Gewezen Europees topman Jacques Delors (98) overleden: een van de architecten van de EU
Jacques Delors, gewezen voorzitter van de Europese Commissie, grondlegger van de euro en vooraanstaand politicus in Frankrijk, is op 98-jarige leeftijd overleden.
‘Hij is woensdagochtend overleden in zijn slaap in zijn woning in Parijs’, aldus Martine Aubry, zijn dochter en de socialistische burgemeester van Rijsel.
Hij werd omschreven als de ‘meest Europese commissievoorzitter ooit’. Het overlijden van Jacques Delors betekent dat er afscheid moet worden genomen van een politicus die de geschiedenisboeken is ingegaan als een van de initiatiefnemers van de voltooiing van de Europese interne markt en een van de architecten van het Verdrag van Maastricht, dat gestalte gaf aan de Economische en Monetaire Unie (EMU). Maar ondanks zijn status van visionair toonde Delors zich doorheen zijn carrière vooral een behendig diplomaat.
Nood aan een groot project
Geboren in 1925 in Parijs, in een familie met wortels in het West-Vlaamse Torhout, begon Jacques Delors zijn professionele loopbaan bij de Banque de France, de Franse nationale bank. Daar werkte hij zich op tot hij in 1979 verkozen raakte als Europees Parlementslid. Hij had zich nog maar een paar jaar daarvoor lid gemaakt van de Parti Socialiste (PS). Het zou hem zijn verdere loopbaan het aura geven van een politicus die niet ingebed was in het traditionele partijenstelsel, maar daardoor niet kon rekenen op het netwerk dat andere PS’ers wel hadden.
Echte politieke faam vergaarde Delors vanaf 1981, als minister van Financiën in de eerste regering van president François Mitterrand. Na een weinig geslaagd expansief budgettair beleid, drie devaluaties van de Franse franc en een dreigend vertrek uit het Europees Monetair Stelsel (EMS), kon de regering de economie slechts met een strenger begrotingsbeleid weer op de rails krijgen. Delors was in 1983 de architect van deze ’tournant de la rigueur’. De koerswijziging gaf Delors de nodige bekendheid om een jaar later als nieuwe voorzitter van de Europese Commissie aangeduid te worden.
Meteen na zijn aanstelling als Commissievoorzitter zocht de Fransman een groot project om de toenmalige Europese Economische Gemeenschap nieuw leven in te blazen. Hij koos voor de voltooiing van de interne markt, onder meer omdat dat het enige terrein was waar de tien toenmalige lidstaten van de EEG op dezelfde lijn zaten. Allen vonden ze dat hun onderlinge handel te veel belemmeringen kende.
De onderhandelingen leidden in 1986 tot de ondertekening van de Europese Akte, die niet alleen het vrij verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal tegen 1 januari 1993 in het vooruitzicht stelde, maar ook de Europese integratie een nieuwe impuls gaf. Dat gebeurde door de bevoegdheden van het Europees Parlement uit te breiden, maar ook door de beslissingsprocedure in de Europese ministerraden te hervormen. Op verschillende beleidsdomeinen werd overgestapt van een vereiste eenparigheid van stemmen naar besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid. Op die manier verschoof de machtsbalans van de Europese besluitvorming voor een deel in de richting van de Commissie, omdat meer voorstellen dan vroeger goedgekeurd raakten. De nieuwe procedure werd in het leven geroepen om de in totaal 297 wetgevende voorstellen die nodig waren om de eenheidsmarkt te voltooien, tijdig goedgekeurd te krijgen.
Muntunie en Maastricht
Delors moest in die zin dus gezien worden als de politicus die de interne markt zijn definitieve gestalte gaf, maar ook als de diplomaat die aanvoelde dat de politieke context goed zat om het project tot een goed einde te brengen. Diezelfde behendigheid legde Delors aan de dag bij de lancering van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Het plan voor zo’n gecoördineerd beleid onder de Europese lidstaten dateerde al van begin jaren 1970, maar Delors voelde ook hier aan dat de tijd rijp was. In het ‘rapport-Delors’ beval de Commissievoorzitter aan om de EMU in drie stappen te realiseren, met de invoering van een eenheidsmunt als mogelijke laatste stap. Maar het was pas toen de Berlijnse Muur in 1989 viel en de Duitse bondskanselier Helmut Kohl Duitsland herenigde, dat de beslissing genomen werd om vanaf 1 januari 1999 de euro in te voeren. Deze verregaande integratie werd in 1992 verankerd in het Verdrag van Maastricht.
Ondanks zijn focus op economische dossiers, hield Delors tijdens zijn carrière als Commissievoorzitter ook altijd de sociale aspecten van het Europese beleid in de gaten. De socialistische, maar ook gelovige Delors kon zijn palmares maar opbouwen door zijn goede samenwerking met christendemocratische machthebbers als Kohl, de Luxemburgse premier Jacques Santer en de Belg Philippe Maystadt, die als minister achtereenvolgens bevoegd was voor Economische zaken en Financiën.
Wilfried Martens roemde Delors in zijn memoires als ‘de personificatie van de heropleving van de Europese gedachte’. Delors is tot op heden trouwens de enige Commissievoorzitter die drie mandaten uitoefende. In 1993 stemde hij ermee in twee jaar langer aan te blijven, zodat de ambtstermijn van de Commissie voortaan zou samenvallen met de legislatuur van het Europees Parlement.
Verschillende snelheden
Na zijn vertrek uit Brussel stopte Delors met de actieve politiek, ook al was zijn politiek pensioen allesbehalve onafwendbaar. Delors gold namelijk als de favoriet om de kandidaat van de PS te worden bij de presidentsverkiezingen van 1995, maar hij toonde geen interesse. De uiteindelijk presidentskandidaat van de socialisten, Lionel Jospin, werd verslagen door Jacques Chirac. Kort na zijn afscheid richtte Delors in Parijs de denktank Notre Europe op, die hij zelf voorzat van 1996 tot 2004. In Brugge was hij vijf jaar lang ook voorzitter van het Europacollege.
Na zijn carrière mat Delors zich een rol als waarnemer aan. Zo toonde hij zich in 2004 sceptisch over de uitbreiding van de Europese Unie met tien lidstaten. Hij was voorstander van een confederaal Europees model, waarbij de kandidaat-lidstaten tot de Europese ‘familie’ mochten toetreden, maar voorlopig zonder deelname aan de interne markt. Europa was in feite niet klaar voor zo’n forse uitbreiding, betoogde hij.
Wie zei dat de monetaire unie en de invoering van de euro automatisch tot een politieke unie zouden leiden, kreeg van Delors eveneens de wind van voren. Hij geloofde niet in die evolutie, ook al was een politieke unie volgens hem onontbeerlijk. Zo liet hij in 1992, toen hij in Aken de Internationale Karelsprijs in ontvangst nam, al optekenen dat de Europese constructie maar kans op slagen heeft als ze aan drie essentiële voorwaarden voldoet: ‘de betrokkenheid van burgers, de cruciale implementering van het subsidiariteitsprincipe en het respect voor diversiteit’. Een Europa van verschillende snelheden is de enige manier om de ineenstorting van de EU te voorkomen, zei hij. Kleinere groepen landen moeten de kans krijgen verder te integreren en eigen vormen van samenwerking te ontwikkelen.
Die woorden van Delors echoden in 2017 nog na in de Verklaring van Rome, waarmee de Europese leiders zich engageerden voor een sterker Europa. Onder meer de initiatieven voor meer samenwerking op het vlak van defensie, lagen in de lijn van wat Delors voorstond.
- Martine Aubry
- Jacques Delors
- Economische en Monetaire Unie
- Banque de France
- Europees Parlementslid
- Parti Socialiste
- François Mitterrand
- Europees Monetair Stelsel
- Europese Commissie
- Europese Economische Gemeenschap
- Helmut Kohl Duitsland
- Jacques Santer
- Philippe Maystadt
- Financiën
- Wilfried Martens
- Lionel Jospin
- Jacques Chirac
- Europese Unie
- EU
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier