Marijn Kruk schreef een boek over radicaal-rechts: ‘Orbáns contrarevolutie heeft nul kans op slagen’
In zijn boek Opstand gaat de Nederlandse journalist Marijn Kruk op zoek naar wat alle radicaal-rechtse partijen in Europa verbindt. ‘Progressieve vrienden begrijpen het ook niet: mensen kunnen echt anders denken dan zij.’
In Europa lijkt stilaan élke verkiezing een nagelbijter: onlangs nog in enkele Duitse deelstaten met het AfD, voor de zomer bij de parlementsverkiezingen in Frankrijk en natuurlijk in juni en straks weer in oktober in ons land. Radicaal-rechtse partijen zetten het systeem vervaarlijk onder druk. Marijn Kruk, een van de beste journalisten van de Lage Landen, reisde de voorbije jaren doorheen Europa, in een poging uit te zoeken hoe we hier terecht zijn gekomen. Hij doet daarvan verslag in het pas verschenen Opstand.
Kruk begint en eindigt zijn boek in Boedapest, de hoofdstad van Hongarije, waar Viktor Orbán al sinds 2010 premier is. Lange tijd was hij een einzelgänger binnen Europa, een curiosum dat herinnerde aan een tijd die eigenlijk voorbij was. Vandaag wordt hij door rechts-radicale partijen over heel Europa gezien als een voorbeeldfiguur en mascotte van hun strijd tegen het establishment.
Marijn Kruk: Zelfs in de Verenigde Staten kijken Republikeinen met enige jaloezie naar Orbán. Er wordt nu veel gesproken over Project 2025, maar Donald Trump blijft toch een heel impulsief man van wie niemand goed weet wat hij uiteindelijk zal uitrichten. Vergeleken met hem is Orbán de voorbije jaren op een heel methodische, gestructureerde manier te werk gegaan. Daardoor krijgt hij veel dingen voor elkaar.
In de VS is Orbán vooral bekend geworden met zijn oorlog tegen woke, in Europa is hij onder rechts-radicale politici een voorbeeld sinds hij in 2015 tijdens de vluchtelingencrisis met veel bombarie de Hongaarse grenzen gesloten hield.
Ik heb met veel adviseurs en ministers van hem gesproken, en dat zeggen zij zelf ook: voor 2015 voerden wij zomaar beleid in Hongarije, sindsdien staan we op de internationale kaart.
Orbán slaagt er niet in om de moderniteit buiten de deur te houden.
Wat maakt Orbán dan verder zo aantrekkelijk?
Kruk: Zeker in de VS is dat zijn strijd tegen woke, de genderideologie en het cultuurmarxisme – of hoe je het verder ook wilt noemen.
Rod Dreher, een bekende Amerikaanse conservatief die ondertussen in Hongarije woont, vertelde mij dat hij vandaag tot in de verste uithoeken van de VS op Orbán wordt aangesproken. Ze kennen hem allemaal.
Tucker Carlson (jarenlang een van de kijkcijferkanonnen van de conservatieve Amerikaanse tv-zender Fox News, nvdr) is ook al bij hem langsgegaan. Dat heeft zijn bekendheid natuurlijk geholpen.
Orbán ziet een ontsporing van het denken van 1968, dat ondertussen een existentiële bedreiging zou vormen voor onze samenleving. Dat is begonnen op Amerikaanse universiteitscampussen, beïnvloed als die zijn door Franse denkers als Jacques Derrida en Michel Foucault. Ondertussen zien Orbán en de zijnen overal uitwassen. Volgens mij is dat tegelijk een voorbeeld van de paranoïde angstbeelden waar radicaal-rechts in grossiert.
Een ander voorbeeld daarvan zien we vandaag in Nederland, waar het kabinet-Schoof met de (radicaal-rechtse, nvdr) PVV als een van de leidende coalitiepartijen een noodwet zal afkondigen om de asielcrisis aan te pakken. Er is helemaal geen asielcrisis in Nederland. En als die er is, is zij door de politiek zelf georganiseerd. Maar zoals de zogezegd ontwortelde, linkse ‘elite’ de interne vijand is, is elke migrant uit Afrika of islamlanden de externe vijand. Dat is de kern van radicaal-rechts.
U noemt 2015, het jaar van de vluchtelingencrisis én de terreuraanslagen in Frankrijk, een ‘kanteljaar voor de doorbraak van radicaal-rechts’. Kan die golf straks ook weer wegebben?
Kruk: Zeker. De terreurgolf is ook weer voorbij, net als het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis. We hangen er niet aan vast.
Orbán propageert een soort van contrarevolutie, maar ik geloof dat die nul kans op slagen heeft. Zelfs in Hongarije lukt het hem niet om mensen ertoe aan te zetten meer kinderen te hebben of hen terug naar de kerk te krijgen. Nee, jongeren trekken weg uit het land, en de acceptatie van lgbtq’ers neemt er zelfs toe. Het lukt hem maar niet om de moderniteit buiten de deur te houden.
Hongarije, het gidsland voor Vlaams Belang: ‘Opvallend genoeg wil Orbán de EU uitbreiden’
Met elke verkiezingsoverwinning van radicaal-rechts in Europa zien mensen nochtans meer historische parallellen met een donker verleden van dit continent.
Kruk: Het fascisme is iets helemaal anders dan wat we vandaag zien. Het etnisch nationalisme van radicaal-rechts hunkert naar een eenheid die alleen in het verleden bestond. Een terugkeer naar de jaren vijftig, toen er zogezegd geen migranten waren en gezag nog werd geaccepteerd, is misschien wel het ultieme doel. Dat is nostalgie.
Het fascisme, daarentegen, was een moderne, revolutionaire beweging die een nieuwe mensheid wilde. Zonder de Eerste Wereldoorlog, die een grote groep jonge, gefrustreerde en bewapende mannen opleverde, had het fascisme geen kans op slagen gehad.
Onze liberale democratieën kunnen echt wel tegen een stootje. Maar we hebben dringend politici nodig die radicaal-rechts van repliek kunnen dienen.
Die vergelijkingen zijn niet heel constructief. Je moet bedreigingen altijd heel serieus nemen, maar zeker onze West-Europese liberale democratieën kunnen echt wel tegen een stootje. Dat neemt niet weg dat men kwetsbare groepen, zoals migranten of trans personen, het leven zuur kan maken.
We hebben wel dringend politici nodig die radicaal-rechts van repliek kunnen dienen. Het politieke establishment geeft vandaag vaak ruim baan aan hun angstbeelden. Ik hoorde onlangs Frans Timmermans, de fractieleider van GroenLinks-PVDA, op televisie zeggen dat hij de bezorgdheden van de Nederlanders over asiel en migratie goed begrijpt.
Die bezorgdheden zijn eigenlijk onterecht, maar Timmermans gaat er ver in mee. Natuurlijk moeten problemen opgelost worden als ze er zijn, maar een politicus als Timmermans moet met een eigen – sociaal-economisch – verhaal voor het voetlicht treden. Dat gebeurt vandaag onvoldoende. Er is nochtans een gigantisch woningtekort in Nederland. Dat lijkt me echt wel belangrijker dan de asielopvang.
In De Groene Amsterdammer was u onlangs wel heel optimistisch over de campagne van de Democratische presidentskandidate Kamala Harris en haar running mate Tim Walz. Hebben zij zo’n alternatief voor Trump gevonden?
Kruk: Uit hun optredens deze zomer spreekt toch een zelfbewustzijn dat ik in Nederland in ieder geval mis. Wij zijn betoverd of geïntimideerd – kies maar welk woord u het best vindt passen – door het verhaal van radicaal-rechts, dat vertrekt vanuit een culturalistisch-identitair perspectief. We gaan daar ondertussen al twee decennia onder gebukt, zo lang duurt het identiteitsdebat nu al.
Harris en Walz zetten de tegenstander succesvol weg als weird, raar, én heroveren ruimte waarin zij hun eigen verhaal kunnen vertellen. Al betekent dat niet dat ze zeker zijn van de overwinning.
Integendeel: voor hetzelfde geld wint Trump in november gewoon weer.
Kruk: Je moet de Verenigde Staten ook niet te veel met West-Europa vergelijken. De VS zijn nog altijd diepreligieus op een fundamentele manier die wij ons eigenlijk niet meer kunnen voorstellen. Hier is van de afschaffing van abortus geen sprake. Radicaal-rechts is in die zin veel gevaarlijker in de VS. Bij ons krijgen hun politieke tegenstanders best veel hoopgevende signalen.
Ja?
Kruk: De realiteit gaat nog altijd in een links-progressieve richting, alles welbeschouwd. We leven in een tijd van grote emancipatorische bewegingen. De aanvaarding van het homohuwelijk is daar een goed voorbeeld van, net als MeToo of het feit dat steeds meer vormen van racisme en discriminatie worden aangepakt.
Zelfs op een domein als het klimaat zijn er de afgelopen tien jaar enorme stappen vooruitgezet. De spanningen daarrond hebben voor een radicaal-rechtse tegenbeweging gezorgd, maar die organiseert zich tegen iets wat in de kern heel succesvol is.
Ik heb Renaud Camus opgezocht in zijn kasteel in Frankrijk, en ik kan u zeggen: zijn grand replacement is geen gimmick.
Ik vraag me soms af in hoeverre radicaal-rechtse politici zichzelf geloven. U hebt het uitgebreid over Roger Scruton, maar net als het gedweep met die conservatieve Brit lijkt de kritiek op 1968 soms niet veel meer dan een gimmick van politici die alles welbeschouwd niet zo heel veel fundamentele bezwaren hebben tegen onze moderne manier van leven. Ze zijn er, zoals N-VA-voorzitter Bart De Wever in Vlaanderen, vaak een product van.
Kruk: Ik begrijp wat u bedoelt. Scruton staat natuurlijk een soort van romantisch, nostalgisch conservatisme voor: de vossenjacht, het boerderijleven, goede wijn drinken en sigaren roken. Het is haast een vorm van lifestyle die niet eenvoudig te politiseren is, dat klopt. Maar ik merk ook wel vaker dat progressieve vrienden van mij moeite hebben om te begrijpen dat mensen echt anders kunnen denken dan zij.
Neem Thierry Baudet: hij lijkt heel erg op iemand van de liberale, Amsterdamse elite, dus zij vermoeden allemaal dat hij maar een spel speelt en dat hij zelf niet ten gronde gelooft wat hij tegenwoordig allemaal zegt.
Ik heb ideeëngeschiedenis gestudeerd, en dan valt het op dat dat antiverlichtingsdenken een doortimmerde intellectuele traditie heeft. Na het nazisme van de Tweede Wereldoorlog raakte het gediskwalificeerd, en in de jaren tachtig en negentig raakte het door het alomtegenwoordige liberalisme gemarginaliseerd, maar het is een denkstroming die je wel heel serieus moet nemen.
Zeker de intellectuelen over wie ik het in mijn boek heb, zoals Renaud Camus (auteur en filosoof die de complottheorie van le grand remplacement populariseerde, nvdr) , zijn zeer oprecht. Ik heb Camus opgezocht in zijn kasteel in Frankrijk, en ik kan u zeggen: dat is geen gimmick.
Er hangt rond radicaal-rechts ook wel altijd het cynische idee dat die politici het toch vooral voor het geld doen. In weinig Europese landen is er zo veel corruptie als in Hongarije.
Kruk: Dat klopt. Tegelijkertijd is Orbán een van de meest intellectuele politici die er rondlopen in Europa. In de politiek kan dat allebei waar zijn. Hij stimuleert het intellectuele debat ook. Orbán is zelf een grote fan van Scruton, en je merkt dat hij ondertussen veel invloed heeft.
Geert Wilders (PVV), die afgelopen voorjaar in Boedapest was, is ook niet meer de liberaal die hij ooit was. Zelfs Wilders heeft het tegenwoordig over het belang van de traditionele familiewaarden. Hij is door de jaren heen veranderd.
Tot slot: wie is de meest radicale figuur die u bent tegengekomen?
Kruk: Eva Vlaardingerbroek, hoewel ik haar nog nooit echt heb gesproken. Ze is een jonge influencer, die speelt met haar looks en weet dat ze er goed uitziet, maar tegelijkertijd is ze ontzettend radicaal. Ze gelooft het ook allemaal echt en weet goed waar ze mee bezig is (Vlaardingerbroek vertelde Tucker Carlson in een interview dat de stikstofcrisis een verzinsel is om boeren van hun land te krijgen om er vervolgens woningen voor immigranten op te bouwen, nvdr).
Die radicaliteit, in combinatie met haar moderne manier van communiceren, maakt haar heel fascinerend. Ze is heel invloedrijk. En Nederlands, bovendien. Wij zien onszelf nog altijd graag als een gematigd volkje, maar ondertussen leveren wij met haar en Wilders respectievelijk de meest radicale propagandiste en de meest radicale politicus van Europa.
Waarom het Hongaarse Boedapest een magneet is voor extreemrechtse denkers
Marijn Kruk, Opstand – De populistische revolte en de strijd om de ziel van het Westen, Prometheus, 280 blz., 22,99 euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier