Noord-Ierland krijgt katholieke premier: ‘Alleen al het feit dat ze een vrouw is, is belangrijk’

Michelle O’Neill, eindelijk eerste minister. © PA
Jeroen Zuallaert

Zal het aantreden van een nationalistische eerste minister de oude wonden in Noord-Ierland opnieuw openrijten? ‘Ook bij protestantse jongeren neemt het enthousiasme voor een eengemaakt Ierland toe.’

Het heeft 729 dagen geduurd, maar sinds afgelopen zaterdag heeft Noord-Ierland opnieuw een eerste minister. Het aantreden van Michelle O’Neill is bijzonder. O’Neill is de ondervoorzitter van Sinn Féin, de nationalistische partij die streeft naar een verenigd Ierland. Haar partij was bij de verkiezingen van 2022 de grootste geworden. Ze stamt uit een vurig katholieke, nationalistische familie en is een uitgesproken voorstander van een Verenigd Ierland.

Voor veel Noord-Ieren is dat slikken. Noord-Ierland ontstond in de nasleep van de Ierse Onafhankelijkheidsoorlog, toen het voornamelijk protestantse noorden liever geen unie wilde met het katholieke zuiden. Noord-Ierland was aanvankelijk ontworpen, aldus de eerste Noord-Ierse premier James Craig, als ‘a Protestant parliament for a Protestant people’.

Dat het zo lang duurde voordat O’Neill kon aantreden, heeft te maken met de Goede Vrijdagakkoorden uit 1998, die stipuleren dat unionisten (die bij het Verenigd Koninkrijk willen blijven) en nationalisten (die een verenigd Ierland willen) de macht moeten delen. Bijna twee jaar lang lag de Ulster Democratic Party (UDP), de grootste unionistische partij, dwars.

Waar we het republikanisme ooit associeerden met gewapende mannen, wordt Sinn Féin vandaag geleid door twee vrouwen.

Bij de UDP was er grote ontevredenheid over de gevolgen van de Brexit. Door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie dreigde er opnieuw een harde grens te komen tussen de Republiek Ierland en Noord-Ierland. Om dat te voorkomen werd een complexe regeling opgetuigd waarbij Noord-Ierland min of meer behandeld wordt als deel van de Europese Unie.

‘Die deal was problematisch voor de unionisten, omdat het hen scheidt van het Verenigd Koninkrijk’, zegt Peter McLoughlin, politiek historicus aan Queen’s University in Belfast. ‘Ze kregen het gevoel dat ze tegen hun wil plots deel uitmaakten van een verenigd Ierland. Pas nadat er wijzigingen waren gekomen aan het Windsorakkoord, dat de post-Brexitregels voor Noord-Ierland garandeert, waren ze bereid om weer over een regering te praten.

Het premierschap van O’Neill is in grote mate symbolisch, benadrukt McLoughlin. ‘De prime minister en de deputy prime minister hebben eigenlijk dezelfde macht, en de UDP levert nog altijd de deputy prime minister. Dat neemt niet weg dat het voor unionisten natuurlijk wel slikken is. Ze hebben nooit tweede viool hoeven te spelen. Dat heeft er mee toe bijgedragen dat het zo lang duurde om een regering te vormen.’

Hoe moeten we Michelle O’Neill ideologisch inschatten?

Peter McLoughlin: Ze is een kind van The Troubles: ze was nauwelijks 21 toen de Goede Vrijdagakkoorden gesloten werden. Ze komt uit een uiterst republikeinsgezinde familie, maar tegelijk heeft ze zich nooit ingelaten met de paramilitaire kant van de republikeinse beweging. Alleen al het feit dat ze een vrouw is, is belangrijk. Waar we het republikanisme ooit associeerden met gewapende mannen, wordt Sinn Féin vandaag geleid door twee vrouwen.

Zal Sinn Féin het premierschap aangrijpen om een nationalistische agenda door te duwen?

McLoughlin: We onderschatten soms wat voor enorme evolutie Sinn Féin heeft doorgemaakt. In de jaren 1980 was Sinn Féin de politieke vleugel van het Irish Republican Army, een gewelddadige militie die bomaanslagen pleegde om een verenigd Ierland te krijgen.

Sinn Féin streeft nog steeds naar een eengemaakt Ierland, maar gebruikt enkel politieke middelen.

De partij die de gewapende revolutie steunde is vandaag een normale democratische partij, volledig gefocust op het democratische proces en op vrede. Ze is nog steeds links, maar niet langer marxistisch. Om het een beetje cynisch te zeggen: Sinn Féin heeft het neoliberalisme moeten omarmen om mee te kunnen regeren. De partij streeft nog steeds naar een eengemaakt Ierland, maar gebruikt enkel politieke middelen.

Zal O’Neill doorzetten met haar belofte om daar een referendum over te organiseren?

McLoughlin: Dat is nu eenmaal hoe Sinn Féin aan zijn stemmen raakt. Het roert graag de trom, maar tegelijk is het bijzonder pragmatisch. Sowieso ligt de echte beslissing voor een referendum bij de Britse regering. Volgens de Goede Vrijdagakkoorden kan er alleen een referendum komen als er een brede steun is voor een referendum bij de bevolking, en die is er momenteel niet.

De grote vraag is of Sinn Féin bij de parlementsverkiezingen van volgend jaar ook in Dublin zal kunnen meeregeren.

De vraag of er een referendum komt, is eigenlijk niet belangrijk. De grote vraag is of Sinn Féin bij de parlementsverkiezingen van volgend jaar ook in Dublin zal kunnen meeregeren. Als Sinn Féin zowel in Dublin als in Belfast aan de macht komt, zouden beide staten automatisch meer naar elkaar toe groeien.

Neemt de steun voor een verenigd Ierland toe?

McLoughlin: Er is een geleidelijke trend naar meer steun voor een verenigd Ierland, maar we mogen het ook niet overdrijven. Vooral bij jongeren, ook onder de protestanten, neemt het enthousiasme daarover toe. Dat heeft niet noodzakelijk met nationalistische sentimenten te maken. Veel Noord-Ierse jongeren zien een verenigd Ierland als een manier om weer in de Europese Unie te komen. Voor linkse, progressieve, ecologisch bewuste protestanten is Ierland vandaag een aantrekkelijker land om toe te behoren dan het Verenigd Koninkrijk.

Zit de rest van Ierland eigenlijk te wachten op Noord-Ierland?

McLoughlin: Over het algemeen heeft Ierland een erg inclusieve kijk op identiteit: iedereen die op dit eiland woont, mag zich Ier noemen. Anderzijds zouden bij een daadwerkelijk referendum natuurlijk andere overwegingen spelen. Hoeveel zou het kosten om het noorden erbij te nemen? Bestaat het risico dat een hereniging tot nieuw geweld leidt?

Acht u het mogelijk dat een katholieke premier in Noord-Ierland voor een opflakkering van het geweld zorgt?

McLoughlin: Het lijkt me niet echt waarschijnlijk. Er zijn aan beide kanten natuurlijk enkelingen die verdeeldheid proberen te zaaien en er waren na de Brexit wel enkele incidenten, maar een terugkeer naar het geweld van de jaren 1970 en 1980 lijkt me onmogelijk. Toen had je aanzienlijke discriminatie, wijdverspreide armoede en het Britse leger op straat. Die sociale voorwaarden gelden vandaag niet meer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content