Europees migratiepact dichterbij dan ooit: ’Wie geen recht heeft op asiel, moet zo snel mogelijk terugkeren’
Wat jaren onmogelijk leek, ligt nu toch binnen handbereik. ‘Het Europese asiel- en migratiepact zou de druk op de Belgische asieldiensten kunnen verlichten’, zegt migratie-expert Hanne Beirens.
Mocht het Europees migratiepact al in werking zijn, dan zou België dit jaar 20.000 asielzoekers minder hebben opgevangen. De stelling van Nicole de Moor (CD&V) was opmerkelijk. ‘In 2023 ontving België tot nu toe 31.500 asielzoekers’, zei de staatssecretaris voor Asiel en Migratie donderdag in de Kamer. ‘Op basis van de eerlijke verdeling die in het Migratiepact is opgenomen, zou dat aantal slechts 11.400 mogen bedragen. Dat is dus slechts een derde.’
De Moor kreeg van links en rechts kritiek op de stelling: van ‘fake news’ tot ‘aankondigingspolitiek’. Hanne Beirens, hoofd van de Europese denktank Migration Policy Institute, weet niet op welke basis het kabinet-De Moor de berekening heeft gemaakt. ‘Maar het klopt dat het pact rekening houdt met de migratiedruk die landen ervaren en wat ze aankunnen, bijvoorbeeld qua opvangcapaciteit, en dat de Europese Commissie en agentschappen de taak krijgen om dat nauwgezet op te volgen. Op basis daarvan wordt beslist hoeveel asielzoekers worden verspreid over de lidstaten. Dat zou de druk op Belgische asieldiensten kunnen verlichten.’
Beirens volgt de Europese migratiepolitiek al jaren op de voet. Volgens de migratie-expert is het enthousiasme over een mogelijk akkoord over het pact van De Moor terecht. ‘Tegen het einde van december verwachten de onderhandelaars een “general agreement” op zak te hebben’, zegt ze. ‘Natuurlijk kan het nog altijd mis gaan, maar de kans is groot dat België – dat vanaf januari voorzitter wordt van de Raad van de Europese Unie – de geschiedenis zal ingaan als het land dat het asiel- en migratiepact tot een goed einde heeft gebracht.’
Wat verandert er concreet voor asielzoekers die in Europa aankomen?
Hanne Beirens: In de eerste plaats zet het pact in op de externe dimensie van migratie: er moet veel meer worden samengewerkt met landen buiten de Europese Unie, zodat mensen daar asiel kunnen aanvragen.
Als ze dan toch in de EU aankomen, zal er een snelle screening gebeuren aan de grens. Via grensprocedures moet binnen de twaalf weken duidelijk worden of iemand wel of geen aanspraak kan maken op asiel. Voor wie dat niet geval is, bijvoorbeeld omdat die persoon uit een veilig land komt, wordt de terugkeerprocedure opgestart. Vandaag zijn de asielprocedure en de terugkeerprocedure vaak gescheiden, dat zal onder het pact veranderen.
Zijn er wel genoeg mensen en middelen om zulke snelle procedures uit te voeren?
Beirens: Er zullen zeker veel mensen nodig zijn om iedereen te registeren en correct te informeren. Denk ook aan vertalers, tolken en gerechtelijke bijstand.
Tijdens de pandemie hebben we wel geleerd om technologie te gebruiken. Het migratieveld bekeek de digitalisering jarenlang met argusogen, maar in landen als Duitsland, Finland en het Verenigd Koninkrijk heeft die haar nut al bewezen. Zo gebruiken de Duitsers herkenningssoftware die het dialect van asielzoekers koppelt aan de regio van herkomst. Dat kan snel duidelijkheid verschaffen over hun kansen op een succesvolle asielaanvraag.
Uiteraard is die technologie niet feilloos, er zal altijd een foutenmarge zijn. Bijvoorbeeld: mensen die jarenlang in een kamp verblijven, kunnen de lokale dialecten overnemen.
(Lees verder onder de preview)
Robots die verzoeken om internationale bescherming behandelen: krijgt het Europese asielsysteem zo geen dystopisch kantje?
Beirens: Technologie is een hulpmiddel, een menselijke component zal nodig blijven – de vraag is hoe sterk die zal moeten zijn. Zo zouden interviews met asielzoekers ook via Teams kunnen verlopen, maar geeft die de lichaamstaal van de geïnterviewde wel goed weer? Zoiets speelt vandaag wel degelijk een rol in de beoordeling van aanvragen.
Snelle procedures zullen belangrijker worden. Zal de kans op verkeerde asielbeslissingen toenemen?
Beirens: Het is belangrijk dat we experimenteren, de resultaten bestuderen en de technologie bijsturen. In elk geval is een snelle procedure óók in het belang van de asielzoeker. In landen als Griekenland moet men soms anderhalf jaar wachten op het eerste interview. De psychologische impact van die onzekerheid is funest, er zijn zelfmoordpogingen en gevallen van zelfverminking bij kinderen en volwassenen die in kampen verblijven.
Het is in het belang van toekomstige vluchtelingen dat mensen die geen recht hebben op asiel zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen en terugkeren naar hun land van herkomst. Anders klapt het systeem in elkaar.
Ngo’s vrezen dat het pact zal leiden tot grote detentiekampen aan de buitengrenzen.
Beirens: Dat blijft inderdaad een heikel thema. Mensen die snelle procedures doorlopen, mogen niet van de radar verdwijnen. In het nieuwe systeem worden dus meer asielzoekers vastgezet. De hamvraag wordt onder welke omstandigheden die mensen zullen leven. Gaan we naar containers waarin het 40 graden kan worden, of naar kampen en centra die wel aan bepaalde kwaliteitsnormen voldoen?
Het Europees Asielagentschap overlegt al enige tijd met architecten en ingenieurs hoe de uitdagingen op een creatieve manier aan te pakken. Niemand wil een tweede Moria (overbevolkt vluchtelingenkamp op Lesbos, waar in september 2020 brand uitbrak, nvdr).
(Lees verder onder de preview)
Wie rood licht krijgt, wordt sneller teruggestuurd. Maar een effectief terugkeerbeleid loopt vandaag al vast op de onwil van landen van herkomst om hun onderdanen te ontvangen. Een vaak genoemd voorbeeld is Marokko.
Beirens: Dat blijft moeilijk. In elk geval weten we dat terugkeer moeilijker wordt naarmate de asielprocedures langer duren. Mensen kunnen onder de radar verdwijnen, of zich net goed integreren – denk bijvoorbeeld aan schoolgaande kinderen. Ook bewijsmateriaal dat de migrant aan het land van herkomst linkt, kan verdwijnen met het verstrijken van de tijd en zo de samenwerking met dat land van herkomst bij het terugkeerproces bemoeilijken.
De tekst van het pact staat vol met buzzwords zoals de nood aan ‘balanced partnerships’ met landen buiten de EU. Er zullen betere migratiedeals moeten komen met partners zoals Marokko. Belangrijk is dat we de machtsrelaties niet moeten schuwen. Waarom werkt Spanje vandaag al beter samen met Marokko? Niet alleen omdat ze een langdurige samenwerking rond migratie hebben en veel circulaire migratie kennen, maar ook omdat Spanje de handel en economische sectoren zoals de visserij inzet in de onderhandelingen.
Een politiek akkoord sluiten is een ding, het beleid uitrollen een ander. Wanneer zal het pact voelbaar worden op het terrein?
Beirens: Er is heel veel ongeduld, zowel bij de politiek als bij de bevolking, die meer en meer bezorgd is over de migratiedruk. Het is belangrijk dat politici in hun communicatie benadrukken dat bepaalde zaken met het pact ingrijpend zullen veranderen, maar dat het ook tijd zal vergen – denk aan twee tot vijf jaar. In elk geval is er bij de onderhandelaars een soort rush ontstaan. We staan op een halfjaar voor de Europese verkiezingen, waarna er een nieuwe Europese Commissie komt en een hernieuwd Europees Parlement. Iedereen besef: dit zijn de onderhandelingen van de laatste kans.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier