Jan Wostyn

‘Naar welke gemeenschap gaat de extra Europese zetel?’

Jan Wostyn Co-voorzitter van Vista

Deze week besliste het Europees parlement over de  nieuwe zetelverdeling tussen landen voor de verkiezingen van 2024. Voor België komt er één extra zetel bij. Jan Wostyn (Vista) bekijkt naar welke gemeenschap die zou moeten gaan en focust hierbij op het aantal kiezers in Brussel.

Voor de komende Europese verkiezingen op 9 juni 2024 kwamen de regeringsleiders van de EU tot een voorlopig akkoord waarbij het aantal zetels met 15 zou toenemen van 705 tot 720. Dit voorlopig akkoord werd afgelopen woensdag 13 september ook met een ruime meerderheid goedgekeurd in de plenaire sessie van het Europese parlement. België zal hierdoor een extra zetel krijgen en van 21 naar 22 gaan. Bijgevolg stelt zich nu de vraag welke van de 3 gemeenschappen die ons land rijk is, deze extra zetel zal krijgen.

De Europese verkiezingen in België worden namelijk georganiseerd volgens de 3 gemeenschappen met een vastgelegde zetelverhouding op basis van de bevolkingsaantallen. Van de 21 zetels werd wettelijk wel 1 zetel vast voor de Duitstalige gemeenschap gereserveerd. Voor de Vlaamse en Franse gemeenschap zijn er momenteel respectievelijk 12 en 8 Europese zetels. Welke gemeenschap krijgt nu de extra Europese zetel? Hiervoor moeten we even de berekening erbij nemen uit de Kieswet en die actualiseren met de op 28 mei 2022 per Koninklijk Besluit gevalideerde bevolkingscijfers per provincie, en die omzetten naar de gemeenschappen.

Voor het Vlaamse en het Waalse gewest wordt de bevolking volledig toegekend aan respectievelijk de Vlaamse en de Franse gemeenschap, met uitzondering van de bevolking van de Duitstalige Oostkantons, die niet wordt meegeteld bij de Franse gemeenschap. Voor Brussel is het wat ingewikkelder, omdat beide gemeenschappen daar “door elkaar” wonen. Daarom wordt volgende regel toegepast: het bevolkingsaantal van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt toegewezen aan de Vlaamse en Franse gemeenschap à rato van de stemmenaantallen voor de Nederlandse en Franse kieskring bij de Brusselse Gewestverkiezingen. Bij die Brusselse Gewestverkiezingen staat het elke Brusselaar namelijk vrij om zélf zijn taalgroep te bepalen door een stem voor een Nederlandstalige of Franstalige lijst.

Dit geeft het volgende resultaat:

 Vlaamse provinciesWaalse provinciesBrusselse Hoofdstedelijk gewest*Totaal
Vlaamse Gemeenschap6.729.875   187.533  6.917.408  
Franse Gemeenschap 3.670.623*  1.040.276  4.631.516  
Duitstalige Gemeenschap 79.383** 79.383
Totaal   11.628.307  

* In 2019 was de verhouding tussen de NL kieskring en FR kieskring: 15,27% – 84,73%

** Bevolking van de Waalse provincies min de Duitstaligen. 

*** Op basis van de laatste cijfers van Statbel op 1 januari 2023

Om nu de zetelaantallen te bepalen voor de Vlaamse respectievelijk Franse gemeenschap moeten we die aantallen delen door de kiesdeler.  De kiesdeler bekomen we volgens de Wet door de totale Belgische bevolking min de bevolking van de Duitstalige gemeenschap, te delen door het aantal beschikbare zetels, namelijk 21, aangezien 1 zetel ambtshalve wordt toegekend aan de Duitstalige gemeenschap. Dat geeft als resultaat 12,58 voor de Vlaamse gemeenschap en 8,42 voor de Franse gemeenschap. Volgens de Wet hoort de restzetel toe aan de gemeenschap met het grootste aantal niet vertegenwoordigde kiezers, in dit geval dus de Vlaamse gemeenschap.

Opvallend hierbij is dat de toewijzing van de Brusselse stemmen daarbij de doorslag heeft gegeven. Het aantal stemmen langs Nederlandstalige kant steeg in Brussel namelijk van 11,54% naar 15,23%. Welnu, als we de bovenstaande berekening opnieuw zouden maken waarbij slechts 11,54% van de Brusselse bevolking aan de Vlaamse Gemeenschap wordt toegewezen, krijgen we een opvallend resultaat. De deling van de bevolking per gemeenschap door de kiesdeler, geeft dan 12,49 voor de Vlaamse Gemeenschap en 8,51 voor de Franse gemeenschap. In dat geval zou de extra zetel dus aan de Franse Gemeenschap toegewezen zijn!  Met andere woorden: de toename van het aantal Nederlandstalige stemmen in Brussel bezorgt de Vlaamse Gemeenschap een extra Europese zetel. Hopelijk beseffen steeds meer Vlamingen zo ook echt het belang van Brussel voor Vlaanderen.

Uiteraard zou men zich ook de vraag kunnen stellen of deze zetelverdeling per gemeenschap wel de meest adequate manier is om de “Belgische” Europese zetels te verdelen. De huidige zetelverdeling per gemeenschap zou namelijk ook vervangen kunnen worden voor één grote Belgische kieskring. Verschillende partijen hebben zich reeds als voorstander geuit van een federale kieskring om de cohesie op Belgisch niveau te versterken. Eigenlijk zijn de Europese verkiezingen de ideale gelegenheid om dat voorstel eens uit te testen. Elke stem en dus zetel zou dan ook volledig gelijk tellen, ongeacht of ze komt van een Vlaming, Franstalige of Duitstalige. Wel is het evident zo dat de Duitstaligen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk hun zetel zouden verliezen. Aangezien Vivaldi qua democratische vernieuwing nog niet veel heeft klaargemaakt, krijgen we hier misschien nog een verrassing?

(Lees verder onder de preview.)

Om een idee te krijgen hoe de verhoudingen tussen de taalgroepen dan zouden liggen, kunnen we even kijken naar de stemmenaantallen van de voorbije Europese verkiezingen per gemeenschap. Dit geeft volgend resultaat:

Stemmen% stemmenZetels volgens kiesdelerAfgerond
Vlaamse kieskring4.251.60563,15%13,8914
Franse kieskring2.439.77536,25%7,978
Duitstalige kieskring40.8040,61%0,130
Totaal stemmen6.732.184 22,0022
Kiesdeler306.008 

In zo´n scenario zouden de Vlaamse partijen mogelijk dus nog een extra zetel binnenhalen en op 14 Vlaamse zetels komen. Eigenlijk zien we zo ook dat de “geste” om ambtshalve een zetel toe te kennen aan de Duitstaligen, eigenlijk altijd al ten koste ging van een Vlaamse zetel in het Europese parlement.

Natuurlijk zou bij een effectieve federale kieskring mogelijk een nieuwe dynamiek op gang komen, waarbij mogelijk gemeenschappelijke lijsten gevormd worden binnen de politieke “families”. Daardoor wordt de uitslag toch weer enigszins onvoorspelbaar, al zouden ook binnen de politieke families de relatieve stemmenverhoudingen blijven doorwegen bij het toekennen van de plaatsen op de lijst. Dat toont meteen ook de complexiteit en de moeilijke onderhandelingen die zouden plaatsvinden binnen de politieke families bij de lijstvorming.

Sinds de Pavia Group in 2007 haar voorstel voor een federale kieskring met 15 zetels lanceerde, werd dit voorstel al tig keer besproken en steeds weer van onder het stof gehaald door politici van verschillende strekkingen. Nochtans ligt hier dus een uitgelezen kans om dit voorstel op een andere manier in te voeren, namelijk voor de Europese verkiezingen. Heel eenvoudig, één grote kieskring, one man one vote.

Welaan dan, waar zitten de echte Belgen?

Jan Wostyn is co-voorzitter van Vista.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content