Wouter Wolfs
‘Hoe legitiem zijn de uitslagen van de Hongaarse verkiezingen?’
‘Vrije en eerlijke verkiezingen zijn de kern van elk democratisch bestel. Dit negeren biedt alleen maar een verdere legitimatie voor Viktor Orbáns autocratisch regime’, schrijft Wouter Wolfs, docent vergelijkende en internationale politiek (KU Leuven).
‘Viktor Orbán behaalt een klinkende overwinning’: met deze titel startten de meeste nieuwswebsites hun berichtgeving over de Hongaarse parlementsverkiezingen van afgelopen zondag 3 april. Daarna volgt meestal een uiteenzetting over de stemmenpercentages, zetelverdelingen en een sappige quote van Orbáns overwinningsspeech. Slechts zelden wordt er gewag gemaakt van het problematische verloop van de verkiezingen. Nochtans zou dat de kern van de berichtgeving moeten zijn, want hoe legitiem zijn de uitslagen van oneerlijke verkiezingen?
De vorige verkiezingen van 2018 in Hongarije werden door internationale verkiezingswaarnemers al geëvalueerd als ‘vrij maar oneerlijk’. Dat betekent dat hoewel de stembusgang formeel goed was verlopen, er geen sprake was van een gelijk politiek speelveld tussen de partijen en kandidaten. Een hele reeks van maatregelen zorgde ervoor dat Orbáns regeringspartij Fidesz duidelijk in het voordeel was. Ook bij deze verkiezingen was het voor de oppositie een ongelijke strijd. Sinds de vorige verkiezingen had Orbán zijn ‘illiberale’ verkiezingsstrategie immers nog verder verfijnd.
Al na de verkiezingsoverwinning in 2010 hertekende Fidesz de kiesdistricten, waarbij er meer zetels werden toegewezen aan de regio’s waar de partij sterk staat en minder zetels voorzien werden voor de kerngebieden van de oppositie. Samen met een ‘winnaarsbonus’ van extra zetels voor de grootste partij heeft dit er mee voor gezorgd dat Orbáns partij erin geslaagd is om een twee derde meerderheid te behalen in het parlement (waarmee het eigenhandig de grondwet kan wijzigen). Ook bij de verkiezingen van zondag kon de partij met 53 procent van de stemmen bijna 68 procent van de zetels in de wacht slepen.
Hoe legitiem zijn de uitslagen van de Hongaarse verkiezingen?
Wouter Wolfs,
Bovendien werden de kiezers in het buitenland naar de hand van Fidesz gezet: meer dan een miljoen ethnische Hongaren die in de buurlanden wonen – het resultaten van een hertekening van de Hongaarse landsgrenzen na de Eerste Wereldoorlog – kregen stemrecht. Deze groep kon de afgelopen jaren rekenen op gulle financiële steun van de regering Orbán en is Fidesz dan ook gunstig gezind. De Hongaren die uitgeweken zijn naar West-Europa – en die doorgaans de oppositiepartijen steunen – werd het moeilijker gemaakt om hun stem uit te brengen: het aantal kiesbureaus in West-Europese landen werd tot een minimum gereduceerd, met ellelange rijen en wachttijden tot gevolg.
Ook wat de campagne-uitgaven betreft, spendeerde Fidesz aanzienlijk meer dan haar politieke tegenstanders. Hoewel er officieel uitgavenplafonds zijn om een gelijke politieke strijd te garanderen, is de partij er goed in geslaagd om deze regels te omzeilen. Zo gebruikte Orbán de officiële overheidscommunicatie – en dus: publieke middelen – om voluit campagne te voeren in de aanloop naar de verkiezingen.
Daarnaast werden ‘derden’ – organisaties of individuen zonder (formele) link met een politieke partij – ingeschakeld om campagne te voeren voor Fidesz: deze zijn immers niet gebonden aan een uitgavenlimiet. Tot slot werd er op de verkiezingsdag ook een referendum georganiseerd, en ook wat de referendumcampagnes betreft, is er amper regelgeving. Ook dit gaf Fidesz de kans om haar uitgaven verder op te krikken.
Ten slotte zijn zo goed als alle Hongaarse media in handen van Fideszgezinde individuen en organisaties. Met speciale wetgeving heeft de partij er in het verleden voor gezorgd dat mediafusies niet door de mededingingsautoriteit moestien worden beoordeeld. Het gevolg is een geconcentreerd medialandschap dat uitsluitend positief bericht over de regering Orbán. Tijdens de Covid-19-crisis werd de greep van de overheid op de media nog verder versterkt.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat Hongarije in verschillende internationale rangschikkingen gecategoriseerd werd als ‘electorale autocratie’: een land dat nog wel verkiezingen organiseert, maar niet langer als een democratie kan worden beschouwd. Vrije en eerlijke verkiezingen zijn nochtans de kern van elk democratisch bestel. Dit negeren in de berichtgeving over de Hongaarse verkiezingen biedt alleen maar een verdere legitimatie voor Viktor Orbáns autocratisch regime.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier