Oud-bondskanselier Gerhard Schröder mag lid blijven van zijn SPD
De voormalige Duitse bondskanselier Gerhard Schröder mag ondanks zijn nauwe banden met het Kremlin toch lid blijven van de Duitse sociaaldemocraten. Een commissie binnen de SPD besliste in maart al dat Schröder niet bestraft zou worden, maar enkele lokale afdelingen gingen daartegen in beroep. De federale arbitragecommissie van die partij oordeelt nu dat dat beroep niet-ontvankelijk is. Daarmee is de zaak gesloten.
De SPD-commissie ‘kon niet met voldoende zekerheid vaststellen’ dat Schröder de partijstatuten, -principes of -regels had geschonden, of dat hij zich schuldig gemaakt heeft aan een oneervolle handeling, klonk het in maart.
Het is wel mogelijk, schreef de commissie nog, dat hooggeplaatste Duitse politici ‘de gevaren van afhankelijkheid van Russische energievoorraden de voorbije 25 jaar verkeerd beoordeeld hebben’. Dat geldt eveneens voor andere politici, binnen en buiten de partij, klinkt het nog. ‘Het gaat echter te ver om Schröder van een dergelijke beoordelingsfout te beschuldigen.’
Schröder krijgt al lang kritiek vanwege zijn nauwe banden met de Russische president Vladimir Poetin en de Russische olie- en gasindustrie. Na de Russische inval in Oekraïne nam die kritiek alleen maar toe. Hij besloot in mei vorig jaar, enkele maanden na het begin van de oorlog in Oekraïne, onder druk zijn bestuursfunctie bij het energiebedrijf Rosneft op te geven. Ook zag hij af van een vergelijkbare functie bij Gazprom.
De oud-bondskanselier noemde Poetin ooit een ‘loepzuivere democraat’. Van 1998 tot 2005 was Schröder bondskanselier. De huidige partijleiding beklemtoont al langer dat de voormalige regeringsleider geïsoleerd staat binnen de partij, maar hoe ze met hem zullen omgaan is nog onduidelijk.
Tegen eind dit jaar zal de top daarover een beslissing moeten nemen: dan houdt de partij een congres, en normaal worden alle oud-voorzitters, en dus ook Schröder, daarvoor uitgenodigd. Op dat congres zal de partij ook knopen doorhakken over zijn buitenlands beleid, en dus ook de houding tegenover Rusland.