Europese hoogspanning over migratie: ‘Ruzie die alleen maar erger wordt’

Een beeld vanop de Ocean Viking
Kamiel Vermeylen

De Europese overheden vliegen elkaar in het haar over het migratiethema. Nationale belangen staan Europese oplossingen in de weg.

21 oktober jongstleden. In een persbericht toont Nicole De Moor (CD&V) zich een tevreden staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Onder grote druk van de Europese Unie heeft de Servische regering namelijk net besloten om de visavrije reisregeling met Burundi en Tunesië stop te zetten. ‘Servië is een buurland van de Europese Unie en geniet zelf van een visumvrij regime voor het Schengengebied (het gebied binnen de EU waar vrij verkeer van personen geldt, nvdr). We mogen dan ook verwachten dat het zijn visumbeleid afstemt op dat van de Unie. Ik hoop dat dit een voorbeeld is voor meer gezamenlijke Europese actie’, aldus De Moor.

Voor België is Burundi het vierde grootste herkomstland voor asielzoekers dit jaar. Maar misschien wel met reden. Want vier dagen later toont de Hoge Vertegenwoordiger van het Europese Buitenlandbeleid Josep Borrell zich in een statement bezorgd over de gang van zaken in het land. De Europese Unie, zo klinkt het, maant de Burundese overheid aan om actie te ondernemen om de situatie op het gebied van de mensenrechten en de rechtsstaat er te verbeteren: ‘Mensenrechten­activisten moeten worden beschermd, politieke gevangenen moeten worden vrijgelaten’.

Balkanroute

Servië is een van de landen die deel uitmaken van de zogenaamde Westelijke Balkanroute. Voornamelijk langs Turkije staken er tijdens de migratiecrisis van 2015 via die weg ruim 760.000 migranten naar Europese normen ‘illegaal’ de grens over. Zulke taferelen maken we vandaag weliswaar niet opnieuw mee. Desalniettemin registreerde het Europees Kust- en Grensbewakingsagentschap Frontex in oktober van dit jaar opnieuw 22.300 irreguliere migratiebewegingen in de Balkanregio, zo bericht de Duitse krant Süddeutsche Zeitung. Dat is bijna een verdrievoudiging in vergelijking met vorig jaar.

We moeten toch stilaan gaan beseffen dat de migratieproblemen van pakweg Italië of Polen ook de onze zijn.

Een goedgeplaatste ambtenaar in de Europese Commissie

De Balkanroute is niet de enige weg die de Europese lidstaten zorgen baart. Ook via de Middellandse Zee is de bootmigratie naar de Europese Unie opnieuw gevoelig toegenomen. Volgens de Internationale Organisatie voor Migratie van de Verenigde Naties hebben er dit jaar al 130.000 mensen via die weg de Europese Unie bereikt. Met een kleine 90.000 aankomsten, voornamelijk Egyptenaren en Libiërs die via Turkije en Tunesië komen, blijft Italië de meest populaire bestemming – het gaat om een stijging van 59 procent ten opzichte van 2021. Het aantal asielaanvragen lag in Italië tussen januari en augustus elke maand beduidend hoger dan dat vorig jaar het geval was.

Patstelling

De situatie zorgt voor wrevel tussen Frans president Emmanuel Macron en kersvers Italiaans premier Giorgia Meloni. Sinds haar aanstelling vraagt die laatste, die bekendstaat om haar radicaal-rechtse migratieopvattingen, niet onterecht om meer Europese solidariteit. Parijs, gesteund door onder meer België en Nederland, meent daarentegen dat Italië een aanzienlijk deel van de migranten die in de laars van Europa aankomt zonder meer laat doorreizen. Dat is, meent Frankrijk, in strijd met de Europese Dublinakkoorden uit 2013. Die bepalen dat het land waar een migrant voet aan grond zet of zich registreert ook verantwoordelijk is voor de verwerking van de asielaanvraag.

Zo ontstaat er een aanhoudende patstelling tussen Europese solidariteit en nationale verantwoordelijkheid. Tegen die achtergrond bereikten de spanningen tussen Frankrijk en Italië vorige week alweer een hoogtepunt wanneer het reddingsschip Ocean Viking wekenlang de toegang tot een Italiaanse haven werd geweigerd. Na veel getouwtrek tussen Parijs en Rome kon het schip met ruim tweehonderd migranten aanmeren in de Franse stad Toulon. Voor zulke noodsituaties probeerde Frankrijk voor de zomer – toen halfjaarlijks voorzitter van de Raad van de Europese Unie – een vrijwillig en à la carte solidariteitsmechanisme in het leven te roepen. Tevergeefs.

Omwille van de recente spanningen staken de nationale ambassadeurs bij de Europese Unie, ook wel de Coreper-vergadering genoemd, deze week de koppen bij elkaar. Frankrijk pleitte daar voor een bijzondere vergadering van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, Italië vraagt op zijn beurt om een overleg tussen de ministers van Binnenlandse en Buitenlandse Zaken. In ieder geval heeft de Europese Commissie – voor de zoveelste keer – een actieplan aangekondigd. ‘Vermoedelijk zal dat weer niets opleveren. De neuzen staan simpelweg niet in dezelfde richting’, aldus een Europese diplomaat.

Spreidingsplan

Naar structurele oplossingen blijft het zoeken. Ruim twee jaar geleden presenteerde de Europese Commissie een alomvattend voorstel om het asiel- en migratiesysteem in de Unie te hervormen. Maar wegens de uiteenlopende opvattingen in de hoofdsteden zijn enkel de minder contentieuze elementen goedgekeurd. Grootste struikelblok is een structureel spreidingsmechanisme dat reeds sinds migratiecrisis van 2015 onderwerp van discussie is. De Commissie wil een verplichte vorm van solidariteit – een coalition of the willing vangt migranten op, wie daar niet wil deelnemen moet financieel, diplomatiek of operationeel bijdragen. Addertje onder het gras: wie migranten niet teruggestuurd krijgt, moet die toch op het eigen grondgebied opvangen.

Tegen de Europese verkiezingen van 2024 hoopt de Commissie op een akkoord. Naar Europese traditie streeft men naar een overeenkomst waarmee alle lidstaten akkoord kunnen gaan. Dat lijkt onwaarschijnlijk. Woensdag ondertekenden EU-landen Hongarije en Oostenrijk nog een memorandum van overeenstemming met Servië waarmee de drie ‘illegale’ migranten aan de Europese buitengrenzen willen terugduwen. Oostenrijk ondervindt dit jaar driemaal zoveel aankomsten in vergelijking met vorig jaar. Zich welwillend opstellen om een Europese oplossing te vinden zal de conservatieve regeringspartij van het Alpenland niet meteen doen. Haar groene coalitiepartner gaat stilzwijgend akkoord.

Scheermesjesdraad

De Commissie wil zich niet zomaar bij het verzet neerleggen. Desnoods, zo laat bevoegd eurocommissaris Ylva Johansson weten, wil men de kwestie doorduwen via een gekwalificeerde meerderheid. Daarvoor zijn 55 procent van de Europese lidstaten die 65 procent van de Europese burgers vertegenwoordigen nodig. Volgens de Europese verdragen is die manier van werken ook perfect legaal. Maar de geschiedenis leert andere lessen. In september 2015 weigerden Hongarije, Polen en Tsjechië consequent om deel te nemen aan het verplichte en tijdelijke Europese spreidingsplan vanuit Griekenland en Italië dat ook per gekwalificeerde meerderheid werd goedgekeurd. Een veroordeling door het Europees Hof van Justitie heeft Boedapest en Warschau niet op andere gedachten gebracht.

Dus moet men toch op zoek naar tussentijds oplapwerk. In Terzake liet Johansson vorige week weten dat ze de Europese buitengrenzen meer wil beschermen dan vandaag. Nog meer. Sinds 2015 zijn de buitengrenzen in sneltempo met hekwerk en scheermesjesdraad opgetuigd. Sterker nog, de Unie heeft een aanzienlijk deel van haar migratie aan derde landen uitbesteed. De meest in het oog springende akkoorden zijn die met Turkije en – via Italië – met de omstreden kustwacht van het Libische regime. Maar tot diep in Afrika heeft de Unie al geruime tijd afspraken en ambtenaren om migratiebewegingen tegen te houden. Aanvullend versterkte Brussel de afgelopen weken de ‘operationele samenwerking’ met Marokko en Egypte opdat die hun landsgrenzen beter bewaken.

Nationale reflexen

Door al die twisten krijgt een van de hoekstenen van het Europese project– het vrije personenverkeer binnen de Schengenzone – steeds meer klappen. Zeker sinds 2015 worden er steeds meer nationale grenscontroles ingevoerd die de vrije doorgang belemmeren. Hoewel het Europees Hof van Justitie eerder dit jaar oordeelde dat zulke controles in strijd zijn met de Europese verdragen, wil de Europese Commissie voorlopig geen inbreukprocedures tegen de lidstaten inleiden. Gevreesd wordt dat zulke ingrepen de kansen op een Europees akkoord helemaal zullen fnuiken.

Volgens professor Europese politiek Steven Van Hecke (KULeuven) herbergt de strategie van de Commissie de nodige risico’s. ‘De lidstaten maken een ruzie die alleen maar erger wordt. Maar als het voorstel van de Commissie de eindmeet niet haalt, en zo ziet het er naar uit, dan heeft Brussel wel toegestaan dat de Europese afspraken over de interne grenzen met voeten worden getreden. Eigenlijk zijn we dan slechter af dan voor de migratiecrisis van 2015.’

Volgens een goedgeplaatste Europese ambtenaar in de Commissie ligt de kern van het probleem voornamelijk bij de nationale reflexen van de lidstaten. ‘We moeten toch stilaan gaan beseffen dat de migratieproblemen van pakweg Italië of Polen ook de onze zijn’, klinkt het op voorwaarde van anonimiteit. In het voorjaar van 2024 bekleedt België het roterende voorzitterschap van de Europese lidstaten. Niet geheel onwaarschijnlijk zal ons land de laatste maanden voor de deadline nog alle zeilen bij moeten zetten om alsnog een Europees akkoord uit de brand te slepen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content