Obscure onkosten en torenhoge uitgaven: Europa kibbelt over zijn miljarden
De Europese Unie zit krap bij kas. Dat het Europees Parlement meer werknemers wil en Europese ambtenarenlonen stijgen, zorgt voor wrevel.
187 miljard euro. Dat bedrag wil het Europees Parlement in 2023 uittrekken voor de werking van de Europese Unie, zo besloten de 705 afgevaardigden drie weken geleden. Parlementsvoorzitter Roberta Metsola noemt het een te rechtvaardigen bedrag: ‘Met de oorlog in Oekraïne, de economische crisis en de klimaatopwarming zijn dit buitengewone tijden.’
Maar niet iedereen is het met Metsola eens. Want het halfrond vraagt ruim 2 miljard euro meer dan wat de Europese Commissie voorstelt. En de lidstaten, op hun beurt, willen het voorgestelde bedrag van de Commissie net naar beneden bijstellen, tot 184 miljard euro.
De jaarlijkse onderhandelingen lijken wel een ritueel toneelstuk. Steeds willen de lidstaten kortingen, en het halfrond vraagt meer geld voor Erasmusuitwisselingen en het Horizon-onderzoeksprogramma. Vrijdag beginnen de drie instellingen aan de onderhandelingen, en volgens de Europese verdragen loopt de deadline maandagnacht af. Komt er tegen dan geen compromis uit de bus, dan moet de Europese Commissie een nieuw voorstel presenteren.
Verwacht wordt dat de drie op tijd tot een vergelijk komen. De afgelopen dagen zaten delegaties uit het Europees Parlement met onder meer de ambassadeurs van Frankrijk en Duitsland rond de tafel. ‘Met de oorlog in Oekraïne kunnen we het ons eigenlijk niet permitteren om hierover te struikelen. We hebben wel andere katten te geselen’, vertelt een goedgeplaatste bron in de Europese Commissie.
Lonen
Toch bestaat er wrevel. Dat gaat dan over de uitgaven van het Europees Parlement, dat al enkele jaren op rij om meer medewerkers vraagt. De lidstaten daarentegen roepen, wegens de hoge inflatie en de economische moeilijkheden, op tot budgettaire zelfbeheersing. Ze botsen evenwel op een herenakkoord tussen de zes stichtende lidstaten en het Europees halfrond uit 1970: de twee zullen zich niet met elkaars werkingsbudgetten bemoeien. Discussie gesloten.
Ook de lonen van de Europese ambtenaren zorgen voor trammelant in de Europese wandelgangen en media. Het Duitse dagblad Bild klaagt over de indexering voor de al goedbetaalde Europese werknemers. Met terugwerkende kracht vanaf juli krijgen de EU-ambtenaren dit jaar een loonsaanpassing van 7 procent. Dat percentage is gebaseerd is op de inflatie in Brussel en Luxemburg en op de gemiddelde koopkracht van ambtenaren in tien lidstaten. Zo mag Commissievoorzitter Ursula von der Leyen rekenen op meer dan 2000 euro per maand extra.
Dat onderwerp maakt wel geen direct deel uit van de begrotingsonderhandelingen, maar van het personeelsregelement dat slechts om de tien jaar aan herziening toe is, in 2023 is de volgende. Lidstaten kúnnen het dus niet zomaar aanpassen. Dat de kritiek toch aanzwelt, komt onder meer omdat een kransje Europarlementsleden recent achter gesloten deuren besloot dat bonnetjes niet meer verplicht zijn om onkostenvergoedingen te krijgen. Dat bedrag kan naast het vaste maandloon van 9386 euro oplopen tot 4778 euro. ‘Een schande’, vertelt het Duitse Europarlementslid Daniel Freund (Greens), die zetelt in het parlementaire budgetcomité.
Volgens de Europese nieuwswebsite Politico hebben elf lidstaten intussen geklaagd dat het halfrond opnieuw meer middelen wenst. Navraag leert dat de Belgische regering vooral bezwaren heeft bij de verzuchting naar extra personeel, maar zich eerder afzijdig houdt in de discussie. Dat heeft zo zijn redenen. ‘Op het einde van de rit profiteren we hiervan’, klinkt het in regeringskringen. Lees: de lokale uitgaven en indirecte belastinginkomsten van 37.000 Europese ambtenaren in Brussel geven de Belgische economie een duw in de rug.
Oekraïne
Maar het gaat over veel meer dan ambtenarenlonen. De coronapandemie en de oorlog in Oekraïne hakken stevig in op de meerjarenbegroting. Zo kondigde de Commissie woensdag aan dat ze in 2023 maandelijks anderhalf miljard euro aan Oekraïne zal lenen. De financieringskosten worden door de lidstaten gedragen, zodat Oekraïne tot 2027 helemaal niets moet terugstorten. Intussen raakt het Europese geld wel stilaan op. Van de Europese Vredesfaciliteit, waarmee de Unie een deel van de nationale wapenleveringen terugbetaalt, blijft nauwelijks nog geld over. En ondertussen woedt de oorlog onverminderd voort.
Komt daarbij het coronaherstelfonds van 800 miljard euro. Om dat te financieren leent de Commissie geld op de kapitaalmarkten. Die leningen worden pas vanaf 2028 terugbetaald, maar de financieringskosten worden in tussentijd aanzienlijk groter. Want in vergelijking met de zomer van 2020, toen de Europese staatshoofden en regeringsleiders het herstelfonds oprichtten, liggen de interestlasten een pak hoger.
Tegen die achtergrond wil het Europees Parlement de meerjarenbegroting herbekijken. Eurocommissaris Johannes Hahn liet een kleine maand geleden weten dat de Commissie in de zomer van 2023 een ‘ambitieuze beoordeling’ van het budget zal maken. Maar een ‘beoordeling’ is niet hetzelfde als een herziening, ook al meent de Commissie net zoals het Parlement dat de Unie niet aan handen en voeten gebonden mag blijven door te beperkte budgetten.
De voorzichtigheid van Hahn komt er vooral omdat de lidstaten tegenpruttelen. Ze worstelen nu al om de beschikbare Europese middelen überhaupt te kúnnen uitgeven. Vaak hebben ze gewoon niet genoeg administratieve kracht om zowel de coronamiljarden als de traditionele Europese fondsen aan te vragen en te besteden. Maar de tijd dringt: lidstaten kunnen alleen aanspraak maken op de cohesiefondsen die de Europese Commissie ten laatste voor de jaarwisseling heeft goedgekeurd. Het worden nog drukke weken in de Europese wijk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier