Hoe AstraZeneca uit de gratie viel in Europa
AstraZeneca en de Europese Unie: veel liefde is er tussen de twee nog niet verloren gegaan. Na onduidelijke studieresultaten, sputterende leveringen en exportbeperkingen woedt er momenteel een felle discussie over het vermeend risico op bloedklonters.
Op 5 augustus blazen afgevaardigden van de lidstaten en de Europese Commissie verzamelen per videoverbinding. Op de agenda staat een wetenschappelijke presentatie van AstraZeneca over het op dat moment nog te ontwikkelen vaccin tegen covid-19. Het blijkt een goed onderhoud: drie weken later, op 27 augustus zetten bevoegd eurocommissaris Stella Kyriakides en Derek Seaborn, baas van de Zweedse operationele poot van de vaccinproducent, hun handtekening onder een contract. Er worden 300 miljoen stuks besteld, waarvan de eerste dertig miljoen reeds in december zouden opgeleverd worden. Kostprijs: slechts 1,78 euro per prikje, een fractie van wat de Europese Unie aan andere vaccins betaalt.
Wat een sprookje moet worden, gaat in november voor de eerste keer fout. AstraZeneca worstelt met de resultaten van zijn studies. Bij de presentatie van testfase 3, communiceert het bedrijf op een ongelukkige manier over de werkzaamheid van zijn vaccin. In vergelijking met Pfizer kan het minder goede bescherming tegen lichte symptomen voorleggen, ook al beschermt het vaccin uitstekend tegen hospitalisatie of overlijden ten gevolge van een covid-19-infectie – wat toch de essentie is. In een poging om de opgelopen schade te herstellen, maakte AstraZeneca een gemiddelde van de werkzaamheidsgraad op basis van tests met twee verschillende inentingstermijnen tussen de vaccins. Dat doet de wenkbrauwen fronsen.
Begin december keuren de gezondheidsinstanties van het Verenigd Koninkrijk – op dat moment nog gebonden aan de Europese regels binnen de transitieperiode van de brexit – het AstraZeneca-vaccin via een noodauthorisatie goed. Hoewel de Europese lidstaten bij machte zijn om dezelfde piste te volgen, zweert elke nationale regering bij het tragere goedkeuringsproces via het Europees Medicijnenagentschap (EMA). De leveringen die reeds in december gepland staan, gaan echter niet door omdat AstraZeneca maar geen aanvraag bij het EMA indient.
Omdat de Britse gezondheidsdiensten nog niet over volledige data van de klinische studies van AstraZeneca beschikken, werpt premier Alexander De Croo (Open VLD) – niet helemaal onterecht – op dat de regering-Johnson de Britse bevolking als proefkonijn gebruikt. Johnson neemt op dat moment inderdaad een berekende gok, maar wel een die de Britse vaccinatiecampagne op korte tijd op snelheid brengt. Nog voor het EMA goed en wel een positief advies formuleert, laat AstraZeneca midden januari optekenen dat het slechts een peulschil van de beloofde leveringen kan garanderen – behalve dan voor het Verenigd Koninkrijk.
65-plussers
Door de sputterende leveringen in januari beginnen zowel de Europese Unie als AstraZeneca met de spierballen te rollen. De eerste dwingt de laatste tot publicatie van het contract, nadat AstraZeneca-topman Pascal Soriot in een interview aan de Italiaanse krant La Repubblica de Europese onderhandelaars van de Commissie en de lidstaten te kijken zet. Tot een rechtszaak is het (nog) niet gekomen. Wel voert Brussel in allerijl exportbeperkingen in om de gemaakte afspraken in het AZ-contract zelf af te dwingen. Dat kan echter niet verhinderen dat het bedrijf vorige week nieuwe leveringsvertragingen voorspelt voor de komende maanden.
Niet veel tijd nadat AstraZeneca de vertragingen aankondigt, blijkt dat de studies van het Brits-Zweedse bedrijf onvoldoende data bevatten om met zekerheid te kunnen oordelen over de werkzaamheid bij mensen die ouder zijn dan 65 jaar. Frans president Emmanuel Macron reageert echter met de foutieve uitspraak dat het vaccin bij 65-plussers naar alle waarschijnlijkheid nauwelijks effectief is. Alle Europese lidstaten, waaronder België, besluiten ondanks een voorzichtig positief advies van het EMA om te wachten op volledige duidelijkheid.
IJsland & Noorwegen
Die voorgeschiedenis heeft ertoe geleid dat AstraZeneca met veel argwaan bekeken wordt in de Unie. Al beperkt die argwaan zich niet tot de Europese binnengrenzen. In de Verenigde Staten en Zwitserland is het vaccin, dat werd ontwikkeld door de Oxford Universiteit, tot op de dag van vandaag niet goedgekeurd. Ook IJsland en Noorwegen, beide geen lid van de Europese Unie, zetten recent de vaccinaties met AstraZeneca stop nadat er berichten over vermeende trombo-embolische voorvallen opdoken. Om een persoonlijke vete tussen AstraZeneca en de Europese Unie lijkt de opschorting dus niet meteen te gaan.
Wanneer ook EU-lidstaat Denemarken inentingen met AstraZeneca stopzette, ontstond er een sneeuwbaleffect: Italië, Frankrijk, Nederland, Portugal, Ierland, Slovenië, Cyprus, Bulgarije, Duitsland, Zweden en Luxemburg gingen de afgelopen dagen stuk voor stuk dezelfde toer op. Een Franse minister vertelde maandag aan de Europese nieuwswebsite Politico dat Frankrijk onder meer tot opschorting was overgegaan omdat Duitsland dat ook gedaan had. Het hoofd van het Italiaanse geneesmiddelenagentschap schreef de opschorting eveneens aan politieke redenen toe.
Voorzorgsprincipe
Hoewel België intussen volledig omringd is door lidstaten die het AstraZeneca-vaccin (deels) hebben opgeschort, hebben de ministers van Volksgezondheid na een advies van de Hoge Gezondheidsraad echter besloten om voet bij stuk te houden. Dat ligt in lijn met de aanbevelingen van zowel de Wereldgezondheidsorganisatie en het EMA, die respectievelijk vandaag en donderdag een nieuwe opinie zullen formuleren. Beide instellingen menen namelijk dat de eventuele en beperkte risico’s van het AstraZeneca-vaccin niet opwegen tegen de voordelen die het biedt. Een woordvoerder van de Europese Commissie antwoordde dinsdagmiddag volmondig ‘absoluut’ toen hij de vraag kreeg of hij zich met AstraZeneca zou laten inenten.
De Britse kranten, die de beslissing van de Europese lidstaten tegen de achtergrond van de brexit beoordelen, maken brandhout van de opschorting. Op basis van hun eigen data, in een land waar reeds twaalf miljoen mensen met AstraZeneca zijn ingeënt, maakt men zich in het Verenigd Koninkrijk helemaal geen zorgen over het Zweeds-Britse product. Of de kritiek helemaal terecht is, is een ander verhaal. De Duitse regering heeft er politiek gesproken namelijk geen baat bij om de vaccinatiecampagne verder te vertragen. In Duitsland heeft het onafhankelijke en vermaarde Paul Ehrlich Instituut zeven trombo-embolische voorvallen geconstateerd, waarvan er drie zijn overleden. Die kwestie wordt nu verder onderzocht.
Vraag is met andere woorden hoe risico-avers de Europese lidstaten (moeten) omgaan met de vaccins. Misschien – maar misschien ook niet – herbergt het AstraZeneca inderdaad wel minimale risico’s. Het is echter de vraag of die in verhouding staan tot het aantal mensenlevens dat kan worden gered door te blijven vaccineren – de lijn die de Belgische en regionale regeringen volgen. Net door de vaccins op te schorten kan een verregaande interpretatie van het voorzorgsprincipe er misschien wel toe leiden dat er meer kwaad geschiedt dan wanneer AstraZeneca toch mag worden blijven gebruikt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier