Tienduizenden Hongaren zijn vrijdag ingegaan op de vraag van de opkomende oppositieleider Peter Magyar om op straat te komen tegen de nationalistische premier Viktor Orban.
De Hongaarse regering verkeert al even in zwaar weer. Die storm ontstond met verontwaardiging over een gratieverlening in een zaak rond kindermisbruik, die gaat maar niet liggen.
‘Laten we een beweging organiseren voor alle goedwillende Hongaren die voor hun land willen werken’, zei Magyar in zijn toespraak. Hij vroeg dat Hongarije de standpunten volgt van zijn westerse partners, en hekelt de ‘oligarchie’ die het land ‘ruïneert’. Daarnaast wil hij opnieuw een onafhankelijk gerecht en onafhankelijke media. Hongarije moet wat hem betreft ook aansluiten bij het Europees parket.
Sinds Magyars ex-vrouw Judit Varga zich terugtrok uit Orbans regering omdat ze als minister van Justitie had ingestemd met de gratie in de kindermisbruikzaak heeft Magyar zijn beschuldigingen tegen de regering opgevoerd. In een peiling die het Hongaarse instituut Median vorige week uitvoerde, krijgt Magyar 9 procent van de stemintenties. Dat maakt hem in één klap de belangrijkste stem in een verdeelde oppositie in Hongarije.
Ruim een maand geleden kwamen al 130.000 mensen op straat tegen Orban, ongezien in de voorbije tien jaar in Hongarije. De volkswoede lijkt niet getemperd nadat behalve Varga ook presidente Katalin Novak, die de gratie had toegekend, ontslag nam.
