Macht, persoonlijke ambities en foute vrienden: het Europese dilemma van de N-VA

Europarlementslid Johan Van Overtveldt. Wellicht moet hij een stapje terug zetten als de N-VA bij de EVP aansluit. © BELGA
Kamiel Vermeylen

De komende dagen bepaalt de N-VA bij welke Europese familie ze de komende vijf jaar wil horen.

Het wordt haast een ritueel: na elke Europese parlementsverkiezing luidt de vraag bij welke Europese politieke familie de N-VA belandt. De voorbije tien jaar zat de partij, die in het Europese halfrond drie zetels behoudt, bij de fractie van Europese Conservatieven en Hervormers (ECR).

Dat huis had voor de N-VA zowel voor- als nadelen. Hét voordeel: vrijheid. De ECR is een verzamelbekken van partijen met uiteenlopende overtuigingen, waardoor iedereen er vrij kan stemmen. Hét nadeel: in de ECR zitten enkele ‘foute vrienden’. De Poolse PiS schond de voorbije jaren de rechtsstaat, het Spaanse Vox toont erg autoritaire trekken – dé reden waarom de fractie buiten de traditionele meerderheid valt.

Aan dat laatste werd de N-VA regelmatig herinnerd, voldoende reden om na te denken over andere oorden. In 2019 keek de N-VA naar de Europese liberalen, christendemocraten én groenen. De N-VA wilde echter niet gezien worden met oud-premier Guy Verhofstadt (Open VLD), terwijl voormalig Antwerps kandidaat-burgemeester Kris Peeters (CD&V) zijn pijnlijke clash met Antwerps burgervader Bart De Wever in 2018 nog niet had verteerd. En Groen en Ecolo wilden uit ideologische overtuigingen geen Vlaams-nationalisten in hun midden. De N-VA bleef met andere woorden tot de ECR veroordeeld. Een ramp was dat voor de partij evenwel niet.

De meeste stemmen zijn geteld: 8 blikvangers van de Europese parlementsverkiezingen

Viktor Orbán

Ditmaal liggen de kaarten in het Europees Parlement voor de N-VA anders en beter. De val van de Zweedse regering eind 2018 is vergeten en vergeven, Kris Peeters en Guy Verhofstadt hebben het Europees Parlement intussen verlaten. Bovendien wil de Europese Volkspartij (EVP), de christendemocratische en conservatieve fractie waar de CD&V en Les Engagés deel van uitmaken, de N-VA er graag bij om haar politieke gewicht in het Europese halfrond verder te versterken. De EVP is met stip de grootste fractie, maar kan elk extra Europarlementslid gebruiken, al is het maar om voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen een tweede termijn te bezorgen.

Voor de N-VA staat of valt alles met wat er de komende dagen in de Brusselse bubbel zal gebeuren. Blijven de Poolse PiS en het Spaanse Vox bij de ECR of gaan ze naar de uiterst rechtse fractie van onder meer het Vlaams Belang? En vervoegen de Fidespartij van de Hongaarse premier Viktor Orbán en het Rassemblement National van kopvrouw Marine Le Pen zich bij de ECR-fractie? In beide gevallen neemt de N-VA naar alle waarschijnlijkheid de benen. Terwijl onder meer N-VA partijkopstuk Theo Francken het vroeger nog voor Orbán opnam, wil de N-VA vandaag op geen enkele manier meer met hem geassocieerd worden.

Bovendien is de EVP de laatste maanden, onder druk van de peilingen en boerenprotesten, inhoudelijk wat naar rechts opgeschoven – voor de N-VA een goede zaak. De fractie wil de Natuurherstelwet niet, Von der Leyen zal vermoedelijk wat minder enthousiast over de Green Deal communiceren, en Europa moet het mogelijk maken dat migranten in veilige derde landen worden opgevangen. Fractie- en partijleider van de EVP is Manfred Weber, lid van de CSU – de Beierse christendemocratische volkspartij die N-VA-voorzitter Bart De Wever niet zelden als zijn grote voorbeeld aanstipt.

De Europese Volkspartij (EVP) wil de N-VA er graag bij om haar politieke gewicht in het Europese halfrond verder te versterken.

Persoonlijke ambities

Voor de N-VA levert een eventuele verhuizing naar de Europese Volkspartij weliswaar minder controversiële fractiegenoten op, toch is niet alles er rozengeur en maneschijn. Bij de EVP heerst meer fractiediscipline dan bij de ECR – denk maar aan de druk die fractieleider Weber over de omstreden Natuurherstelwet op zijn Europarlementsleden legde. Bovendien vormen de nationale delegaties de belangrijkste bouwstenen binnen de EVP-fractie, waardoor de vrees bestaat dat de N-VA zal worden overvleugeld door zusterpartijen Les Engagés en CD&V, die elk twee zetels hebben.

Tot slot zijn er nog persoonlijke ambities. Bij de ECR hadden Johan Van Overtveldt en Assita Kanko interessante posities. De eerste was voorzitter van de parlementaire begrotingscommissie en stond de voorbije jaren bovenaan op de lijstjes van meest invloedrijke Europarlementsleden. Kanko op haar beurt was de voorbije vijf jaar vicevoorzitter van haar fractie. In de bijna tweehonderd Europarlementsleden sterke EVP zijn zulke posities voornamelijk weggelegd voor de grote nationale delegaties zoals de Duitse, Poolse en Spaanse, en nauwelijks voor het kleine België.

Zijn Van Overtveldt en Kanko bereid om op dat vlak een stapje terug te zetten? Of kijkt Van Overtveldt met interesse naar een post van Belgisch Eurocommissaris of een ministerfunctie – zijn eerste opvolger op de Europese N-VA-lijst is de kabinetschef van Jan Jambon. Welke kant het kwartje op valt, zal de komende dagen blijken. Hoe dan ook moet de partijraad van de N-VA haar zegen geven over wat het uiteindelijk wordt.

Partner Content