Koen Lenaerts, voorzitter van het Europees Hof van Justitie breekt een lans voor de EU: ‘Het systeem wérkt. Soms traag, maar het werkt’
Koen Lenaerts haalde onlangs de wereldpers toen hij als voorzitter van het Europees Hof van Justitie de Hongaarse premier Viktor Orban terechtwees in een arrest dat hij voorlas in het Hongaars. ‘Ik doe dat uit respect voor onze lidstaten. De Unie is verenigd in verscheidenheid en die verscheidenheid is even belangrijk als de eenheid.’
Koen Lenaerts behoort als voorzitter van het Europees Hof van Justitie bij het machtigste kwartet van de Europese Unie, naast Charles Michel als voorzitter van de Europese Raad, Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en Parlementsvoorzitter Roberta Metsola. Lenaerts is de baas van het hoogste juridische orgaan van de EU, een instelling met een jaarbudget van zo’n 480 miljoen euro en 2500 medewerkers, dat jaarlijks 1700 arresten aflevert in 24 talen.
Toch is hij nauwelijks bekend bij het brede publiek. ‘Dat hoeft ook niet’, zegt de man die ook vader is van liefst zes dochters. ‘Dankzij hen ben ik wellicht de grootste mannelijke feminist van het koninkrijk en volgens sommigen zelfs van Europa’, aldus Lenaerts. ‘Dat laatste komt door een zaak van gelijke behandeling tussen man en vrouw. Een tiental jaar geleden stelde het Grondwettelijk Hof van België ons daarover een prejudiciële vraag (een vraag over de uitleg van een rechtsregel, nvdr) in verband met levensverzekeringen. Omdat vrouwen als groep gemiddeld langer leven dan mannen, waren premies voor aanvullende pensioenverzekeringen hoger voor vrouwen dan voor mannen. Sommige collega’s zeiden al lachend dat ik in die zaak als rechter moest worden gewraakt, omdat ik te bevooroordeeld zou zijn met al mijn vrouwen thuis. Onzin natuurlijk. We hebben de zaak behandeld in volledige onafhankelijkheid en dus werden mannen en vrouwen gelijkgesteld. Premies moeten sekseneutraal zijn.’
Ik heb in Reset van Mark Elchardus geen enkele juridische redenering gevonden, wel veel sfeermakerij vanuit sociologische hoek.
U kon scoren thuis?
Koen Lenaerts: Ik denk niet dat onze dochters die zaak op de voet gevolgd hebben, maar ik durf wel te zeggen dat de wereld er veel beter aan toe zou zijn als vrouwen echt evenveel te zeggen zouden hebben als mannen. Zou er dan oorlog zijn in Oekraïne? Zouden we het economische en het ecologische beleid niet beter combineren?
U bent jurist, maar ook polyglot. Onlangs las u een arrest voor in het Hongaars.
Lenaerts: Nederlands, Frans, Duits en Engels spreek ik bijna foutloos. Daarnaast spreek ik ook redelijk vlot Spaans en Italiaans. Mijn grootste lacune zijn Slavische talen.
En het Hongaars?
Lenaerts: Ik zal u mijn geheim verklappen. Een Hongaarse medewerker die goed Duits spreekt, stelde me voor om het Hongaars fonetisch in het Duits te transcriberen. Zo kon ik dat arrest voorlezen alsof het Duits was. Ik heb nadien niemand horen klagen over mijn accent. Ik heb trouwens ook al eens een uitspraak in het Sloveens gedaan. Ik doe dat uit respect voor onze lidstaten. De Unie is verenigd in verscheidenheid en die verscheidenheid is even belangrijk als de eenheid. Hongarije had die zaak in zijn taal aanhangig gemaakt en dus wordt het arrest in het Hongaars voorgelezen. Dat is trouwens rechtstreeks uitgezonden op de Hongaarse tv.
Hebt u daar reacties op gekregen?
Lenaerts: Alleen maar positieve.
Onlangs maakte de nieuwssite Politico een rangschikking van de meest invloedrijke Europeanen. U staat op de zevende plaats, voor heel wat prominente politici. Wat doet dat met een mens?
Lenaerts: Niets. Ik ben nog altijd dezelfde jongen die is opgegroeid in Edegem. Ik heb altijd het onderscheid gemaakt tussen de mens en de functie die hij of zij uitoefent.
U moet wel eerst aan die functie raken.
Lenaerts: Dat heeft te maken met een combinatie van virtusetfortuna, verdienste en geluk.
Politico maakte een onderscheid tussen doeners, dromers en disruptors. In welke categorie zou u zichzelf plaatsen?
Lenaerts: Bij de doeners, zonder enige twijfel. Het zou slecht zijn voor de democratie in Europa mocht ik een dromer of, nog erger, een disruptor zijn. Als rechter moet ik in volledige onafhankelijkheid nagaan of de Europese regels en richtlijnen gevolgd worden en of alle Europeanen gelijk worden behandeld. Politico heeft mij waarschijnlijk zo hoog geplaatst door de ontwikkeling van de rechtspraak over het behoud van de Europese rechtsstaat.
Wat bedoelt u?
Lenaerts: In 2018 stelde het Supremo Tribunal Administrativo de Portugal (de Portugese Raad van State, nvdr) een prejudiciële vraag over de onafhankelijkheid van nationale rechters en of die onafhankelijkheid gecontroleerd kon worden door het Europees Hof van Justitie. Europa en zeker Portugal verkeerden toen financieel in zwaar weer. De trojka die op verzoek van de EU het financiële huishouden van Portugal op orde moest brengen, eiste dat de regering de overheidssalarissen zou verlagen. De Portugese rechters protesteerden: kom je aan ons salaris, dan kom je aan onze onafhankelijkheid. Wij hebben kort en krachtig geoordeeld dat dat niet het geval was, omdat de rechters helemaal niet apart geviseerd werden door die algemene maatregel. Van al die jaren dat ik hier rechter ben, is dat het belangrijkste arrest.
Ik erger me aan de soms negatieve reacties over de EU. Het systeem wérkt. Soms traag, maar het werkt en iedereen behoudt zijn waardigheid.
Waarom?
Lenaerts: Omdat het Hof zo zijn bevoegdheid bevestigde om na te gaan of een maatregel de onafhankelijkheid van nationale rechters schaadt. Al die rechters passen namelijk dagelijks Europees Unierecht toe. Het is dus een communautaire kwestie dat alle rechters onafhankelijk moeten zijn. Vandaar ook dat de Poolse regering verplicht was om een tuchtkamer voor rechters af te schaffen, omdat die volgens een arrest van het Hof de onafhankelijkheid van rechters schond.
U bent daar duidelijk opgetogen over.
Lenaerts: Ik erger me aan de soms negatieve reacties over de EU. Het systeem wérkt. Soms traag, maar het werkt en iedereen behoudt zijn waardigheid. Polen is een fantastische lidstaat en dus doet dat arrest geen afbreuk aan zijn waardigheid.
Critici zeggen dat het Europees Hof zich de laatste jaren te veel bemoeit met puur politieke zaken. Wordt de instelling meegezogen in de Europese politiek?
Lenaerts: Het Hof werkt enkel reactief. We komen in actie op verzoek van een nationale rechter of van de Commissie. Als Europa in een crisis verzeilt, zullen wij eerder vroeger dan later rechtsvragen krijgen die tot dat politieke veld behoren en vaak zeer controversieel zijn. Dat gebeurde bij de bankencrisis, de eurocrisis, de brexit en, nog emotioneler, de vluchtelingencrisis in 2015. Die zaken liggen politiek allemaal erg gevoelig, maar ik benadruk dat wij geen enkele ambitie hebben om ons actieterrein uit te breiden. Wij reageren enkel op zaken die ons worden voorgelegd. Het kan ook dat lidstaten die in de minderheid werden gesteld in de Raad bij ons de nietigheid van een EU-regelgeving vragen.
De Hongaarse premier Orban dreigt daar geregeld mee.
Lenaerts: Hij was het niet eens met het zogenaamde algemene conditionaliteitsregime, dat de Europese begroting wil beschermen door subsidies afhankelijk te maken van respect voor de rechtsstaat. Het principe werd begin 2021 ingevoerd, maar Polen en Hongarije voelden zich geviseerd. Ze trokken naar het Hof, waar ze de nietigverklaring van die verordening vroegen. Wij hebben dat beroep verworpen en het is dat arrest dat ik in het Hongaars voorlas. Is dat politiek gevoelig? Natuurlijk. Krijgen wij kritiek van Hongaarse en Poolse politici? Uiteraard. Krijgt het Grondwettelijk Hof in België nooit kritiek van politici als het een wet of decreet vernietigt wegens in strijd met de grondwet?
In België krijgen rechters het verwijt dat ze activistisch zijn, dat we evolueren naar een gouvernement des juges. Uw collega-professor Mark Elchardus hekelt scherp wat hij de juristocratie noemt. Raakt die kritiek u?
Lenaerts: Totaal niet, omdat er veel onwetendheid uit blijkt. Ik ken Elchardus niet persoonlijk, maar hij schrijft vanuit zijn sociologische expertise, die anders is dan de juridische. Rechters doen geen politieke uitspraken. Vonnissen en arresten zijn transparante juridische redeneringen die de meeste mensen niet grondig lezen. Ik heb het boek Reset van Elchardus wél gelezen, maar ik heb daarin geen enkele juridische redenering gevonden, wel veel sfeermakerij vanuit sociologische hoek. Zo krijg je een dialogue de sourds die even zinvol is als wanneer ik iets zou beweren over kwantumfysica.
De arresten van uw Hof worden onvoldoende gelezen?
Lenaerts: Men leest ze niet, maar baseert zich liever op een persbericht of een samenvatting van een samenvatting.
Misschien worden rechters als activistisch gezien omdat ze ook politiek benoemd kunnen zijn.
Lenaerts: Zeer goed punt. Overal ter wereld worden rechters inderdaad politiek benoemd, maar aan de aanstelling van een rechter gaat altijd een democratisch legitimeringsproces vooraf. In Duitsland bijvoorbeeld draagt een comité, waarin naast politici ook advocaten zitten, de rechters voor en de keuze moet gebeuren met een tweederdemeerderheid. Zo krijg je rechters die ver van de politiek staan omdat ze acceptabel moeten zijn voor alle geledingen van de samenleving.
U bent ook politiek benoemd.
Lenaerts: Ik ben een professional en heb nooit een politieke kleur nodig gehad.
U was toch ooit lid van de politiek geïnspireerde Coudenberggroep?
Lenaerts: Goed dat u dat zegt. Dat geeft me de kans om die mythe te ontkrachten. Ik ben daar nooit lid van geweest. Ik was pas afgestudeerd en liep stage bij het advocatenkantoor De Bandt, Van Hecke & Lagae. Jean-Pierre De Bandt was voorzitter van de Coudenberggroep. Omdat ik gespecialiseerd was in grondwettelijk recht werd mij gevraagd om enkele voorbereidende teksten te schrijven. C’est tout.
Maar u bent toch politiek benoemd?
Lenaerts: Ja, ik ben benoemd en mijn mandaat is telkens ook verlengd door de regeringen van Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene, Guy Verhofstadt, Yves Leterme, Elio Di Rupo en de laatste keer door Sophie Wilmès. Ik ben dus benoemd door alle kleuren van de regenboog, wat mijn onafhankelijkheid onderstreept. Ik zeg dat zelfs ter ere van België. Het mag ook eens gezegd worden tegen journalisten dat onze politieke klasse veel nobeler karakteristieken heeft dan men soms wil laten geloven in populistische milieus. Daarom ook heeft België als enige lidstaat al twee keer de voorzitter van het Hof mogen leveren. Dat is geen toeval.
Hebt u nooit overwogen om zelf in de politiek te stappen?
Lenaerts: Nee, niet echt, ook omdat ik zeer snel aan de KU Leuven een academische carrière kon uitbouwen en daarnaast aan de slag ging als advocaat.
Het personeelsbestand van het Hof bestaat voor 60 procent uit vrouwen, maar niet bij de rechters. Er is ook nog nooit een vrouw voorzitter geweest.
Lenaerts: Nog niet, maar dat is een kwestie van tijd. Toen ik in 1989 bij het Gerecht (de rechtbank van het Europees Hof die zich vooral met zaken van particulieren bezighoudt, nvdr) begon, waren we uitsluitend met mannen. Vandaag zijn er een derde vrouwelijke magistraten. We maken dezelfde evolutie door als de Belgische justitie, waar je in eerste aanleg stilaan een meerderheid van vrouwelijke magistraten hebt – en de doorstroming naar hogere echelons volgt. We hebben echt behoefte aan een genderevenwicht, maar het Europees Hof van Justitie heeft daar geen zeggenschap over, want elke lidstaat wijst zijn magistraten aan. Als voorzitter spoor ik lidstaten aan om vrouwen voor te stellen. Spanje, Italië, Letland, Polen en Roemenië hebben intussen excellente vrouwelijke magistraten benoemd.
Ik ben politiek benoemd, door alle kleuren van de regenboog, wat mijn onafhankelijkheid onderstreept.
Het Europees Hof van Justitie oordeelt over fundamentele rechten en vrijheden, asiel, privacy, veiligheid, de interne markt, milieuzaken, consumentenbescherming, sociaal beleid, fiscaliteit enzovoort. Kan één Hof met 27 rechters zo veel gespecialiseerde materies aan?
Lenaerts: We bestrijken inderdaad zowat het hele palet van het leven, maar we hebben genoeg specialisten en een onderzoeksafdeling met een honderdtal mensen. De 27 rechters hebben ook elk een andere professionele achtergrond. Een van mijn kerntaken is het werk verdelen tussen die rechters, die samenwerken in kamers met vijf collega’s. In elke kamer zit altijd wel een in een bepaalde materie gespecialiseerde rechter, die zo de facto collega’s meetrekt in een specialisme. Zo evolueren alle rechters tot flexibele specialisten. En voor belangrijke zaken zetelen we als Grote Kamer met 15 rechters.
Sinds 1989 hebben we bovendien het Gerecht van eerste aanleg, dat sterk geëvolueerd is met steeds meer bevoegdheden. Wat we doen heeft heel concrete gevolgen. Eén voorbeeld: de forfaitaire vergoeding voor geannuleerde vluchten. In de passagiersverordening was alleen sprake van annulering en niet van zware vertragingen. Sommige luchtvaartmaatschappijen zeiden dat ze geen vluchten annuleerden, maar deelden soms mee dat een vlucht 20 uur of langer vertraging had. Daarvoor hoefden ze geen vergoeding te betalen, al kwam dat voor de consument neer op annulering. Het Hof heeft uitgelegd dat het gelijkheidsbeginsel geldt voor alle vluchten die drie uur of meer vertraagd werden en zo alle passagiers recht op die vergoeding gegeven. Onze arresten tonen stapstenen voor verdere politieke ontwikkeling, maar verkozen politici en niet rechters moeten altijd het laatste woord hebben, want alleen zij kunnen wetten invoeren of wijzigen. Daar draait het toch om in onze democratie?
Lukt dat voldoende en tijdig binnen een logge Unie met 27 landen?
Lenaerts: Sinds 1987 zijn zowat om de vijf jaar de grote basisverdragen van de EU gewijzigd met intergouvernementele conferenties en nadien ratificatie in alle parlementen. Dat zegt toch genoeg? Bewijst dat niet ten overvloede dat er helemaal geen sprake is van juristocratie?
Iets anders: hoe kijkt u naar de oorlog in Oekraïne?
Lenaerts: Als EU-burger betreur ik uiteraard wat daar gebeurt, maar tegelijk bevestigt het mijn overtuiging dat de EU een vredesproject is. Het is erg jammer dat er geen compromis met Rusland mogelijk is geweest, naar het voorbeeld van ons doorgedreven Europese overlegmodel. Nu past Rusland blijkbaar de negentiende-eeuwse doctrine van Carl von Clausewitz toe, die oorlog een beleidsmiddel noemde. Het zal van iedereen heel veel goodwill vragen om die weg van het overleg te kiezen zoals de EU altijd doet, maar it takes two to tango.
Krijgt het Hof ook te maken met die oorlog?
Lenaerts: De eerste zaken zijn al ingeleid. Zo hebben de EU-sancties ervoor gezorgd dat uitzendingen van Russische media zoals Russia Today in de EU worden opgeschort. Daarover is een zaak aanhangig over de vrijheid van meningsuiting.
Wanneer verwacht u daarover een arrest?
Lenaerts: De zaak wordt in eerste aanleg behandeld bij het Gerecht en komt dan mogelijk in beroep naar het Hof. (Op 10 juni hield het Gerecht een hoorzitting. De uitspraak volgt binnen enkele weken of maanden, nvdr) Ook sommige Russische oligarchen van wie bezittingen in de EU werden bevroren, komen verhaal halen bij het Gerecht. Dat kan bijvoorbeeld over een jacht of een villa gaan.
Is een positief gevolg van de oorlog dat de EU nu meer eensgezind optreedt?
Lenaerts: In een oorlog met tienduizenden doden heb je alleen verliezers. Wat deze oorlog helaas weer aantoont, is dat de EU op haar sterkst is in diepe crisisperiodes – denk maar aan de bankencrisis, de migratiecrisis of de brexit.
In het voorwoord bij het jongste jaarverslag van het Hof noemde u de brexit een emotionele gebeurtenis. Maar vergemakkelijkt het vertrek van het Verenigd Koninkrijk niet de politieke besluitvorming voor de EU?
Lenaerts: De vraag is wat er fundamenteel is veranderd. Er is met de Britten een verdrag gesloten waarin zowat alle juridische samenwerkingsvormen die ze vroeger als EU-lid hadden, nu bilateraal geregeld zijn.
Binnen de EU is er kritiek op Oost-Europese lidstaten als Polen of Hongarije. Sommigen zien de EU op termijn zelfs uiteenvallen.
Lenaerts: Elke lidstaat heeft zijn redenen en motieven om tot de EU toe te treden. Dat hadden de zes oorspronkelijke landen Duitsland, Frankrijk, Italië en de Benelux indertijd ook. Daar is niets mis mee. We hebben nu een Europese kern met de landen van de eurozone, in combinatie met de Schengenlanden. En het is duidelijk dat steeds meer Oost-Europese landen aandringen om daarbij te horen. Denk maar aan Kroatië dat de euro zal invoeren, of aan de discussie over een gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid. Als je dat hele plaatje bekijkt – van een EU-kerngroep en daarnaast lidstaten in verschillende stadia van toetreding tot de eurozone en een aantal niet-lidstaten met allerlei bilaterale verdragen, zoals Noorwegen – dan zie je wat de EU echt is: een steeds voortschrijdend proces op het snijvlak van gemeenschappelijke belangen, bekommernissen en tradities. Zo zal Europa zich in verscheidenheid verder ontwikkelen.
De oorlog in Oekraïne toont helaas weer aan dat de EU op haar sterkst is in diepe crisisperiodes.
U bent een optimist?
Lenaerts: Absoluut. Als men mij vraagt of ik voor meer of minder Europa ben, antwoord ik: voor allebei. Als het bijvoorbeeld gaat over externe veiligheid en defensie of bescherming van consumenten, ben ik voor meer Europa. Maar als men vindt dat Europa ook mag voorschrijven hoeveel zelfgemaakte programma’s lokale tv-zenders moeten uitzenden, dan ben ik voor minder Europa. Dat soort zaken laat je beter over aan het lokale beleidsniveau. De EU is geen gewone entiteit, maar een proces van integratie waar geen alternatief voor bestaat. Schaf de EU af en binnen de kortste keren sluiten al die afzonderlijke landen massa’s bilaterale akkoorden over van alles en nog wat. Wel, dan ben je op den duur toch weer Europese verdragen aan het schrijven.
Tot slot, wat vindt u ervan dat uw universiteit Vlaams Belangvoorzitter Tom Van Grieken uitnodigde voor een gastles?
Lenaerts: Toen ik aan Harvard studeerde, zei mijn professor en advocaat Laurence Tribe altijd: ‘Ideas must be met by ideas, not exclusion.’ De academische wereld moet met iedereen in debat durven te gaan. Als ik een debat over meer of minder Europa zou organiseren, zou ik een panel vragen met alle in het parlement vertegenwoordigde partijen, ook extreemlinkse en extreemrechtse. Zo krijg je een pluralistisch debat met respectvolle uitwisseling van argumenten en tegenargumenten én participatie van het publiek. Dat soort debat krijg je niet als je één persoon uitnodigt. Actief deelnemen aan een liberale democratie vraagt opvoeding. Dat is een van de problemen in nieuwe democratieën, zowel binnen als buiten de EU, waar de bevolking nooit le choc des ideés gekend heeft en dat als ruziemaken bekijkt. Ze leefden vaak decennia in regimes met een leider, meestal een man, die bepaalde hoe en wat je moest denken en doen. Dat werd kritiekloos aanvaard in ruil voor wat bestaanszekerheid, een job of huisvesting. Democratisch debat vraagt nu eenmaal intellectuele werkkracht en vorming.
Koen Lenaerts
– 1954: geboren in Mortsel
– Studeerde rechten aan de KU Leuven, de universiteit van Namen en Harvard University
– 1983: hoogleraar Europees recht aan de KU Leuven
– 1989: rechter bij het Europees Gerecht van eerste aanleg in Luxemburg
– 2003: rechter bij het Europees Hof van Justitie in Luxemburg
– 2015: voorzitter van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg