolang hij niet bang is om zijn macht in eigen land te verliezen, kan hij risico’s nemen op het gebied van buitenlands beleid in Europa én daarbuiten.

Zsuzsanna Szelényi is expert op het gebied van buitenlands beleid, voormalig Hongaars parlementslid en auteur van Tainted Democracy: Viktor Orbán en de ondermijning van Hongarije.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content