‘Onuitsprekelijke wreedheid’: Human Rights Watch stelt Russische oorlogsmisdaden vast in Oekraïne
Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch heeft verschillende Russische inbreuken op het oorlogsrecht vastgesteld in Oekraïne. Het gaat onder meer om verkrachting, executies en ander ongerechtvaardigd geweld tegen de burgerbevolking.
Dat zegt de ngo zondag.
Hugh Williamson, directeur bij Human Rights Watch voor Europa en Centraal-Azië, heeft het over ‘onuitsprekelijke, opzettelijke wreedheid en geweld tegen Oekraïense burgers’.
De oorlogsmisdaden deden zich volgens HRW voor in de regio’s rond Tsjernihiv, Charkiv en Kiev, die bezet waren of zijn door Russische troepen.
Naast verkrachting en moord is er ook sprake van plundering van de bezittingen van Oekraïense burgers zoals voedsel, kleding en brandhout.
Getuigenissen
Human Rights Watch interviewde in totaal tien mensen die Russische oorlogsmisdaden hebben gezien of er het slachtoffer van waren.
Zij getuigden onder meer over een standrechtelijke executie door Russische troepen in Boetsja, op ongeveer 30 kilometer van Kiev. Soldaten dwongen vijf mannen om aan de kant van de weg te knielen, één van hen werd in het achterhoofd geschoten.
In een dorpje in de buurt van Tsjernihiv werden eind februari minstens zes mannen opgepakt en geëxecuteerd, zegt HRW ook op basis van de moeder van één van de slachtoffers die erbij was toen haar zoon werd opgepakt en de zes dode lichamen later zag.
Op 6 maart schoten Russische soldaten in Vorzel, op 50 kilometer ten noordwesten van Kiev, een vrouw en haar 14-jarige kind dood toen ze te voorschijn kwamen uit een schuilkelder. Volgens getuigen hadden de Russen eerst een rookgranaat in de kelder gegooid.
Conventie van Genève
Alle partijen in Oekraïne moeten zich aan de Conventie van Genève houden, benadrukt Human Rights Watch, wat betekent dat burgers en krijgsgevangenen niet mogen worden gedood, verkracht, gefolterd of anders onmenselijk behandeld. Ook plunderen en roven zijn verboden onder het oorlogsrecht.
‘Rusland heeft een internationale wettelijke verplichting om vermeende oorlogsmisdaden door zijn soldaten onpartijdig te onderzoeken’, zegt Williamson.