Michelle Haas
‘Pleiten tegen investeringen in defensie? Dat is een luxe die ze in Oost-Europa niet hebben’
‘Vanuit een Westerse positie pleiten voor ‘conflictpreventie’ zonder militaire middelen betekent niets anders dan wegkijken van deze onrechtvaardigheid’, schrijft Michelle Haas. Ze reageert op een open brief van een aantal Vlaamse middenveldorganisaties naar aanleiding van 11 november. ‘Veiligheid omvat diplomatie, ontwikkelingssamenwerking én militaire macht.’
Aan de nationale bibliotheek in Vilnius wappert de Oekraïense vlag hoog naast de Litouwse en EU-vlag. Bussen rijden langs met de tekst “Vilnius loves Ukraine”. In deze Baltische hoofdstad maakt steun aan Oekraïne deel uit van de publieke ruimte.
Die middag nam ik deel aan een paneldiscussie voor een publiek van progressieve denkers uit het middenveld en de politieke en academische sector. De conferentie draait om de verzoening van sociale, milieu- en veiligheidskwesties in tijden van oorlog. Iemand in het panel maakt terecht de opmerking dat dit luxe-vragen zijn, die ze zich een paar honderd kilometer van hier niet kunnen veroorloven. Discussies over veiligheid zijn daar geen abstracte beleidskwesties, maar een kwestie van overleven en solidariteit.
In het panel ben ik de enige West-Europeaanse. Naast mij zitten Letse, Litouwse en Poolse sprekers. Terwijl zij praten over het belang van een ‘whole-of-society approach’, wordt het contrast tussen onze samenlevingen steeds meer zichtbaar. In België is luchtafweer nog een controversieel thema, ook al is dit een volledig defensieve capaciteit. Hier liggen voorstellen op tafel om de heringevoerde dienstplicht voor mannen uit te breiden naar vrouwen. Het zijn uitersten. Een Litouwse politica zegt me na afloop: “Dit is waarom Oost-Europeanen zich niet veilig voelen. Het lijkt alsof de rest van Europa niet inziet dat Oekraïne ónze oorlog voert.”
Ze heeft gelijk. Terwijl ik door de stad loop, zie ik een essay verschijnen met de titel “Veiligheid omvat meer dan militaire macht.” Meer dan dertig vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties vragen zich af wat eigenlijk het doel is van defensie-investeringen. “Draagt dit geld werkelijk bij aan de veiligheid van de burger?” vragen ze. “Of wordt het simpelweg besteed aan militaire technologie die niets doet voor de concrete bescherming van menselijke waardigheid en rechtvaardigheid?”
Het zijn die laatste woorden -menselijke waardigheid en rechtvaardigheid- die me oprecht raken. De dag voordien las ik ze ook. In een voormalig KGB-gevangenis, nu het Museum over Bezettingen en Vrijheidsstrijden. De Baltische partizanen, ook wel Woudbroeders genoemd, worden er geëerd. Ze vochten voor rechtvaardigheid. Na deze gruwelijke geschiedenis van Sovjet-bezetting smeekten alle lagen van de maatschappij om NAVO-toetreding, om veiligheidsgaranties.
Die gruwelijke geschiedenis herhaalt zich vandaag. In Oekraïne voert het Russisch leger momenteel één van de krachtigste offensieven uit sinds het begin van de invasie, en de winter is net gestart. Vanuit een Westerse positie pleiten voor ‘conflictpreventie’ zonder militaire middelen betekent niets anders dan wegkijken van deze onrechtvaardigheid. Veiligheid omvat diplomatie, ontwikkelingssamenwerking én militaire macht.
Het middenveld in Oost-Europa ziet een heel andere rol voor zichzelf weggelegd. Ze werken hier actief mee aan het versterken van weerbaarheid, in alle lagen van de samenleving. Ze kennen de prijs van veiligheid. Hun huidige ervaring met de opvang van Oekraïense vluchtelingen heeft hen er nog eens aan herinnerd. Ik spreek er met een Oekraïense die al jarenlang werkt voor een klimaatorganisatie. “Is dat moeilijk te verzoenen; jouw strijd tegen de klimaatcrisis én tegen de Russische oorlog”, vraag ik haar. Ze is duidelijk: “Het tegenovergestelde; niets veroorzaakt meer milieuschade dan oorlog.”
Oost-Europa heeft gelijk gekregen. Hun inschatting van de Russische intenties werd weggelachen door hun West-Europese partners, zelfs na 2014. Sommige Europese landen lijken nog niet te zijn wakker geschud. “Doe je huiswerk” zeggen ze hier tegen hen. België mag zich aangesproken voelen. Wat zij bedoelen is simpel: veiligheid en vrede zijn geen vanzelfsprekendheden. Ze moeten actief verdedigd worden. En in een bondgenootschap doe je dat samen.
Voor de mensen hier is het duidelijk: het recht op zelfbescherming is een voorwaarde voor sociale rechtvaardigheid. Laten we het oorlogspad inderdaad verlaten. Door Oekraïne te steunen. Door onze Oost-Europese bondgenoten te versterken. Dat is internationale solidariteit.
Michelle Haas is onderzoeker aan het Ghent Institute for International and European Studies (GIES) van de UGent. Ze is gespecialiseerd in het Europese defensiebeleid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier