Gaan of blijven? Sinds de covidpandemie overwegen steeds meer Londenaren de stad te verlaten. Maar Lia van Bekhoven blijft zitten.
Als ik luister naar jonge vrienden dan kan het niet anders of de coronacrisis gaat Londen de das om doen.
Niet iedereen is zo gek op de stad als ik. Duizenden leven er onder druk. Ze houden misschien van hun werk, de parken, theaters en de pubs, maar niet van de krappe tweekamerwoning in een buurt die al jaren in opkomst heet te zijn en waarvoor ze maandelijks een huur overmaken ter waarde van een Volkswagen Polo.
Bij ieder uitstapje naar kust of platteland treuzelen ze voor de ruiten van makelaars met de vraag hoe het zou zijn in de provincie te wonen. En nu kan het.
Tenminste, de keuze is er. Want als de pandemie een ding heeft laten zien, dan is het dat het niet langer essentieel is dagelijks op kantoor te zitten.
Wie heeft Londen nodig als je supersnelle broadband hebt? Waarom niet op het platteland wonen en twee keer per week naar je werk in de stad reizen? Volgens Facebook is de toekomst van het kantoorleven virtueel. Mark Zuckerberg is misschien de eerste maar vast niet de enige werkgever die wil dat de helft van zijn personeelsleden thuis aan de keukentafel blijft werken.
De pandemie heeft vooral bij stedelingen in de dertig iets losgemaakt. Bij de jonge, creatieve en energieke demografie; de groep die een stad definieert en interessant maakt. Maar als je nagenoeg 24 uur per dag thuis opgesloten zit, kan het niet anders of je gaat nadenken over het leven. En vooral over de geografische locatie van het leven.
Volgens een onderzoek in de Evening Standard overweegt een kwart van Londenaren uit de stad weg te trekken. Een groot aantal zegt geen keuze te hebben. Ruim een derde gelooft zich niet te kunnen permitteren in de Britse hoofdstad te blijven vanwege de hoge kosten van het levensonderhoud. 51 procent vindt het leven in Londen ’te gestrest’. Wat veel tegenhoudt te verhuizen is FOMO (Fear Of Missing Out – Bang Iets Te Missen).
What’s new, dacht ik, toen ik dat las. Want het verschijnsel van een Londense leegloop is even oud als de stad zelf. Te beginnen bij de Romeinen die er rond 470, na vijf honderd jaar, genoeg van begonnen te krijgen. De covid-pandemie bevestigt enkel een trend die eerder begon en onder druk van de lockdown een paar versnellingen oversloeg.
Ik begrijp best waarom jongeren uit Londen wegtrekken.
In 2018 hielden maar liefs 300.000 Londenaren de hoofdstad voor gezien. De jaren ervoor waren er meer mensen weggetrokken, dan erbij gekomen waren. Het werd destijds omschreven als een historisch keerpunt.
Toen ik eind jaren zeventig in Londen ging wonen was emigratie, net als nu, het gesprek van de dag. Met het verschil dat de Britse hoofdstad toen symptoom was van verval. De rek was eruit. De woonwijken tot op de draad versleten. In de metro reed je, in verouderde, lege treinstellen langs rijen dichtgespijkerde huizen en stille industrieterreinen. Het aantal inwoners uit de binnenstad was teruggelopen met 20 procent. Margaret Thatcher overwoog haar kinderen naar Canada te sturen voor hun carrières. De Britse hoofdstad had geen toekomst. Londen zou, was de voorspelling, de kant opgaan van Detroit.
In het midden van de jaren tachtig begon het tij te keren. Londen was bezig de hoofdstad van de wereld te worden. Rijk, etnisch divers, internationaal, nergens was het makkelijker om aan een baan te komen. De bevolking klom in 2015 tot 8,6 miljoen inwoners. Dat was trouwens niet eens een record. In 1939 had de teller op hetzelfde aantal gestaan.
Ik begrijp best waarom jongeren wegtrekken. Vier pond sterling voor een cappuccino kan de meest betrokken start-upondernemer op de knieën krijgen. Afgezien van de permanente strijd goeie scholen te vinden. En de worstelingen met het verkeer. Als je jouw Londens arbeidershuisje kunt inruilen voor een pastorale idylle tegen de prijs van een zak chips (gezinspak), zeg dan maar eens nee.
Maar de cappuccino moet het dubbele kosten voordat ik een leven buiten de metropool overweeg. Ik vind Londen te spannend. De binnenstad, rafelrandjes en al, geeft mij nog steeds de lichte opwinding van: dit is waar het gebeurt. Steden zijn het epicentrum van de wereld. Er is een reden waarom zij, snel, vuil, energiek en luidruchtig, de basis zijn van onze beschaving en niet, pakweg, glooiende velden.
Maar misschien heb ik wel, net als de jongeren die wel weg willen maar niet durven, gewoon last van FOMO.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier