‘Het Verenigd Koninkrijk moet beseffen dat de Europese Unie een machtigere buur is’
‘De Brexit zorgt voor minder buitenlandse investeringen, vergroot de arbeidsmarkttekorten, maakt de import duurder en fnuikt de goederenuitvoer’, vertelt Stefaan De Rynck, voormalig adviseur van Europees Brexitonderhandelaar Michel Barnier.
‘De Brexit is mislukt.’ In zijn nieuwjaarstoespraak wond de burgemeester van Londen Sadiq Khan (Labour) er vorige week geen doekjes om. Een kleine zeven jaar na het Brexitreferendum en twee jaar nadat het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie is gestapt, worden de negatieve effecten van die beslissing almaar duidelijker. De economische en politieke chaos in het land is groot.
In zijn nieuwe boek Inside the Deal – How the EU Got Brexit Done, dat op 24 januari in de rekken ligt, beschrijft Stefaan De Rynck nauwgezet hoe de Europese Unie de uitstap van het Verenigd Koninkrijk in goede banen probeerde te leiden. Als adviseur van Europees hoofdonderhandelaar Michel Barnier maakte De Rynck de drie en een half jaar durende onderhandelingen met de regeringen van Theresa May en Boris Johnson vanaf de eerste rij mee.
De Ryncks boek ontrafelt de Britse misvattingen over de Europese belangen en vertelt waarom de Britse verdeel- en heersstrategie een averechts effect had. Dat de Duitse auto-industrie Brussel ertoe zou dwingen om het Verenigd Koninkrijk een voorkeursbehandeling te geven, zoals sommige Britten zo graag wilden geloven, was van meet af aan naïef. En met zijn alles-of-nietstactiek plaatste premier Johnson vooral zichzelf in een penibele positie.
De Rynck, verbonden aan de KU Leuven en momenteel vertegenwoordigingshoofd van de Europese Commissie bij België, kijkt met een zekere droefenis naar de ontwikkelingen aan de andere kant van het Kanaal, maar Schadenfreude is er hoegenaamd niet. De Britten die na het referendum hoopvol de verwachting van een betere toekomst vierden, moeten na zeven jaar vaststellen dat geen enkele belofte is ingelost, en dat is echt triest voor hen, vertelt De Rynck in hoedanigheid van auteur.
Over de Brexit bestaat zowel bij het bredere publiek als bij de Europese instellingen een zekere moeheid. Waarom hebt u dit boek nog willen schrijven?
Stefaan De Rynck: De Brexit is een historische gebeurtenis, een fascinerende soap ook met iconische momenten. Denk maar John ‘Order!’ Bercow, de voormalige speaker van het Britse Lagerhuis, die met zijn schorre stem het parlement steeds weer tot de orde moest roepen. Of de leugenachtige rode bus van Johnson, of de tranen van May bij haar afscheid. Zulke momenten lenen zich nu eenmaal tot een goed verhaal. Maar mijn grootste drijfveer zijn de vele vragen die er over de Europese standpunten tijdens de Brexit blijven bestaan. Als politoloog en Europees ambtenaar die bij het hele proces betrokken was, is het mijn verantwoordelijkheid om transparant te communiceren over wie we zijn, wat we doen en hoe we werken.
Er bestaan nog veel misverstanden over de Europese Brexithouding, wilt u zeggen?
De Rynck: Toch wel. Nog steeds menen sommigen dat we het Verenigd Koninkrijk voor zijn keuze wilden bestraffen. Dat is een hardnekkig fabeltje. De Europese instellingen en de lidstaten hebben de uitslag van het referendum meteen aanvaard en zijn fundamenteel beginnen na te denken over de Europese belangen. Iedereen kwam tot de conclusie dat de Europese interne markt van grote geopolitieke waarde is. Ze biedt de strategische basis die mee voor welvaart zorgt en maakt dat we op internationale fora meespelen. Aan haar werking wilde dus niemand tornen. Dat die Europese belangen niet altijd correspondeerden met die van het Verenigd Koninkrijk, is nu eenmaal een onvermijdelijk gevolg van de Brexit. De Europese lidstaten delen namelijk hun soevereiniteit om samen sterker te worden, het Verenigd Koninkrijk hoopt dat net op eigen houtje te doen. Die richtingenstrijd zorgt onvermijdelijk voor spanningen.
U schrijft dat de Europese eenheid tijdens de onderhandelingen aanvankelijk erg wankel was. Hoe kwam dat?
De Rynck: De Britse regering spaarde van meet af aan kosten noch moeite om met bilaterale contacten de lidstaten tegen elkaar uit te spelen. En in die beginfase vreesden sommige kopstukken wel degelijk dat andere lidstaten voor de Britse lokroep zouden zwichten. Er heerste zenuwachtigheid, de geruchtenmolen draaide op volle toeren. Een Europese regeringsleider deelde zijn twijfels met Barnier of zijn collega’s de Europese eenheid wel zouden blijven steunen.
Uiteindelijk zijn de Britten niet in hun opzicht geslaagd?
De Rynck: Nee, onder meer omdat we ons goed hebben kunnen organiseren. De lidstaten bepaalden het onderhandelingsmandaat voor onze centrale experten-taskforce in de Europese Commissie en niemand anders onderhandelde met de Britten buiten Barnier om. Zodra de gesprekken waren begonnen, bleven de rangen in de lidstaten gesloten en konden alle andere diensten in de Commissie zich met hun normale taken bezighouden. Het hielp ook dat we eerst het kostenplaatje, de burgerrechten en de Noord-Ierse kwestie aanpakten vooraleer we aan de gesprekken over de toekomstige relatie begonnen. Dat stelde heel wat hoofdsteden gerust.
Het Verenigd Koninkrijk verkeert in politiek en economisch zwaar weer. In hoeverre is dat het gevolg van de Brexit?
De Rynck: Het lijkt me te kort door de bocht om daarvoor alleen naar de Brexit te wijzen. Ook op het Europese vasteland zijn het meer dan woelige tijden door de gevolgen van de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne. Maar er zijn duidelijke bewijzen dat de Britse uitstap het land economisch pijn doet. Verscheidene onafhankelijke overheidsinstellingen, zoals het Office for Budget Responsibility, spreken over een negatieve impact van 4 tot 5 procent op de economie. De Britse Centrale Bank stelt op zijn beurt dat productiviteit stagneert en handel afneemt. De Brexit zorgt voor minder buitenlandse investeringen, vergroot de arbeidsmarkttekorten, fnuikt de goederenuitvoer en maakt import duurder, bijvoorbeeld van voedsel. Volgens schattingen loopt het Verenigd Koninkrijk door de Brexit jaarlijks 40 miljard pond belastingen mis – ongeveer het bedrag dat voormalig premier Liz Truss aan belastingverlagingen wilde doorvoeren, maar waarmee ze de financiële markten in paniek stortte. In de Europese Commissie communiceren we vaak in abstracte termen over de economische voordelen die de Europese interne markt biedt: helaas biedt dit trieste verhaal tastbaar bewijs hoe groot die zijn.
Volgens de Britse premier Rishi Sunak heeft het Verenigd Koninkrijk de voordelen van de uitstap gewoon nog niet benut. Klopt dat?
De Rynck: Ik zie eerlijk gezegd niet waar die opportuniteiten dan liggen. De economie betaalt een prijs. Achtergestelde regio’s krijgen minder steun. Britse boeren zijn er slechter aan toe. Er was een belofte om de migratie te verminderen, maar het aantal niet-Europese migranten naar het Verenigd Koninkrijk stijgt. De voorwaarden van de autonome Britse handelsakkoorden met andere landen zijn niet beter dan de Europese. Op politiek vlak zit het Verenigd Koninkrijk met een flinke kater in Noord-Ierland en Schotland, die beide stemden voor blijvend EU-lidmaatschap. De Britten keren zich ook steeds meer tegen de Brexit. Maar nog steeds bestaat er in het Britse openbare debat de misvatting dat we uit solidariteit de negatieve gevolgen van de Brexit zullen compenseren. Natuurlijk wil de Europese Unie met het Verenigd Koninkrijk een betere relatie dan vandaag het geval is, maar dat kan enkel op een manier die beide partijen ten goede komt.
Onder meer de Nederlandse historicus en auteur Geert Mak meent dat de Europese Unie met de Brexitonderhandelingen een kans heeft gemist om na te denken over een flexibeler samenwerkingsverband.
De Rynck: Dat is een bekende kritiek die ik om meerdere redenen niet deel. Ten eerste waren we wel degelijk flexibel: we hebben met twee verschillende premiers twee verschillende deals onderhandeld over Noord-Ierland. Het is bovendien de Britse douane die moet controleren of hun exportproducten naar Ierland wel aan onze standaarden voldoen. Tot slot dóét lidmaatschap ertoe. Het is niet de bedoeling dat een derde land meer voordelen krijgt dan een lidstaat, en al zeker niet als daar geen verplichtingen tegenover staan.
Die wilde de Britse regering niet?
De Rynck: Johnson heeft zich daar fel tegen verzet, wat samenwerking erg moeilijk maakt. Als we daarop toegeven, dan hangt de interne markt binnen de kortste keren met spuug en plaktouw aan elkaar en loopt het Europese project gevaar. Stel u maar eens voor dat we het Verenigd Koninkrijk beslissingsrecht hadden gegeven: zouden we werkelijk willen dat een niet-lidstaat de gemeenschappelijke aankoop van vaccins kon blokkeren of het coronaherstelfonds kon tegenhouden?
Het waren de Britten die voor de Russische inval waarschuwden en die Oekraïne met hun uitgebreid leger steunen. Hadden toegevingen niet voor een nauwere veiligheidssamenwerking kunnen zorgen?
De Rynck: Het Verenigd Koninkrijk zag dat tijdens de onderhandelingen zelf niet zitten en koos uitdrukkelijk voor de NAVO en bilaterale partnerschappen met lidstaten. Sterker nog, het negeerde op dat domein aanvankelijk het bestaan van de Europese Unie. Natuurlijk heeft het Verenigd Koninkrijk veel te bieden, maar het moet zelf ook klaar zijn om nauwer met ons samen te werken en te beseffen dat de Europese Unie een machtigere buur is. Ik denk dat de oorlog in Oekraïne dat proces net versnelt en het Verenigd Koninkrijk sinds 24 februari beseft welke geostrategische organisatie het heeft verlaten. Sindsdien wil de Britse regering op uitnodiging opnieuw vrijwillig deelnemen aan vergaderingen van de Europese buitenlandministers, en heeft ze haar wetgeving aan het Europese sanctieregime aangepast. Het Verenigd Koninkrijk speelt voor alle duidelijkheid een positieve rol in het Oekraïneconflict, maar ik zie ze geen dingen doen waartoe ze als Europese lidstaat niet in staat waren.
Tijdens de onderhandelingen stond u voortdurend in rechtstreeks contact met de Britse media en invloedrijke experten. Hoe verliep dat?
De Rynck: Van meet af aan bestonden er twee scholen. De ene begreep heel goed dat de Brexit het land niet ten goede zou komen, de andere meende dat de Unie het Verenigd Koninkrijk voor de uitstap wilde bestraffen. Ik probeerde hen uit te leggen dat de Britse keuze nu eenmaal negatieve effecten met zich meebrengt, maar dat het niet in ons belang is om de Europese Unie te veranderen om die Britse pijn te verzachten. Vooral de Britse tabloids vonden dat een dogmatische houding en noemden Barnier de ‘oppertheoloog van het Europese wetboek’. Die reactie vertrok vooral vanuit de valse verwachtingen die tijdens de Brexitcampagne waren geschapen. Het was bijvoorbeeld absurd dat Boris Johnson zei dat de Brexit een betere deal met de Europese Unie zou opleveren: je kunt als niet-lidstaat simpelweg geen betere deal krijgen dan als lidstaat. Maar dat lijken heel wat mediaredacties nog steeds niet te willen begrijpen.
Ging u dan met hen praten om de Europese standpunten uit te leggen?
De Rynck: Op verscheidene Britse redacties heb ik dat urenlang gedaan. Maar vaak lag de eurokritische redactielijn al vast. Om de geloofwaardigheid van de artikels te verhogen, voegden sommige kranten soms de namen van de correspondenten in Brussel – die vaak beter begrepen hoe de Europese Unie in elkaar zit – toe zonder dat ze er veel aan hadden meegewerkt. In de begindagen van de gesprekken zei Brits onderhandelaar David Davis tegen Michel Barnier dat hij de Britse pers mocht negeren, om vervolgens zelf gekleurde informatie aan diezelfde bladen door te spelen. Dat is natuurlijk nefast, want opnieuw werden er valse verwachtingen gecreëerd over waartoe de Europese Unie tijdens de onderhandelingen bereid zou zijn. Minder vooringenomen journalisten ontbrak het dan weer aan Europese bronnen, waardoor ze aangewezen waren op wat uit de koker van Westminster kwam. Als er dan wel goed journalistiek werk gebeurde – en ook dat was er met hopen – had dat zelden effect. Het referendum en de politieke polarisatie die erop volgde, hebben een inhoudelijk debat over de Brexit vrijwel onmogelijk gemaakt. Al wie wees op de risico’s van de uitstap werd er meteen van beschuldigd de Brexit te willen saboteren en de wil van het volk niet te respecteren.
De Labourpartij doet het na dertien jaar Conservatief leiderschap erg goed in de peilingen. Verwacht u dat het Verenigd Koninkrijk onder Labour-voorzitter Keir Starmer weer dichter bij de Europese Unie wil komen?
De Rynck: Met Starmer hebben we vaak gepraat toen Jeremy Corbyn nog partijleider was. Hij wilde toen een hechtere relatie, maar hij was ook niet happig op alle bijbehorende verplichtingen qua vrij verkeer van personen. Het is me niet heel duidelijk of Starmer, als hij aan de macht komt, het roer zal willen omgooien. We verwachten in de eerste plaats dat de gemaakte akkoorden nu worden uitgevoerd, ongeacht wie er in London aan de macht is. In een meer constructieve politieke context kunnen we dan praten over bijkomende samenwerking, bijvoorbeeld voor wetenschappelijk onderzoek en innovatie, en misschien nog andere domeinen waar een win-winsamenwerking mogelijk is. Het akkoord over de nieuwe relatie bevat een herzieningsclausule in 2025. We zullen wel zien na de verkiezingen of London vragende partij is om het akkoord opnieuw te onderhandelen en of de EU daar appetijt voor heeft.
Inside the Deal – How the EU Got Brexit Done, Stefaan De Rynck, Agenda Publishing, p. 288.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier