Populariteit koning Willem-Alexander slinkt: ‘De koning is er voor de mensen, niet andersom’
De populariteit van de Nederlandse koning Willem-Alexander (56) zit in het slop. 6,6 op 10, dat geeft de gemiddelde Nederlander aan zijn vorst, zo blijkt uit een recente rondvraag van peilingbureau Ipsos in opdracht van de Nederlandse openbare omroep NOS. Slechts 38 procent van de Nederlanders heeft nog vertrouwen in Willem-Alexander – het laagste aandeel sinds zijn aantreden in 2013. In 2020 lag dat percentage nog dubbel zo hoog.
Verklaart die lage score waarom hij onlangs tijdens de traditionele balkonscène op Prinsjesdag voor het tweede jaar op rij werd uitgefloten? Toch niet, denkt historicus en publicist Kemal Rijken, dat fluitconcert kwam van een kleine maar luidruchtige groep complotdenkers die de gemiddelde Nederlander niet vertegenwoordigt. Rijken brengt deze week het boek Monarchie uit, een toegankelijk werk over de Europese koningshuizen sinds 1940. In Europa worstelen ze met hun voortbestaan, stelt hij vast, en is het maar de vraag of er tegen het einde van deze eeuw nog monarchieën zullen zijn.
Moet Willem-Alexander zich zorgen maken over zijn populariteit?
Kemal Rijken: Het koningspaar heeft de vertrouwensdip aan zichzelf te wijten: in de zomer van 2020 gingen ze zonder mondmasker met een Griekse restaurantuitbater op de foto. En later, in de herfstvakantie, ging de familie weer naar Griekenland op reis, terwijl dat werd afgeraden vanwege de coronacrisis. Veel Nederlanders reageerden enorm verontwaardigd. Ondanks verontschuldigingen van de koning begon het vertrouwen toen te dalen. En om nog onduidelijke redenen blijft het maar krimpen.
Nu is het koningschap geen sprint maar een marathon: doorgaans is onze monarch zo’n dertig jaar in functie en pas dán wordt de finale balans opgemaakt. Willem-Alexander heeft dus nog tijd. Wel moet hij zich afvragen waarom het vertrouwen zo laag ligt. Hij mag niet rustig achteroverleunen: de koning is er tenslotte voor de mensen, niet andersom.
38 procent van de Nederlanders heeft nog vertrouwen in Willem-Alexander.
Er is nog meer. Willem-Alexander sluit zijn kroondomein enkele maanden, onder meer om te jagen. Zijn belastingvrije dotatie stijgt volgend jaar met 55.000 euro. Doet dat zijn imago goed?
Rijken: Dat eerste is zeker voor de jongere hoogopgeleiden van Generatie Z niet meer aanvaardbaar. Voor hen is het koningshuis een verouderd instituut in een moderne tijd. De Oranjes doen er dus goed aan om met hun bezorgdheden rekening te houden – denk aan het wagenpark vergroenen, zo weinig mogelijk vliegreizen of meerdere bevolkingsgroepen tot de hofhouding toelaten. Toen Willem-Alexander in juli zijn spijt betuigde voor het slavernijverleden en om vergiffenis vroeg, werd dat erg goed ontvangen. Maar het had wel geen positieve invloed op het vertrouwen in de koning.
Blijven koningshuizen nog lang bestaan?
Rijken: De monarchie is een haar in de boter van de democratie – erfopvolging is niet van deze tijd. Maar verdwijnen zullen ze niet snel: in België is er een tweederdemeerderheid nodig om de Grondwet te veranderen, in Nederland moet er in twee regeerperiodes respectievelijk een een- en tweederdemeerderheid in zowel de Senaat als de Tweede Kamer zijn. In België doet koning Filip, die uitstekend wordt aangevuld door koningin Mathilde, het vooralsnog goed – alleen in het kader van een grote staatshervorming zie ik jullie koningshuis misschien verdwijnen. In Nederland krijgt Willem-Alexander mogelijk nog kansen om het vertrouwen te herstellen, dus ook daar verwacht ik niet meteen dan het snel zal gaan.
Hoe ziet u de verschillen tussen het Belgische en het Nederlandse Koningshuis?
Rijken: Nederland is eerder een egalitaire samenleving, terwijl België wat hiërarchischer is. Dat vertaalt zich ook in de manier waarop beide koningshuizen zich gedragen. Zo zul je ons koningspaar weleens zien dansen en op zulke momenten valt de sacraliteit van hun status wat weg. Het Belgische vorstenpaar waakt erg over zijn waardigheid en neemt gemakkelijker een beetje afstand van de bevolking. Dat geeft ruimte om een modern imago na te streven zonder dat het te uitbundig overkomt. Ook het private en professionele aspect wordt in België nog strikter gescheiden. Dat laatste moet ook, want de Belgische koning speelt een belangrijkere politieke rol, bijvoorbeeld in het formatieproces of in crisistijd.
Voor Gen Z is het koningshuis een verouderd instituut in een moderne tijd.
Kemal Rijken, Monarchie: Koningshuizen in Europa vanaf 1940, Geschiedenis, Uitdagingen, Overlevingskansen, Ambo|Anthos uitgevers, 504 blz., 34,99 euro.