Het Nederlandse coalitieakkoord: een gevaarlijk recept voor de Vlaamse buren
Nederland krijgt dus ‘het meest rechtse kabinet ooit’. Het koppelt vijandschap jegens migratie aan sterke sociale klemtonen. Dat laatste aspect maakt die formule gevaarlijk aantrekkelijk.
Ook al vormen Nederland en België samen de Lage Landen, het Binnenhof en de Wetstraat lijken wel twee aparte werelden. Dat werd nog eens duidelijk toen vorige week in Nederland het nieuwe regeerakkoord werd voorgesteld, het zogenaamde ‘Hoofdlijnenakkoord’. Onder de kop Hoop, Lef en Trots staat een blauwdruk die tegen 2028 zowel de Nederlandse overheid als de samenleving diepgaand moet veranderen – alles samengebald in een conceptnota van 26 pagina’s.
De nieuwe regering moet een ‘programkabinet’ worden dat de steun krijgt van vier regeringspartijen: Partij voor de Vrijheid (Geert Wilders, extreemrechts), Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (Dilan Yesilgöz, liberaal), Nieuw Sociaal Contract (Pieter Omtzigt, centrumrechts) en BoerBurgerBeweging (Caroline van der Plas, rechts-conservatief). Die vier trekken in hun gezamenlijk akkoord haast schaamteloos de kaart van de Nederlanders die voor hen gestemd hebben.
Hun kernbeloftes luiden als volgt: ‘Of het nou gaat om bestaanszekerheid, zorg of geld in de portemonnee, of het beschikbaar zijn van voldoende woningen, onze ambitie is groot. We willen ook de veel te hoge instroom van asielzoekers en immigranten keren. We willen dat boeren, tuinders en vissers weer een toekomst hebben. We zien een overheid die een baken van betrouwbaarheid is voor alle Nederlanders. Mensen die rechtszekerheid en goed bestuur verdienen. Met veiligheid voor hun gezin in de eigen buurt.’
De vier partijen trekken in hun gezamenlijk akkoord haast schaamteloos de kaart van de Nederlanders die voor hen gestemd hebben.
De buitenlandse instroom keren: dat is vintage Wilders. Geld in de portemonnee: geef dat maar aan de VVD. Boeren, tuinders en vissers: ziedaar het kernpubliek van de BBB. En een overheid die een baken van betrouwbaarheid is: dat is de kernbelofte in het nieuw sociaal contract dat Omtzigt met zijn kiezers afsloot.
De twee meest gezaghebbende Nederlandse kranten concludeerden daaruit dat er geen lijn zit in het regeerakkoord. De Volkskrant had het over ‘een broos bouwpakket in vier delen’, NRC over ‘een coalitie met vier verschillende verhalen’ – naar het aloude Nederlandse gezegde: ‘voor elck wat wils’.
Geert Wilders krijgt het kabinet waar hij van droomde (maar wordt zelf geen premier)
Brede meerderheid
Is dat fout? Een parlement vertegenwoordigt inderdaad alle kiezers, en niet alleen die van de meerderheid, en een regering is moreel verplicht om het algemeen belang te dienen, eerder dan allerlei particuliere belangen te bevorderen. Maar partijen maken ook afspraken met hun eigen kiezers: níét doen wat beloofd is, of doen wat niet beloofd werd, met als gevolg een gedesillusioneerd tot ronduit sarcastisch electoraat: het heeft in België mogelijk mee gezorgd voor de slechte reputatie van zo veel regeringspartijen vandaag. Je houden aan je verkiezingsbeloftes: daar is dus niets verkeerds mee.
Bovendien gaat het om een ideologisch vrij coherente coalitie. Het nieuwe Nederlandse kabinet steunt op de verenigde parlementaire vertegenwoordiging van de brede rechterzijde, van de radicaalste (PVV van Wilders) tot de sociaalste (NSC van Omtzigt), plus de partij met wortels in het deel van het land dat niet tot de mondige Randstand behoort (BBB van Van der Plas). En om de elite en het bedrijfsleven niet al te zeer te verontrusten is er natuurlijk de VVD. Die is al sinds 1982 (!) de haast continue belangenbehartiger van the haves in opeenvolgende Nederlandse kabinetten. Het is een diverse maar ook een coherente groep. Veelkleurig, maar ook weer niet te veel.
Bij het Nederlandse akkoord hoort ook nog een ‘budgettaire bijlage’ van 12 pagina’s, waarin de kostprijs van het vooropgestelde beleid becijferd wordt. Soortgelijke tabellen ontbreken bij zowel het Vlaamse als het federale akkoord. De politieke cultuur in Den Haag blijft grondig verschillen van die in Brussel.
Toch blijft het een intrigerende vraag: heeft de Nederlandse rechterzijde een politieke formule gevonden die ook in Vlaanderen kan aanslaan? Sinds de verkiezingen van 22 november 2023 is de PVV van Wilders de grootste partij, en gezien de PVV statutair slechts één lid telt – Geert Wilders zelf – is hij veruit de belangrijkste politicus van het land. Ook in Vlaanderen is de kans reëel dat extreemrechts de grootste partij wordt, toch als het Vlaams Belang in de verkiezingen kan waarmaken wat de peilingen nu al vier jaar beloven. Dan is er zelfs een kans dat het VB in Vlaanderen mee zou regeren.
De succesformule van Geert Wilders: ‘Eigen Volk Eerst’
Moreel gidsland
Dat zou betekenen dat het cordon sanitaire sneuvelt. In beide landen werd extreemrechts meer dan dertig jaar van machtsdeelname gehouden. Ook hier valt de parallel met Nederland op. In België – in de praktijk in Vlaanderen – werd het cordon sanitaire in 1989 in het leven geroepen door de groene politicus Jos Geysels en de linkse journalist Hugo Gijsels, nadat het VB bij de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen een jaar eerder 17,7 procent van de stemmen had behaald. In Nederland werd zo’n cordon één jaar later afgekondigd, op voorstel van minister-president Ruud Lubbers. Dat was een reactie op de gemeenteraadsverkiezingen van 1990, waarbij de extreemrechtse Centrumdemocraten in elf steden zetels behaalden en in sommige wijken van Amsterdam zelfs piekten tot 25 procent van de stemmen.
Eén dag – één! – na het verschijnen van het Hoofdlijnenakkoord was in Nederland het opheffen van het cordon sanitaire al geen onderwerp meer. De kwestie was natuurlijk al uitvoerig bediscussieerd bij het begin van de formatiegesprekken. Maar toch. Nederland als moreel gidsland – is dat niet het zelfbeeld van onze Noorderburen? Zeker, er wordt vaak verwezen naar het feit dat Wilders de verkiezingen met onverwachte overmacht won. Maar dat is relatief. Wilders behaalde 23,49 procent van de stemmen. Als VB-voorzitter Tom Van Grieken op 9 juni afklopt met net geen 24 procent, hoort hij bij de morele verliezers: de man van de partij die toch een beetje onder de verwachtingen bleef. Pro memorie: twee parlementsverkiezingen geleden, in 2014, behaalde de N-VA nog 32,4 procent van de stemmen. De ene landslide overwinning is de andere niet.
Sjoerd en Miep
Net zoals niet elk rechts akkoord op dezelfde manier ‘rechts’ is. De diversiteit van de vier Nederlandse coalitiepartners heeft tot een breed akkoord geleid, dat de uitdrukkelijke bedoeling heeft om het leven van veel Nederlanders veiliger en aangenamer te maken.
Het akkoord wil weer recht trekken wat de voorbije decennia is scheefgegroeid. Woningbouw moet tegelijk kwalitatief en sociaal zijn. Nederlandse schoolkinderen, die in bepaalde regio’s nog moeilijk op school raakten vanwege de gigantische besparingen in het openbaar vervoer kunnen straks profiteren van de beslissing om het hele busvervoer tussen landelijke dorpskernen opnieuw uit te bouwen. (De Vlaamse mobiliteitsminister Lydia Peeters (Open VLD) deed de voorbije jaren net het omgekeerde.) Er komt betere kinderopvang, voor werkende ouders wordt die bijna gratis.
Wie werkloos wordt, is meteen illegaal, en voor illegalen zijn we meedogenloos.
De uitzendsector wordt strakker gereguleerd. Er wordt gestreefd naar ‘meer vaste contracten’ in plaats van tijdelijke jobs. Anders dan bij ons, maar erg belangrijk in een land waar gezondheid en welzijn geprivatiseerd zijn: ‘Meer dan halveren van het eigen risico in de zorg.’ Er komt zelfs een gericht beleid om de working poor vooruit te helpen. In het algemeen: ‘Stapsgewijs wordt gewerkt aan verbeteringen in de sociale zekerheid, fiscale regelingen en de (sociale, nvdr) toeslagen, zodat werken meer loont.’
Ook anders dan in België – en dat is ongetwijfeld de stempel van Pieter Omtzigt – wordt er uitdrukkelijk werk gemaakt van empowerment van de Nederlandse burger, zowel tegenover overheden als private spelers. Zo moet de bereikbaarheid van overheidsorganisaties voor burgers opnieuw omhoog, ook voor ‘niet-digitale contacten’ en ‘contacten in persoon’. Verder is het nieuwe Nederlandse kabinet bezorgd over ‘hardheden in beleid, wetgeving en uitvoering die burgers te hard raken.’ Daarom zal Nederland een Grondwettelijk Hof oprichten. Er komt zelfs een ‘recht op vergissen’: ‘een enkele fout kan niet langer een burger diep in de problemen duwen’ en ‘aanmanings- en incassokosten van de overheid gaan fors omlaag’.
In de eeuwige evenwichtsoefening ‘de burger versus de staat’ wil de ‘meest rechtse regering ooit’ de balans stevig verleggen in het voordeel van de burger. Maar ze doet dat niet voor elke inwoner van Nederland op dezelfde wijze. Sjoerd of Miep zullen zich straks waarschijnlijk meer ondersteund voelen. Terwijl Ali of Amina meer dan ooit op de vingers worden gekeken.
‘Direct terug naar België’
Want er zijn ook ettelijke pagina’s in het Hoofdlijnenakkoord die pleiten voor een rechtse aanpak, harder en zelfs brutaler dan tot dusver de gewoonte was. Dan gaat het natuurlijk over asiel en migratie: ‘Er worden concrete stappen gezet naar het strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit.’
Migranten wordt op alle manieren het leven zuur gemaakt. Het doet denken aan de verkiezingsprogramma’s van het Vlaams Belang en in iets mindere mate van de N-VA, maar dan nog structureler, nog concreter, nog omvattender, nog ‘inventiever’. Alle mogelijk hulp wordt beperkt, alle procedures verstrengd, alle voordelen verminderd. Dat gesloten of minstens ‘bewaakte’ grenzenbeleid zal ook voelbaar zijn in de enige twee buurlanden van Nederland: ‘Irreguliere migranten aangetroffen bij controles aan de landsgrenzen direct terugsturen naar Duitsland en België, onder meer bij het ontbreken van een geldig identiteitsbewijs.’
Een goed voorbeeld van de ronduit vijandige attitude is de nieuwe regeling rond arbeidsmigranten. Die worden weer ‘tewerkstellingsplichtig’: dat betekent dat ze alleen nog legaal in Nederland verblijven als ze een job hebben. Wie werkloos wordt, is meteen illegaal, en voor illegalen zijn we meedogenloos. De nieuwe dynamiek is bedoeld om elke onnuttige, onnodige en niet echt gewenste migrant het land uit te stoten. Het nieuwe Nederlandse beleid stuurt aan op een stresstest voor de handhaving van Europese afspraken en regels en het internationale recht. Waar zal Nederland teruggefloten worden? En vooral: waar niet? Wat zal de nieuwe Nederlandse regering zich meer mogen veroorloven dan tot nu toe denkbaar was?
Sociaal is natuurlijk geen synoniem van progressief of vooruitziend. Het Hoofdlijnenakkoord heeft opvallend weinig groene accenten. De bouw van sociale woningen ‘gaat voor op de bouw van windmolens’. Klimaat blijft – in woorden – belangrijk, maar het mag niet ten koste gaan van ‘mensen met een kleine beurs en kleine bedrijven, zoals de bakker op de hoek en het klusbedrijf’.
Het Hoofdlijnenakkoord heeft opvallend weinig groene accenten.
En zeker niet ten koste van de boeren. Het voorbije jaar woedde in Nederland een stikstofoorlog die feller en bitterder was dan in Vlaanderen. Maar met de belangenbehartigers van de BBB mee rond de onderhandelingstafel hebben de boeren de laatste veldslag gewonnen. In eigen land zet dat een stevige rem op het grote project van Frans Timmermans, ex-Eurocommissaris en vandaag oppositieleider in Den Haag. Die attitude is dramatisch voor het klimaat, maar bezorgt wel dubbel plezier aan wie roodgroen een hak wil zetten.
Zelfonderzoek
Stond het in de sterren geschreven? Nederland heeft rechts gestemd en krijgt dus een rechtse regering. Maar het verontrustende aan het nieuwe regeerakkoord is niet dat bepaalde hoofdstukken hard en rechts zijn en soms schaamteloos conservatief – wat had je anders verwacht van een regering met Geert Wilders als belangrijkste politicus? Wat nieuw is, is dat andere delen van dit akkoord zonder discussie sociaal zijn en wellicht leiden tot een beter en veiliger leven voor de doorsnee inwoner van het land – van de familie Flodder tot de Gooische Vrouwen.
Dus niet de migratievijandige of zelfs racistische kant is het meest verontrustende aspect van deze formule, maar het uitgebreide sociale luik. Het kan extreemrechts voor te veel mensen te aantrekkelijk maken. Het Vlaams Belang zit nu al te popelen om op 9 juni te testen of dit ook werkt voor de Vlaamse kiezer.
Dat zou vooral de niet-rechtse politici en partijen aan het denken moeten, en elke burger die verknocht is aan the open society. Wat hebben zij te bieden aan schoolgaande kinderen, aan the working poor, aan al wie zijn weg niet meer vindt in de digitale ‘dienstverlening’? Nu het Hoofdlijnenakkoord publiek gemaakt is, kan de verzamelde Nederlandse oppositie alvast een begin maken van dergelijk zelfonderzoek.