Het Europese asielbeleid verlaten? Weinig realistisch, weinig interessant

Een asielcentrum in Denemarken. Het land gebruikt harde taal tegen asielzoekers, als bewuste politieke strategie. © picture alliance via Getty Image
Kamiel Vermeylen

Steeds meer politici willen uit het Europese asiel- en migratiebeleid stappen. Dat is niet alleen aartsmoeilijk, maar ook allesbehalve zaligmakend.

Hongarije wil niet meer meedoen, Nederland wil niet meer meedoen, de N-VA en Vlaams Belang willen niet meer meedoen, en Denemarken en Ierland doen al veel langer niet mee. Nee, in heel wat lidstaten van de Unie is de Europese asiel- en migratiepolitiek vandaag op zijn zachtst gezegd weinig populair. Het omstreden beleidsdomein, dat sinds de jaren negentig nogal rommelig en met veel hiaten werd opgetuigd, leidt al langer tot wrevel tussen de lidstaten.

Het zopas afgeklopte Europese Migratiepact, dat na liefst acht jaar onderhandelen onder meer de asielprocedures aan de Europese buitengrenzen verstrengt, zou tegen 2026 door de lidstaten geïmplementeerd worden. Recente Europese migratie-akkoorden met Egypte, Tunesië, en Mauritanië hebben de laatste tijd het aantal overtochten over de Middellandse Zee aanzienlijk doen dalen.

Daarmee is het asiel- en migratiedebat in Europa echter niet gaan geluwd. Duitsland is zopas begonnen met symbolische controles aan zijn grenzen met België, Nederland, Luxemburg en Denemarken, de nieuwe Franse regering wil de Europese terugkeerrichtlijn flink verstrengd zien, en Italië vraagt de Europese Unie om ‘innovatieve oplossingen’.

Crisissfeer

Wat die oplossingen precies zijn, wordt steeds duidelijker. Italië en Albanië sloten eerder dit jaar een onderling akkoord om de asielaanvragen van een beperkt aantal onderschepte bootmigranten in het Balkanland te verwerken. Met steun van veertien lidstaten stelt Denemarken dan weer voor om migranten naar Noord-Afrikaanse opvangcentra te sturen voor de behandeling van hun dossier. Oostenrijk tot slot wil het concept van ‘veilig derde land’ nog verder oprekken zodat meer migranten kunnen worden teruggestuurd.

‘Grenscontroles aan de Europese binnengrenzen: wie houdt hier wie voor de gek?’

In 2019 noemde Theo Francken (N-VA) de Deense opt-outpiste ‘niet realistisch’, vandaag leggen zijn partijgenoeten die op de tafel bij de regeringsonderhandelingen.

Maar voor heel wat Europese regeringen gaat het niet snel en niet ver genoeg. Op de Raad Algemene Zaken die voorbije maandag in Luxemburg plaatsvond vroegen veertien lidstaten om de migratiekwestie alweer op de agenda van de Europese top midden oktober te plaatsen – ook België riep daartoe op. Het wordt naar alle waarschijnlijkheid de zoveelste vergadering van staatshoofden en regeringsleiders die baadt in een zekere crisissfeer. Nationale grenscontroles, asielquota, Europese migratiemissies in Afrika, de verplichte spreiding van migranten met een grote kans op erkenning, duizenden pushbacks… Het is maar een greep uit de maatregelen die het voorbije decennium op zowel nationaal als Europees niveau genomen werden om met het Europese asiel- en migratiedebat om te gaan – de ene al wettelijker dan de andere.

Verdragswijziging

Maak korte metten met die Europese rompslomp, zo luidt steeds vaker het oordeel. Zo wint een zogenaamde opt-out uit het Europese asiel- en migratiebeleid sinds kort aan populariteit bij Europese politici. Ook bij de N-VA. In 2019 noemde voormalig staatssecretaris voor Asiel- en Migratie Theo Francken (N-VA) de Deense opt-out-piste op Radio 1 nog ‘niet realistisch’, vandaag leggen de Vlaams-nationalisten tegen de zin van andere Arizona-partijen op tafel tijdens de federale regeringsonderhandelingen. ‘Weigert de Europese Unie tegen 2025 mee te gaan in een strenger maar humaan migratiekader, dan onderhandelen we, naar Deens voorbeeld, een opt-out van de Europese regelgeving op het vlak van asiel en migratie’, zo staat te lezen in het N-VA-verkiezingsprogramma.

Theo Francken (N-VA) mag Europese migratie-opt-out vergeten

Opt-out? Onder druk van de andere Europese lidstaten implementeert Denemarken tóch het gros van de Europese asiel- en migratieafspraken.

Francken kan alvast in de leer bij Den Haag. Daar schopte de bewuste opt-out-maatregel het tot in het kersverse regeerakkoord – voor PVV-kopstuk Geert Wilders voldoende reden om te spreken over een ‘een soort van een mini-Nexit’. In de aanloop van de beleidsverklaring die de regering-Schoof in de Tweede Kamer gaf, stuurde PVV-minister Marjolein Faber een brief aan de Europese Commissie – een manoeuvre waarmee ze op haar sociale media breed uitpakte. Niet iedereen was van dat kunststukje onder de indruk: ‘Faber stuurt opt-outbrief aan Europese Commissie – die daar niet over gaat’, zo kopte het Nederlandse dagblad Trouw. Met reden: in de bewuste brief maakt Den Haag slechts melding dat Nederland zo’n opt-out zal vragen in het geval van een Europese verdragswijziging.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Veel meer dan akte nemen van de brief kon de Europese Commissie niet doen. De door Faber beschreven verdragswijziging komt namelijk alleen de Europese lidstaten toe. Ook in Hongarije lijkt dat besef intussen in te dalen. ‘Voor zover ik heb begrepen, is voor een opt-out een verdragswijziging noodzakelijk’, aldus de Hongaarse Europaminister Janos Boka afgelopen maandag. Een eenvoudige klus is dat niet. Pas als alle lidstaten na een jarenlang en doorwrocht proces met elkaar akkoord gaan, is een verdragswijziging een feit. De ervaring leert dat de Europese verdragen nooit voor slechts één aangelegenheid worden heronderhandeld, maar dat elke lidstaat op zulke momenten voor de meest uiteenlopende onderwerpen haar slag wil slaan. Zeker met een eventuele uitbreiding van de Unie in het achterhoofd wordt dat geen zondagswandelingetje.

Denemarken

Politici verwijzen vaak naar Denemarken als schoolvoorbeeld van wat mogelijk is – ook Vooruit-voorzitter Conner Rousseau kijkt met enige interesse naar het land. Denemarken, waar de sociaaldemocraten al jarenlang de plak zwaaien, heeft een erg streng asielbeleid, dat focust op tijdelijke bescherming, intrekking van vergunningen, gedwongen terugkeer en langdurige opsluiting van migranten – permanent verblijf is in Denemarken aartsmoeilijk om te verkrijgen.

De boodschap van de Deense regering aan migranten, zo schrijft het Nederlandse Clingendael Instituut, is duidelijk. ‘Wie naar Denemarken komt, nemen we waardevolle spullen af en zetten we op afgelegen eilanden in afwachting van terugkeer. Wie bescherming nodig heeft, krijgt die slechts tijdelijk en wordt zo snel mogelijk naar huis gestuurd. Dit directe en harde narratief van een ongastvrije staat is een bewuste keuze voor een politieke strategie.’

Is dat allemaal een gevolg van het feit dat Denemarken geen rekening moet houden met de Europese Unie? In 1991 stemde een kleine meerderheid van de Denen bij een referendum tegen het Verdrag van Maastricht, waarna het zijn opt-out op vlak van het Europese asiel en migratiebeleid te pakken had.

In de praktijk is dat toch wat anders uitgedraaid. Onder meer door zijn deelname aan de Schengenzone, de Europese Dublinregels, en de Europese biometrische databank Eurodac, én doordat Denemarken partij is bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens heeft Kopenhagen de handen niet zomaar vrij. Denk maar aan de verwoede pogingen van Denemarken om migranten naar Rwanda te sturen. ‘Er zijn heel wat bezwaren met betrekking tot het Europees recht als Denemarken en Rwanda een overeenkomst sluiten en uitvoeren’, zegt de Deense jurist Jens Vedsted-Hansen.

Niet iedereen is ervan overtuigd dat het allemaal de moeite waard is. Wel integendeel. In een uitgebreide studie nam de Deense onderzoeker Rebecca Adler-Nissen enkele jaren geleden de opt-out van haar land onder de loep. Wat blijkt? Onder druk van de andere Europese lidstaten implementeert Denemarken tóch het gros van de Europese asiel- en migratieafspraken, omdat die eenvoudigweg samenhangen met tal van andere domeinen waar Kopenhagen wél aan deelneemt. Met andere woorden heeft Denemarken door zijn opt-out niets meer over het Europese asiel -en migratiebeleid te zeggen, maar voelt Kopenhagen zich wel gedwongen om in de Europese pas te lopen.

‘Een opt-out uit het Europese asielbeleid betekent eerder een verlies van soevereiniteit dan de uitdrukking ervan’, luidt de ietwat ontnuchterende conclusie van Adlder Nissen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content