Jonathan Holslag
‘De crisis in Jemen bevestigt de Europese kwetsbaarheid’
Voor de kust van Jemen speelt zich een guerrillaoorlog op zee af.
Sinds vorig jaar viseren de Houthi-rebellen zowat alle schepen die koers zetten door Bab el Mandeb, de zeestraat tussen de Rode Zee en de Indische Oceaan. Vorige week enterden zij een Griekse olietanker. Vervolgens bliezen ze het dek op. Het op drift geraakte schip kon ternauwernood geborgen worden. Ondanks de aanwezigheid van een westerse vloot, komt er geen eind aan de aanvallen.
De impact van deze crisis is groot. Bijna de hele koopvaardij tussen Azië en Europa moet dagenlang omvaren rondom Afrika. Ook de militaire inspanning die het Westen nu levert om burgerschepen te beschermen kost veel. ‘1,7 miljard dollar, zo veel heeft ons deze operatie gekost, alleen al aan munitie’, verklaarde een Amerikaanse defensiemedewerker me onlangs. ‘We kijken aan tegen een realiteit waarin we drones van enkele duizenden dollars uitschakelen met raketten van honderdduizenden dollars vanaf schepen van honderden miljoenen dollars.’
De Amerikanen nemen de leiding van die operatie. Er ligt een vliegdekschip in de regio, naast enkele grote oppervlakteschepen. De crisis in Jemen bevestigt wederom de Europese kwetsbaarheid en afhankelijkheid van de Verenigde Staten. Maar ze toont ook aan dat de militaire aanpak uitputtend is. Het Westen probeerde burgerschepen bescherming te bieden én aanvallen te ontraden door raketaanvallen op doelen in Jemen.
De Houthi-strijders hebben zich echter ingegraven over een enorm grondgebied. Ze zijn wendbaar en daardoor moeilijk op te sporen. Bovenal bogen ze op een wijdvertakt bevoorradingsnetwerk. Via Hongkong kopen ze Chinese drones, die ze vervolgens doorheen het naburige Oman binnensmokkelen. Via de Verenigde Arabische Emiraten hebben ze Indiase stoorzenders aangekocht. Ondanks alle sancties gaat die smokkel al maanden door.
De Houthi’s zijn niet van plan de wapens neer te leggen. Zij teren op de woede ten aanzien van het Westen en Israël. De bevelhebbers verdienen grof geld aan de oorlogseconomie. Zij spelen de verschillende Golfstaten onophoudelijk tegen elkaar uit. Zolang er geen oplossing komt voor de tragedie in Gaza en voor de oorlog in Jemen zelf, zullen de Europese maritieme aanvoerlijnen in deze regio bedreigd worden.
De militaire aanpak mag dan vooral symptoombestrijding zijn, voorlopig is hij wel onmisbaar. Het geeft onze komende regering alvast te denken: kunnen we het ons, met onze enorme maritieme belangen, blijven veroorloven om slechts af en toe een beperkt bewapend fregat onder de bescherming van bondgenoten uit te zenden? Of hebben we meer nodig dan de twee voorziene fregatten?