Project 2025 voor Europa: kan de EU zichzelf wel verdedigen zonder noemenswaardige defensie-industrie?
Steeds meer moet de Europese Unie haar eigen veiligheid zien te garanderen zonder noemenswaardige defensie-industrie.
Volgens de Oekraïense president Volodymyr Zelensky is de kans reëel dat 2025 het jaar wordt waarin Oekraïne en Rusland een vredesbestand zullen sluiten. Niemand die weet wat zo’n vergelijk precies zou inhouden. Wel is duidelijk dat Oekraïne beenharde veiligheidsgaranties nodig heeft om te voorkomen dat de Russische president Vladimir Poetin zijn veldtocht nadien eenvoudigweg hervat. Daarom vraagt Zelensky uitdrukkelijk om Oekraïne lid te laten worden van de NAVO – ook al trekt Poetin daar een donkerrode lijn.
NAVO-lidmaatschap of niet, nadrukkelijker dan zijn voorgangers eist de aankomende Amerikaanse president Donald Trump dat Europa meer voor zijn eigen veiligheid instaat. Lees: niet zozeer de VS maar vooral de Europese Unie zal voor Oekraïne in de bres moeten springen. Daarom sloten veel EU-landen het voorbije jaar veiligheidsakkoorden met Oekraïne. Die zijn weliswaar niet vrijblijvend, maar bindend zijn ze evenmin. Zo spreekt het Belgisch-Oekraïense akkoord vooral over ‘engagementen’, en zal ons land bij een nieuwe Russische agressie slechts ‘binnen zijn mogelijkheden’ handelen.
Voor de nieuwe Europese buitenlandvertegenwoordiger Kaja Kallas volstaat dat niet. ‘Zorg ervoor dat jullie veiligheidsgaranties geen loze beloften blijken’, drukte ze de lidstaten midden december op het hart. Kallas weet dat de tijd dringt. Oekraïne kan nog even teren op de tientallen miljarden die de NAVO, de G7 en de EU het voorbije jaar hebben vrijgemaakt, maar ook die steunpakketten raken snel op en blijken onvoldoende om de Russische terreinwinst op Oekraïense bodem te stoppen.
Knack stelt voor: een PROJECT 2025 voor Europa
Verrassing
Het is niet zo dat de EU vandaag niets doet. In 2023 stegen de Europese defensie-uitgaven voor het negende jaar op rij en gaven de lidstaten er zo’n 290 miljard euro aan uit, waarvan 60 miljard aan materieel. Ter vergelijking: de VS spendeerden 850 miljard dollar aan defensie, China 274 miljard en Rusland 100 miljard – Rusland kan voor dat geld weliswaar meer kopen dan de EU-lidstaten. In 2018 gaven de EU-landen gemiddeld 1,3 procent van hun bbp aan defensie uit, vorig jaar steeg dat tot 1,64 procent. Acht Europese NAVO-landen geven minder dan 2 procent van hun bbp uit aan defensie, waaronder België.
‘Vraag om het even welke Amerikaan of de VS met zijn belastinggeld Europese wapens zouden moeten kopen, en hij zou de vraag niet eens begrijpen.’
Een Europese diplomaat
Het lijkt een kwestie van tijd voordat die NAVO-norm van 2 procent gevoelig zal worden opgetrokken. Trump vraagt intussen van de lidstaten om 5 procent van het bbp aan defensie te spenderen. Zijn Poolse ambtgenoot Andrzej Duda en NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte vragen op hun beurt 3 procent van het bbp. Hoe België zo’n stijging zou financieren, is onduidelijk. Momenteel zoeken de Arizona-onderhandelaars naarstig naar een groeipad om tegen 2035 aan 2,5 procent te komen.
Het kan en moet allemaal efficiënter, zegt de Italiaanse ex-premier Enrico Letta aan Knack. ‘De lidstaten kopen hun wapens nauwelijks op Europese bodem aan. Van al het materieel dat ze sinds de grootschalige Russische inval in Oekraïne hebben aangeschaft, komt liefst 78 procent uit de VS.’
‘Een hallucinant hoog percentage’, vult een EU-diplomaat aan. ‘De balans is zoek. Vraag aan om het even welke Amerikaan of de VS met zijn belastinggeld Europese wapens zouden moeten kopen, en hij zou de vraag niet eens begrijpen.’
Project 2025 voor Europa: waarom Europa loodgieters in Afrika moet opleiden
Belastinggeld
‘Het Europese defensie-ecosysteem is versnipperd. Er zijn 27 lidstaten, met 27 aparte legers en 27 nationale markten’, vertelt Tom de Bruijn, Nederlands ex-minister van Buitenlandse Handel en auteur van Hoogmoed en onmacht. Geopolitiek en de Europese Unie. ‘Slechts af en toe geven enkele EU-lidstaten het goede voorbeeld – denk aan de marinesamenwerking tussen België en Nederland. Dat is de weg die de EU in overleg met de NAVO veel meer moet inslaan, al zal Europa altijd afhankelijk blijven van de nucleaire afschrikking van de VS. Die kan Frankrijk namelijk niet vervangen, en dat willen andere EU-landen ook niet.’
Donald Trump vraagt nu van de lidstaten om 5 procent van hun bbp aan defensie te spenderen.
Pogingen om de Europese defensie op te tuigen, waren er nochtans genoeg. Al in 1996, na de implosie van de Sovjet-Unie en tijdens de Joegoslavische oorlogen, stelde de Europese Commissie voor om een eengemaakte EU-markt voor defensiematerieel uit de grond te stampen. Het viel echter op een koude steen bij de lidstaten, omdat de focus toen op EU-uitbreiding en de euromunt lag én omdat ze defensie toch vooral als een nationale aangelegenheid beschouwden. Ook van de strategie voor een Europese technologische en industriële defensiebasis – geboortejaar 2007 – kwam tot op heden weinig in huis.
Dat blijft niet zonder gevolg. Begin jaren 1990 gaf de Europese defensie-industrie werk aan meer dan anderhalf miljoen mensen. Vandaag zijn dat er volgens de onderzoeksdienst van het Europees Parlement nog maar 500.000. In de lijst van de grootste 100 defensiebedrijven ter wereld staan er amper 17 exemplaren op Europese bodem, en sinds de Brexit geen enkel meer in de top tien, rapporteerde de denktank Bruegel. Wel zijn er in de EU veel kleine en middelgrote defensiebedrijfjes met één specialisatie. Ze kunnen dus geen volledig afgewerkt, functionerend wapenmaterieel maken.
Strubbelingen
Het gebrek aan Europese defensiesamenwerking kost tussen de 20 en 100 miljard euro per jaar, berekende de Europese Commissie in 2021. Daarom wil ze snel aan de bak. Voorzitter Ursula von der Leyen meent dat de Europese defensie-industrie de komende tien jaar 500 miljard euro aan investeringen nodig heeft. Onder de auspiciën van de allereerste Eurocommissaris voor Defensie, de Litouwse ex-premier Andrius Kubilius, wil Brussel dat de lidstaten tegen 2030 de helft van hun materieel bij de Europese defensie-industrie kopen, en dat ze minstens 40 procent van het materieel samen aanschaffen.
De onderhandelingen over een overkoepelend Europees Defensieprogramma (EDIP) verlopen erg moeilijk.
Kubilius vertrekt niet van nul. Sinds de Russische invasie van Oekraïne werden al honderden miljoenen geïnvesteerd in de Europese productie van onder meer artillerie, buskruit en raketten (ASAP) en werden steunpakketten uitgetrokken om de lidstaten tot gemeenschappelijke aankopen aan te zetten (EDIRPA) . Eind 2025 moeten beide initiatieven plaatsmaken voor een overkoepelend Europees Defensieprogramma (EDIP), waarvoor Brussel beduidend meer middelen wil uittrekken – te beginnen met een nog steeds bescheiden bedrag van anderhalf miljard euro in twee jaar tijd.
De voorwaarde voor succes is wel dat de lidstaten uit hun eigen schaduw durven stappen. Momenteel lopen de onderhandelingen over EDIP al bijzonder moeilijk. Frankrijk wil bijvoorbeeld niet dat er Europese subsidies worden uitgetrokken voor aankopen uit de Verenigde Staten, terwijl Duitsland en Centraal-Europa daar een manoeuvre in zien om de Franse defensie-industrie te bevoordelen. De Italianen hebben zopas een defensieakkoord met de Britten en de Japanners bereikt om een gevechtstoestel te maken, terwijl soortgelijke Frans-Duits-Spaanse plannen helemaal in het slop zitten.