Opperbevelhebber Zaloezny over Oekraïens tegenoffensief: ‘Vroeg of laat ontdekken we dat we niet genoeg mensen hebben’

Oekraïense opperbevelhebber Valery Zaloezny. © Getty

Vijf maanden na het begin van zijn tegenoffensief is het Oekraïense leger amper 17 kilometer opgerukt. Generaal Valery Zaloezny, de Oekraïense opperbevelhebber, zegt dat het slagveld hem doet denken aan dat van de Eerste Wereldoorlog.

De trage vorderingen van het Oekraïense tegenoffensief ondermijnen de westerse hoop dat Oekraïne het zou kunnen gebruiken om aan te tonen dat de oorlog door geen van beide partijen gewonnen kan worden. In dat geval zou het de Russische president Vladimir Poetin aan de onderhandelingdstafel kunnen dwingen.

Het ondergraaft ook de aanname van generaal Valery Zaloezny, de Oekraïense opperbevelhebber, dat hij de tegenstander kon tegenhouden door veel Russische slachtoffers te maken. ‘Dat was mijn fout. Rusland heeft minstens 150.000 soldaten verloren. Elk ander land dat zulke verliezen lijdt, zou de strijd staken.’ Maar niet Rusland, een land waar een mensenleven minder waard is en dat wordt geleid door iemand die de Eerste en Tweede Wereldoorlog als referentiepunten heeft, conflicten waarbij tientallen miljoenen Russen het leven lieten.

Een leger als dat van Oekraïne had zich met een snelheid van 30 kilometer per dag moeten kunnen verplaatsen om de Russische linies te doorbreken. ‘Als je afgaat op wat wij en de NAVO hadden berekend, hadden vier maanden moeten volstaan om de Krim te bereiken, er te vechten, terug te keren en om er nog eens in en uit te trekken’, zegt generaal Zaloezny sardonisch.

In plaats daarvan zag hij hoe zijn troepen vast kwamen te zitten in mijnenvelden op de toegangswegen naar de oostelijke stad Bakhmoet, en hoe zijn door het Westen geleverde uitrusting werd vernietigd door Russische artillerie en drones. Eenzelfde scenario speelde zich af in het zuiden, waar onervaren Oekraïense brigades meteen in de problemen kwamen.

‘Eerst dacht ik dat er iets mis was met onze commandanten, dus verving ik er enkele. Vervolgens dacht ik dat onze soldaten niet tegen hun taak opgewassen waren, dus herschikte ik sommige brigades’, zegt Zaloezny. Toen ook dat niets opleverde, verdiepte de generaal zich in Breaching Fortified Defence Lines, een boek dat hij kende uit zijn studententijd. Het werd in 1941 gepubliceerd door P.S. Smirnov, een generaal-majoor van het Sovjetleger die de veldslagen van de Eerste Wereldoorlog analyseerde. ‘Ik was nog niet halverwege dat boek toen ik besefte dat dit precies is waar we nu zijn. Net als tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft het niveau van onze technologische ontwikkeling zowel ons als onze vijanden in een roes gebracht.’

Oude wapens zullen onvermijdelijk tot vertraging leiden, en als gevolg daarvan tot een nederlaag.

Zaloezny zag die stelling bevestigd toen hij naar de frontlinie in de oostelijke stad Avdiivka trok, waar Rusland onlangs in een paar weken tijd een paar honderd meter oprukte. ‘Op de dag dat ik er was, zagen we op onze computerschermen hoe 140 Russische machines in lichterlaaie stonden, nauwelijks vier uur nadat ze binnen schootsafstand van onze artillerie waren gekomen.’

De machines die probeerden te ontkomen werden bestookt door first-person-view-drones met explosieven. Hetzelfde gebeurt steevast wanneer Oekraïense troepen proberen op te rukken. Generaal Zaloezny beschrijft een slagveld waarop elke concentratie van strijdkrachten wordt geïdentificeerd door moderne sensoren en vernietigd door geavanceerde precisiewapens. ‘Wij zien alles wat de vijand doet en zij zien alles wat wij doen. Om uit die impasse te raken hebben we iets nieuws nodig, iets zoals het buskruit dat de Chinezen destijds uitvonden en dat we nog altijd gebruiken om elkaar te doden’, zegt hij.

Dit keer zal het pleit niet beslecht worden door één nieuwe uitvinding, maar door een combinatie van alle bestaande technologische oplossingen, zegt generaal Zaloezny. In een artikel dat hij schreef voor The Economist en in een essay dat hij met die krant deelde, dringt hij aan op innovatie op het gebied van drones, elektronische oorlogsvoering, antiartilleriecapaciteit en ontmijningsapparatuur. Hij wil ook robotica inzetten.

Westerse bondgenoten zijn te voorzichtig geweest met het leveren van hun nieuwste technologie en krachtigere wapens aan Oekraïne. Nadat Rusland Oekraïne was binnengevallen, had de Amerikaanse president Joe Biden twee prioriteiten gesteld: ervoor zorgen dat Oekraïne niet verslagen werd en vermijden dat de Verenigde Staten meegesleurd werden in een confrontatie met Rusland. Dat betekent dat de door het Westen geleverde wapens voldoende waren om Oekraïne in de oorlog te houden, maar niet voldoende om voor een overwinning te zorgen. Generaal Zaloezny klaagt niet: ‘Ze zijn niet verplicht ons iets te geven en we zijn dankbaar om wat we hebben gekregen. Ik geef gewoon de feiten weer.’

Door de levering van langeafstandsraketsystemen en tanks tegen te houden, stelde het Westen Rusland wel in staat zich te hergroeperen en zijn verdediging op te bouwen in de nasleep van een plotse doorbraak in de regio Charkiv in het noorden en in Cherson in het zuiden eind 2022. ‘Die systemen waren vorig jaar uiterst belangrijk voor ons, maar ze kwamen er pas dit jaar’, zegt Zaloezny. Ook F-16-straaljagers, die volgend jaar worden verwacht, zijn vandaag minder nuttig, suggereert de generaal, deels omdat Rusland zijn luchtverdediging heeft verbeterd: hij waarschuwt ervoor dat een experimentele versie van het S-400-raketsysteem verder reikt dan de stad Dnipro.

De vertraging in de wapenleveringen is weliswaar frustrerend, maar is volgens Zaloezny niet de belangrijkste oorzaak van de hachelijke situatie waarin Oekraïne zich bevindt. ‘Men moet begrijpen dat deze oorlog niet gewonnen kan worden met wapens van de vorige generatie, en met verouderde methodes’, benadrukt hij. ‘Die zullen onvermijdelijk tot vertraging leiden, en als gevolg daarvan tot een nederlaag.’ De technologie zal de doorslag geven, stelt de generaal. Hij is wel enthousiast over recente gesprekken met Eric Schmidt, de voormalige ceo van Google, en benadrukt dat drones, samen met de elektronische oorlogsvoering die voorkomt dat drones kunnen vliegen, een doorslaggevende rol in de oorlog kunnen spelen.

Zaloezny’s beoordeling van de huidige situatie is ontnuchterend: niets wijst erop dat een technologische doorbraak nabij is. Bovendien zijn er grenzen aan de technologie. Zelfs de introductie van tanks in 1917 was niet voldoende om tijdens de Eerste Wereldoorlog uit de impasse op het slagveld te raken. De nazi’s hadden een rist technologieën en meer dan tien jaar aan tactische innovatie nodig om de Blitzkrieg van mei 1940 tot stand te brengen. Het gevolg is dat Oekraïne vastzit in een lange oorlog, waarvan Zaloezny erkent dat Rusland in het voordeel is. Desondanks houdt hij vol dat Oekraïne geen andere keuze heeft dan het initiatief te behouden en voor de aanval te kiezen, ook al verplaatst het zich maar een paar meter per dag.

Volgens de generaal blijft de Krim de achilleshiel van Poetin. De legitimiteit van de Russische president berust op het feit dat hij het schiereiland in 2014 aan Rusland heeft teruggegeven. De afgelopen maanden bracht Oekraïne de oorlog naar de Krim, die logistiek een cruciale rol speelt. ‘De Krim moet weten dat het deel uitmaakt van Oekraïne en dat deze oorlog daar plaatsvindt.’ Op 30 oktober heeft Oekraïne voor het eerst de Krim bestookt met door de VS geleverde ATACMS-langeafstandsraketten.

Generaal Zaloezny wil er alles aan doen om een loopgravenoorlog te voorkomen. ‘Die zou jarenlang kunnen aanslepen en de Oekraïense staat uitputten’, zegt hij. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bemoeide de politiek zich met de oorlog voordat de technologie een verschil kon maken. Vier rijken stortten in en in Rusland brak een revolutie uit.

Poetin rekent op een ineenstorting van het Oekraïense moreel en de steun van het Westen. Generaal Zaloezny twijfelt er niet aan dat een lange oorlog in het voordeel is van Rusland, dat drie keer zoveel inwoners heeft, en een economie die tien keer groter is dan de Oekraïense. ‘Laten we eerlijk zijn: het is een feodale staat waar een mensenleven de goedkoopste grondstof is. Voor ons zijn onze mensen het duurste wat we hebben’, zegt hij. Voorlopig heeft hij genoeg soldaten. Maar hoe langer de oorlog duurt, hoe moeilijker het wordt om vol te houden. ‘Als we snel willen overwinnen, moeten we dat buskruit vinden, er snel mee leren werken en het gebruiken. Want vroeg of laat zullen we ontdekken dat we gewoonweg niet genoeg mensen hebben om te vechten.’

Partner Content