Ewald Pironet
‘Het beleid van de Europese Centrale Bank komt neer op een sluipende onteigening van spaarders’
De inflatie bedraagt 10 procent, het hoogste peil in 40 jaar. Dat is meer dan vijf keer zo hoog als de doelstelling van de Europese Centrale Bank (ECB), die een inflatie van 2 procent als optimaal beschouwt voor de economie. Toch is de ECB niet van plan om in te grijpen. Het lijkt er steeds meer op dat ze een beleid van ‘financiële repressie’ voert: niet zozeer prijsstabiliteit en dus het beteugelen van hoge inflatie lijkt haar voornaamste doel, wel schuldverlichting.
Bij financiële repressie wordt de rente doelbewust veel lager gehouden dan de inflatie. Landen met hoge schulden, zoals België, kunnen dan dankzij die lage rente hun schulden makkelijker afbetalen en met de hoge inflatie verminderen de leninglasten, want het bedrag dat moet worden terugbetaald vormt een steeds kleiner deel van het budget. Zo verdwijnen schulden bijna ongezien. Dat gebeurt wel op de kap van de spaarders en beleggers, want hun spaargeld smelt weg als sneeuw voor de zon. Financiële repressie komt neer op een stiekeme belasting, een sluipende onteigening van spaarders door de overheid.
Het beleid van de Europese Centrale Bank komt neer op een sluipende onteigening van spaarders.
Energie is nog altijd de belangrijkste aandrijver van de inflatie: elektriciteit is 49 procent duurder dan een jaar geleden, aardgas 109 procent. Toch hadden de energieprijzen de afgelopen maand een milderend effect op de inflatie, want de prijs van aardgas daalde gemiddeld met 2,5 procent ten opzichte van de voorgaande maand, elektriciteit met 1,5 procent. Dat de inflatie verder klimt, komt omdat de prijsstijgingen in almaar meer producten te voelen zijn. De voedingsprijzen stegen in vergelijking met een jaar geleden met goed 8 procent. Vooral oliën, vis, zuivelproducten, vlees, brood en granen werden de af- gelopen maanden flink duurder. Wat je ook koopt of doet, het lijkt onmogelijk om nog te ontsnappen aan de inflatie.
De inflatie hakt ook zwaar in op het rendement van het spaarboekje. Het geld dat daar staat, wordt in een hoog tempo minder waard. Toch blijven veel Belgen het spaarboekje trouw. In de eerste helft van dit jaar nam het totaalbedrag op de spaarboekjes nog toe, ook al is de spaarder zeker dat hij of zij daar nu 10 procent aan koopkracht verliest.
De aandelen deden het over het algemeen nog slechter, vooral uit vrees voor een recessie. De beurs van Brussel leed een verlies van bijna 15 procent, berekende zakenkrant De Tijd, het slechtste beurshalfjaar sinds de financiële crisis in 2008. Obligaties leden de hoogste verliezen in tientallen jaren. De cryptomunten verging het nog slechter: de bekendste digimunt, de bitcoin, staat 60 procent lager dan begin dit jaar. Goud, dat traditioneel goed beschermt tegen inflatie, werd de eerste zes maanden 8 procent duurder, nog altijd minder dan de inflatie. Vastgoed, dat andere alternatief, is nog steeds sterk overgewaardeerd. Nee, de brave spaarder en belegger lijken niet te kunnen ontsnappen aan de combinatie van uiterst lage rente en torenhoge inflatie, en een zeer onzekere toekomst.
In dat klimaat houdt de ECB eraan vast om de rente op 21 juli met slecht 0,25 procent te verhogen. Voorzitter Christine Lagarde blijft herhalen dat ze nog steeds geen recessie ziet aankomen. Ook al is de kans reëel dat de mensen door de hoge prijzen minder zullen aankopen, zoals vorige maand bleek uit de grote koopkrachtenquête van Knack. Maar wat doe je dan met dat gespaarde geld? Voor spaarders en beleggers lijkt er niets anders op te zitten dan de goede raad op te volgen die de voormalige hoofdeconoom van de ECB Peter Praet en ex-minister van Financiën Johan Van Overtveldt vorige week in Knack al gaven: ‘Mensen met wat spaargeld moeten nu vooral niets doen.’ Alleen hun verlies tellen.