Polen: regeringspartij Recht en Rechtvaardigheid scoort dankzij gul sociaal beleid
Met 42 procent van de stemmen geteld is de uitslag bijzonder duidelijk: ‘Recht en Rechtvaardigheid’ haalt net geen 50 procent van de stemmen en een comfortabele meerderheid van de 460 zetels in de Sejm (Kamer). In vergelijking met najaar 2015 wint ze zes procent. Zo zet ze het beste resultaat neer dat een Poolse partij haalde sinds de val van het communisme. En nog een record: de opkomst bedroeg een nooit eerder geziene 61 procent.
De BurgerCoalitie van het liberale Burgerplatform met de Groenen en enkele andere minipartijtjes wint drie procent tegenover 2015 en blijft de tweede grootste politieke kracht. Maar met 27 procent bengelen de liberalen ver achter de nationalisten.
Links doet na vier jaar afwezigheid een wederintrede in het parlement. Het linkse blok met de ex-communisten van de SLD, het extreemlinkse ‘Razem’ (Samen’) en het linksliberale ‘Wiosna’ (‘Lente’) haalt 11,9 procent en 43 zetels. Uitkijken wordt het naar ‘Lente’-kopman Robert Biedron, de bekendste homoactivist van Polen en pleitbezorger voor een seculiere staat en een soepeler abortuswet. In het door ‘Recht en Rechtvaardigheid’ gedomineerde Polen is dat letterlijk vloeken in de kerk.
Ook de aloude centrumrechtse Boerenparttij PSL en haar coalitiepartner ‘Kukiz 15’ van ex-rockzanger Pawel Kukiz zit in de Sejm; samen halen ze 9,6 procent, goed voor 34 zetels.
Toch opvallend is de score van 6,4 procent en 13 zetels voor de ‘Confederatie’ van onder meer de zonderling Janusz Korwin-Mikke. Met een mening als zouden vrouwen minder intelligent zijn dan mannen en dat Polen beter af zou zijn met een Polexit, bevindt deze groepering zich in de extreemrechtse buitenbaan van de Poolse politiek. De laatste zetel gaat naar de eenzame vertegenwoordiger van de Duitse minderheid in Silezië die bij wet die ene zetel bezet.
Kalf verdronken
De liberale oppositie heeft de verkiezingen van 13 oktober al op 26 mei verloren. Die dag haalde ‘Recht en Rechtvaardigheid’ bij de Europese verkiezingen een indrukwekkende 45 procent. De verenigde oppositie onder de vlag van ‘Europese Coalitie’ was een monsterverbond van liberalen, ex-communiste, Groenen en Boerenpartij. De coalitie strandde op 38 procent. De analyse was gauw gemaakt: te grote ideologische spreidstand, te veel een louter anti-regeringsverbond.
Toch probeerde ‘Burgerplatform’-leider Gregorz Schetyna in de zomer opnieuw een grote coalitie te smeden. Dat mislukte. Begin september sloeg de paniek helemaal toe bij de liberalen. Schetyna werd als kopman opzij geschoven ten voordele van Malgorzata Kidawa-Blonska. Plots moest zij de campagne in Warschau overnemen en het gezicht van de partij worden. Op amper zes weken van de stembusgang was zulk een openlijk teken van twijfel dodelijk.
Ook de oude krokodil Lech Walesa liep de oppositie voor de voeten. Tijdens de campagne overleed Kornel Morawiecki, vader van premier Mateusz Morawiecki. Tijdens de tropenjaren in de strijd tegen het communisme was Kornel leider van ‘Strijdende Solidariteit’. Maar bij zijn dood kreeg Walesa geen goed woord over de man over de lippen. Nog een bewijs hoe diep de polarisering in Polen zit ingebakken en hoe hoog de haat tussen vroegere medestanders oplaait. “Familievetes zijn altijd de bitterste”, meende de openbare omroep.
Welvaarstaat en waarden
Bij de verkiezingen vier jaar geleden haalde ‘Recht en Rechtvaardigheid’ 37 procent en dat was voldoende voor een meerderheid in zetels. Heel voluntaristisch begon de partij aan de ‘dobra zmiana’, de ‘goede verandering’. Volgens ‘Recht en Rechtvaardigheid’ kon er eindelijk werk worden gemaakt van het slopen van de restanten van het communisme. Vandaar de pogingen om het oude gerechtelijke apparaat te hervormen en onder politieke controle te brengen.
Maar tegelijkertijd maakte de partij werk van haar sociale beleid. De vorige, liberale regering van Donald Tusk had, in lijn met Europa, de pensioenleeftijd voor mannen en vrouwen op 67 gebracht. ‘Recht en Rechtvaardigheid’ had beloofd die maatregel te schroeven en deed dat prompt. Poolse mannen kunnen op 65 met pensioen, de vrouwen zelfs op 60.
‘Recht en Rechtvaardigheid’ scoort vandaag bij veel kiezers dankzij het gulle sociale beleid. Bejaarden krijgen een dertiende en zelfs veertiende maand, het minimumloon wordt opgetrokken tot 583 euro per maand, jongeren moeten zeven jaar lang geen belasting betalen, de laagste schijf voor de inkomstenbelasting wordt van 18 naar 17 procent gebracht. Sluitstuk is het hoge kindergeld van 120 euro maandelijks voor elk kind.
Partijvoorzitter Jaroslaw Kaczynski smeedde dat beleid tot een wervend narratief: de uitbouw van een welvaartsstaat naar Duits model maar met behoud van de traditionele religieuze en familiale Poolse waarden. Daar wil hij blijkens zijn overwinningstoespraak ook de komende vier jaar verder werk van maken.
De nadruk op de traditionele familiewaarden betekent ook dat ‘Recht en Rechtvaardigheid’ volgens Kaczynski “een dam tegen het verdorvene vanuit het Westen” wil en moet zijn. Vier jaar geleden vergoelijkte hij de Poolse weigering om moslimmigranten op te nemen omdat “die migranten ziektes en parasieten binnen brengen.” Tijdens deze campagne deed hij de truc nog eens over maar nu met LGTB’s in het vizier want die “zijn een bedreiging voor Poolse families”. Het moge duidelijk zijn dat homo’s en lesbiennes ook de komende vier jaar geen extra rechten zullen verkrijgen als het van ‘Recht en Rechtvaardigheid’ afhangt.
Trump en Tocarczuk
In de laatste dagen van de campagne kregen beide machtsblokken een buitenlands cadeau. De Amerikaanse president Donald Trump kondigde aan dat Polen in de nabije toekomst zonder visa en met een gewoon paspoort naar de VS zullen kunnen reizen. Dat is een lang gekoesterde droom van Polen en volgens Trump een teken van de goede verstandhouding tussen Polen en de Verenigde Staten. Ook de Poolse regeringsgezinde media herhalen graag de riedel dat president Duda en Trump het prima met elkaar kunnen vinden en dat de Pools-Amerikaanse relaties dezer dagen hartelijk mogen worden genoemd.
Een opsteker voor de oppositie dan weer is de Nobelprijs Literatuur voor Olga Tocarczuk. De schrijfster staat al lang bekend als kritisch tegenover de nationalisten. Haar werk en denken gaan uit van een lang gekoesterd multicultureel Polen en een kritische bevraging van de Poolse identiteit. Nog begin van de week had minister van Cultuur Glinski met een mengeling van spot en schaamteloosheid gezegd dat hij “de boeken van Tocarczuk niet uit kan lezen.” Enkele dagen later kreeg de schrijfster de Nobelprijs. In haar eerste persconferentie als Nobelprijslaureate noemde ze de verkiezingen in Polen “een keuze tussen democratie en autoritair bewind”. De openbare omroep TVP repte met geen woord over Tocarczuks politieke ideeën. De Nobelprijs werd in het journaal geframed als een succes voor de Poolse literatuur, ja, een overwinning van Polen. En gisteren, tijdens de verkiezingsuitzending, versloeg de Poolse nationale voetbalploeg Nood-Macedonië met 2-0. Alweer een Poolse overwinning.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier